Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met het Centrum voor Israëlstudies (CIS). De drie auteurs zijn aan het CIS verbonden: A. Brons werkt als predikant in Jeruzalem, M. Mulder is directeur en W. Wolswinkel is diaconaal consulent, verantwoordelijk voor projecten in Israël aan zowel Joodse als Arabische zijde.

Het boek bevat 11 bijbelstudies, verdeeld over vier hoofdstukken. De eerste drie zetten aan tot luisteren naar de Joodse stem: het gebed, de Thora en de Joodse feesten. De volgende twee gaan over de vraag of er nog specifieke beloften voor het volk Israël zijn. Dan wordt in vier hoofdstukken de vraag onder ogen gezien of het volk Israël van nu (een bijbels) recht heeft op het land. De laatste twee nemen de praktijk in Israël tot uitgangspunt: de omgang met de vreemdeling en verzoening in een situatie waarin zij onmogelijk lijkt.

In de inleiding op dit boekje wordt principieel de toon gezet met de vraag: Is door de komst van Christus, die Gods beloften vervuld heeft, maar door de meeste Joden niet geaccepteerd is, de positie van de Joden niet fundamenteel veranderd? Het antwoord van het CIS is: nee, want God is trouw aan zijn beloften. De spannende vraag hoe zich dat verhoudt tot het Joodse ongeloof dat Jezus de Messias is, komt in deze bundel nauwelijks aan bod. Al helemaal niet als het gaat over de landbelofte.

De schrijvers zetten daarentegen in op de overtuiging dat christenen van de Joodse traditie kunnen leren. Ik denk dat ook, maar vind wel dat dit boek daarover te positief is. De bittere werkelijkheid is immers dat de meeste Joden niet zien dat hun Schriften (de Thora) getuigen dat Jezus de Christus is!

Voor een aantal bijbelstudies in deze bundel heb ik waardering. Maar op een paar cruciale punten wordt de plank misgeslagen. Zo kan ik me niet vinden in Mulders uitleg van Romeinen 11, 11-15. Volgens hem zegt Paulus dat hun verwerping door God de verzoening voor de wereld is, en hun aanneming leven uit de doden (11, 15)

Daarmee zou, in de lijn van Mulders uitleg, de apostel met andere woorden gezegd kunnen hebben dat het ongeloof van Israël een plaats in Gods plan met de wereld heeft, terwijl God in een latere fase, als de heidenen massaal tot geloof in Christus zijn gekomen, hen weer zal aannemen. In vers 15 gaat het echter niet over de verwerping en aanneming van de Joden door Gód, maar over de verwerping én aanneming van Christus door de Jóden. (Zie voor deze juiste verklaring het boek van Bram Maljaars, Heel Israël zal behouden worden, blz. 192-233.)

Mulders uitleg is niet alleen onjuist, maar komt ook in botsing met zijn eigen uitleg van Romeinen 11, 25-26. Mulder vat deze tekst zo op, dat Paulus de rest van de Joden die in Christus gelooft, ziet uitgroeien tot de beloofde volheid, het echte Israël. In de ogen van God. Dit wonder zal zich volgens de apostel voltrekken in dezelfde tijd dat niet-Joden tot geloof komen. Dus niet in een volgende fase!

Verder heb ik moeite met de behandeling van de landbelofte door Aart Brons. Weliswaar behandelt hij in het derde deel heel zorgvuldig de oudtestamentische  gegevens betreffende de landbelofte. Hij maakt duidelijk dat het wonen in het beloofde land alleen mogelijk is op de voorwaarde van een leven in verbondenheid met de HERE. Bij ongehoorzaamheid vervalt het recht om daar te wonen. Maar de HERE blijft liefhebbend en worstelend bezig met Israël tot al zijn beloften vervuld zijn, ook de landbelofte.

Maar Brons brengt bij de vervulling van deze belofte Christus helemaal niet ter sprake, terwijl in Hem al Gods beloften vervuld zijn en ten volle tot vervulling zullen komen. Volgens mij is het Nieuwe Testament duidelijk over wat dat betekent voor de landbelofte: in Christus komt de hele aarde in het vizier. Mogelijk is Brons dat niet, of met me eens, of maar gedeeltelijk. Maar het is voor mij absoluut onbegrijpelijk dat hij aan dit, voor christenen meest aangelegen punt, geen enkele aandacht besteedt.

Amersfoort, D. Visser

Aart Brons, Michael Mulder & Wilma Wolswinkel, Hoezo Israël? Gespreksstof voor bijbelkringen, 2016, Boekencentrum Zoetermeer, ISBN 978 90 239 7056 9, prijs € 11,90.