Eén heil met meerdere woorden

 

U hebt op catechisatie, als het over zalig worden ging, vast wel de woorden langs zien komen: roeping, wedergeboorte, geloof, bekering, rechtvaardiging en heiliging. Ze gaan erover hoe de Heilige Geest mensen deel geeft aan het heil. Er is immers de ernstige realiteit dat wij met alle mensen vanwege onze zonde God kwijt zijn. Zo staat het er in ons natuurlijk bestaan met ons voor. We zijn verloren mensen.

 

Maar er is door Gods ingrijpen de genade van verlost worden. Dat is geen automatisme, als je maar naar de kerk gaat en zo, of nog anders religieuze interesse toont. Behouden worden is niet een kwestie van religie, maar van geloof in Jezus Christus. Religie kan wel populair zijn, geloven in een Borg hoort bij het evangelie dat niet naar de mens is. Bij dat evangelie komen al die woorden van dat bekende rijtje op hun plaats. Die veelheid van Bijbelse woorden schrikt mensen soms af! Het lijkt maar ingewikkeld… Moet je niet al die woorden als stations op een reis hebben meegemaakt? En als je er eens één hebt gemist? Wat dan… ?

Iemand zei mij een keer: ‘Dominee, ik weet wel zeker, dat ik oprecht geloof in Jezus Christus, maar of ik wedergeboren ben, dat weet ik niet. Kan ik dan wel behouden zijn?’ Misschien tobben wel meer mensen met dergelijke vragen. Ik heb haar geantwoord: ‘Wat u vreest, dat kan helemaal niet!’ Als je oprecht gelooft in de Here Jezus Christus, dan is zijn eigen woord voldoende: ‘Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven’ (o.a. Joh.3,36).

Het is zinvol te vragen wat de functie dan is van het spreken over roeping, wedergeboorte, geloof en die andere woorden. Daar wil ik graag nog wat nader op ingaan, maar om te beginnen mag wel helder zijn dat er maar één heil is, één evangelie van behouden worden (Rom.1,16). Wie Christus toebehoort, weet: ‘uit genade bent u zalig geworden’(Ef.2,5). Er staat niet: uit genade bent u misschien wel een beetje zalig geworden. Er is geen halve of driekwart manier om te delen in het heil. Het heil is één. En wie daar in deelt, is helemáál behouden.

 

Toch dat meervoud

Van al die woorden op een rij is veel te zeggen. Om te beginnen gaat het over de moeite die de Schepper van hemel en aarde gedaan heeft om mensen die liever zonder Hem hun eigen weg gingen, weer terug te roepen. De mens heeft voor de dood gekozen, voor de duisternis. En God liet hem niet gaan! God riep hem meteen al weer: ‘Waar ben je?’ (Gen.3,9). Dat was meteen al evangelie! En dat dat niet zomaar klaar was, is wel gebleken. Het hele Oude Testament, en het Nieuwe erbij, is er voor nodig geweest om de mens terug te roepen en terug te leiden. De hele geschiedenis van het verbond dat God met mensen heeft gemaakt, en waarbij ze zich altijd weer hardnekkig en tegendraads hebben getoond, is de HERE God hard aan het werk geweest om zijn eigen plan toch door te zetten: Hemel en aarde als een heerlijke schepping, en de mens als Zijn evenbeeld, die daarin dicht bij Hem leeft. Voor ons is dat maar één heil, maar van Gods kant geven al die woorden aan hoe ontzaglijk zwaar het is geweest. Veel werk voor de Vader, de Zoon en de Heilige Geest om zondaren zalig te maken, om ze terug te brengen bij de bedoeling van de Almachtige God.

Als wij naar die woorden kijken is er diep ontzag voor al die aspecten van het ene heil, die Gods bemoeienis met verloren mensen aangeven. Over al die aspecten zijn boeken geschreven. De diepte en de rijkdom van de blijde boodschap is onuitputtelijk. Maar een paar aanduidingen helpen wel er iets van te laten doordringen.

Dat alles begint met de roepstem van God, laat zien hoe de HERE communicatie met ons zoekt! De Bijbel is geen boek met wetsartikelen, maar een boodschap aan mensen gericht. En die boodschap doet wat. Het Woord is als een zaad van wedergeboorte (1Pet.1,23). Het doet wat. Gods Geest maakt Zelf, dat dat zaad ontkiemt, dat er leven wordt gewekt, en groei. Wedergeboorte staat steeds in een opvallende verbinding met de roepstem van het Woord. En wie zal doorgronden hoe dat is? Het is het geheim van het leven, dat niet uit ons te verklaren is, maar een wonder van Gods Geest. Zoals leven zich altijd uit, zo is het ook geestelijk! Het blijkt! Een mens gaat geloven! Je hoeft niet eens te weten hoe, net als die blindgeborene die genezen werd, en alleen maar kon zeggen: ‘Een ding weet ik, dat ik die blind was, nu zien kan.’

 

J.W. Maris, Apeldoorn

 

Prof.dr. J.W. Maris is emeritus-hoogleraar dogmatiek aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn