Soms hoor ik oudere mensen zeggen: hoe ouder ik word, hoe meer vragen ik krijg. Wel een beetje gek. Je zou zeggen, juist bij het ouder worden is je veel meer duidelijk geworden. Je hebt zogezegd een levens leerschool achter je. Ik weet niet of u zich de vragen van vroeger nog weet te herinneren. Sommige weet ik nog wel. Mijn neefje wist me te vertellen, dat de kinderen van de Here komen. Maar ik, die opgegroeid was op de boerderij, dacht daar iets genuanceerder over.

Waarom deze inleiding?
In een boekje dat ik ooit las, mochten kinderen hun vragen aan God op papier zetten.
Zullen we eens een paar van die vragen lezen? Voor mij is het een bevestiging dat sommige vragen nog steeds leven.

Beste God, Ik weet denk ik wel waar de baby’tjes vandaan komen. Uit de buiken van de mamma’s en de pappa’s hebben ze erin gedaan. Waar zaten ze daar voor? Bewaart u ze in de hemel? Hoe komen ze dan hier? Moet u eerst voor ze allemaal zorgen? Wilt u a.u.b. al mijn vragen beantwoorden? Ik denk altijd aan u, Laura.

Het eerste gedeelte van het briefje is mij ondertussen wel duidelijk. De laatste zinnen zouden van mij kunnen zijn. Wat heb ik nog veel vragen. Ja, en ik denk ook vaak aan God. Misschien ook doordat je bij het ouder worden er meer tijd voor hebt.
Floor stipt iets aan wat herkenbaar is. Luister.

Beste God, Bedankt voor het broertje maar waar ik eigenlijk om gevraagt hat was een hondje.


Ik heb onlangs op een mannendag meegedaan aan een Workshop ‘ Vrede met onverhoorde gebeden?’. Ik noteerde: ‘onverhoorde gebeden blijven langer hangen. Je voelt je afgewezen en dat doet zeer. We vergeten echter dat God meer dan driekwart van onze gebeden wel verhoort.’
De spreker probeerde, aan de hand van verschillende Bijbelteksten, ons duidelijk te maken, of er een oorzaak voor aan te wijzen is. Wij kunnen God niet altijd narekenen. Zoals de vader van Floor het waarschijnlijk beter vond om bij de baby geen hond aan te schaffen.
Léonie heeft moeite met pijn en lijden. Zij betrekt het op haar eigen kleine wereld. Wij vaak op die van ons. Zij schrijft:

Beste God Ik Wou dat u Zorgde dat mensen niet zo gauw stuk gingen. Ik had laatst drie hechtingen nodig.


Ja, en dan zijn daar al die veranderingen in de kerk. Het orgel is soms vervangen door een band. De dominee is niet meer in het zwart. Opwekking in plaats van psalmen. Kan dit allemaal wel?
Rosemarieke had, ondanks haar jonge leeftijd het gevoel, dat het er in de kerk eerbiedig aan toe moet gaan. Hoor, haar vraag:

Beste God, Ik was naar een trouwerij en die mensen kusten elkaar in de kerk. Mag dat wel?


Zal dit komen dat ze van huis uit meekreeg, dat als je in de kerk zit, je bij de Koning op bezoek bent. En bij de Koning, God, passen daar wel heel gewone dingen bij? Zoals zoenen in de kerk?
Maar Renée heeft een heel ander Godsbeeld.

Beste God. Let zondag in de kerk a.u.b. even op. Dan laat ik u mijn nieuwe schoenen zien.

Zijn eigen aardse vader had waarschijnlijk gezegd dat het vette schoenen waren. Ja, en dan ben je zo trots dat je ze ook aan je Hemelse Vader wilt laten zien. Ja toch!
Wat is de moraal van dit verhaal? Het is mij vaak opgevallen, dat vragen bij het ouder worden veranderen, maar dat vragen wel blijven.

 

Douwe Janssen