In de serie ‘christen en beroep’ maken we portretten van mensen die iets vertellen over wat hen beweegt in hun werk en welke rol geloof daarin speelt. Vandaag Ide en Abelien de Boer uit Uithuizen. Al dertig jaar runnen ze samen een bakkerij.

Kerst in de bakkerij

Het zonnetje schijnt als we naar Uithuizen rijden, waar Ide en Abelien de Boer wonen. Ze zullen ons iets vertellen over het werk in hun bakkerij, met name over de tijd rond de kerstdagen. Maar voordat ze hiermee beginnen is er koffie of thee met natuurlijk iets lekkers erbij.

Dertig jaar geleden hebben Ide (70) en Abelien (69) de bakkerij in Uithuizen overgenomen. Daarvoor heeft Ide zeventien jaar bij V&D gewerkt, onder andere als bakker. Maar een eigen zaak bleef trekken. Ze kregen van hun accountant een tip dat er een bakkerij in Uithuizen te koop stond. ‘Ik wist niet eens waar Uithuizen lag’, vertelt Ide. ‘We zijn er verschillende keren gaan kijken, ook samen met de kinderen, en hebben uiteindelijk de knoop doorgehakt. Er moest een heleboel aan het pand gedaan worden, ook op het gebied van de hygiëne. We hebben dit, in overleg met de Keuringsdienst van Waren, in fases kunnen doen. Veel hebben we zelf gedaan, gelukkig ben ik erg handig. Na een paar jaar hadden we het zoals we het wilden hebben.’

Druk

Op onze vraag hoe ze dit allemaal hebben klaargespeeld, vertellen ze dat het soms erg druk was. Ze hadden echter twee bakkers in dienst die Ide konden vervangen, zodat ze ook weleens een avondje weg konden en met vakantie gaan kon toen ook. Ide: ‘We hebben nu geen personeel meer. De bakker van wie we hoopten dat hij de zaak wilde overnemen, kreeg toen hij twintig jaar bij ons werkte een hersenbloeding. Hij was toen tweeënveertig jaar. Dat was heel heftig. We hebben tot nu toe tijdelijke krachten in dienst gehad, maar we kunnen hun geen vast contract bieden, omdat we al zo’n tien jaar bezig zijn om de bakkerij te verkopen. En een tijdelijk contract mag maar twee keer verlengd worden. Daardoor hebben we sinds kort geen banketbakster meer.’

‘Toen we begonnen waren de jongens twaalf, acht en vijf jaar,’ vertelt Abelien. Ze moesten zich vaak zelf zien te vermaken en dat ging meestal goed, ze groeiden er mee op. Maar ze moesten ook weleens helpen in de bakkerij of bijvoorbeeld even een boodschap doen. Ik was dan druk met de klanten bezig en zij stonden in de deuropening te wachten op het boodschappenbriefje en geld. Dan vroeg ik aan de klanten of ik even de kinderen op weg mocht helpen en dat was nooit een probleem.’

Feestdagen

We vragen hoe ze het tijdens de feestdagen aanpakken. Ide vertelt dat vooral de maanden november en december erg druk zijn. ‘Je bereidt je erop voor en moet vooraf veel plannen. De drukte begint al met Sint Maarten, op elf november. In de beginjaren kregen we hier in een paar uur tijds tussen de duizend en dertienhonderd kinderen aan de deur. Ieder kind kreeg dan een door mij gebakken taaipop. Daarna komt het Sinterklaasfeest. We maken dan vooral veel banketletters. Direct daarna beginnen we met de voorbereidingen voor Kerst. De etaleur komt om de etalages mooi te maken en we geven de klanten bestellijsten mee. In deze periode wordt in het dorp ook nog een kerstmarkt gehouden en ook daarvoor moet extra gebakken worden. En daarna komen dan de kerstdagen. Er moeten kerstkoekjes, kerstkransen, kerstbrood en natuurlijk het gewone brood gebakken worden. In deze periode krijg ik weinig slaap. ’s Avonds na het achtuurjournaal ga ik naar bed. Om half een sta ik op en bak dan door tot ongeveer elf uur. We zijn een ambachtelijke bakkerij en afwegen gebeurt met de hand, ik houd niet zo van machines. ’s Middags slaap ik anderhalf uur.

We hebben in deze tijd gelukkig veel hulp van de kinderen en een paar goede vrienden. Twee vrienden turven de bestellijsten, zodat we per soort kunnen zien wat er gebakken moet worden. De rest van de mensen is dagenlang bezig met inpakken en het zorgdragen voor de bestellingen. Het personeel vroeg weleens: “Meneer de Boer, hoe kunt u zo kalm blijven. U wordt nooit boos.” Dan zei ik: “Als jullie doen wat wij vragen, komt het goed.”

Op de dag voor kerst gaan we om half negen open. De bestellingen liggen dan klaar voor de klanten, maar wij gaan om acht uur eerst even samen koffiedrinken. Tot ’s middags vijf uur zijn we druk bezig. Als dan alles weg is geeft dat een heerlijk gevoel. Je weet waar je voor gewerkt hebt.’

Abelien vertelt: ‘Omdat het bij ons altijd zo druk was, genoot ik altijd erg van de kerstavond die hier in het dorp door de vrouwenbond werd georganiseerd. Daar kon ik weer even tot mezelf komen en had ik toch het gevoel dat Kerst niet zomaar een feest is, maar dat we de geboorte van onze Heiland gedenken.

Toen de kinderen nog jonger waren probeerde ik er voor hen toch een fijne tijd van te maken. In de kelder had ik dan al wat kerststukjes klaarstaan en met een kerstkleed en kaarsjes was het gezellig. Op Eerste Kerstdag gingen we samen naar de kerk om daar het Kerstfeest te vieren. We hebben daar heel goede herinneringen aan. Op Tweede Kerstdag gingen we soms naar een orgelconcert in Farmsum. De beide oudste jongens spelen orgel.

Nu de kinderen getrouwd zijn worden wij bij hen uitgenodigd. Ze willen beslist niet dat wij dan iets doen. Het is heel fijn om samen met hen en de kleinkinderen het Kerstfeest te vieren. Liever zou ik ze bij ons thuis uitnodigen, maar dat zit er nu nog niet in.’

 

Stoppen

Ide: ‘Wij zijn inmiddels ook niet meer zo jong en willen graag stoppen met het bedrijf. Negen jaar geleden hebben we een huis gekocht in Rolde. We hebben het helemaal opgeknapt en dachten dat we daar van ons pensioen konden gaan genieten. De bakkerij stond toen al een tijdje te koop, maar we vonden nog geen geschikte overnamekandidaat.

Toen kregen we hier een aantal jaren geleden kort na elkaar een paar stevige aardbevingen. Ons pand heeft daardoor veel schade opgelopen en is nu onverkoopbaar geworden. De fundering is kapot, er zitten scheuren in de muren en in sommige gedeelten van het huis mogen we niet meer komen. Alles is gestut. We zijn hierover al jaren in gesprek met de NAM en onze zaak valt nu onder ”bijzondere gevallen”.

Het is een heel onzekere tijd, want de bakkerij is ons pensioen.’

Abelien: ‘Stilletjes hadden we gehoopt dat we dit jaar konden stoppen, maar alles duurt erg lang. We worden behoorlijk op de proef gesteld.

Maar ondanks dat alles hebben we hier altijd met veel plezier gewerkt. We zijn God dankbaar dat wij al die jaren op deze plek ons werk mochten doen. ’s Morgens bidden we of Hij ons wil helpen met alles wat gedaan moet worden en ’s avonds danken we voor de hulp die Hij ons heeft gegeven. We zijn gezegend met onze kinderen en kleinkinderen en met lieve mensen om ons heen, die willen bijspringen als dat nodig is.

Uithuizen is een christelijk dorp en in de winkel heb ik vaak mooie gesprekken, ook over het geloof. Ik voel me soms net een sociaal werkster.

We gaan er van uit dat we ook dit jaar Oud en Nieuw hier nog zullen vieren en dat er ook dan weer honderden oliebollen over de toonbank zullen gaan.’

 

Na nog een rondleiding door de winkel en de bakkerij bedanken we Ide en Abelien voor hun gastvrijheid en wensen hen veel sterkte toe voor de komende tijd. Abelien stopt ons allebei nog gauw een stuk lekkere kantkoek toe, dat we uiteraard graag aannemen.

 

Bierum, Janneke van der Molen

 

Delfzijl, Klazien Brouwer