De dood heeft in de christelijke traditie een leven-schenkende plek gekregen. In de meest brede zin van het woord. Een principe waar we dankbaar gebruik van mogen maken.

We zien dit gegeven bij Jezus Christus zelf. Hij herwon door Zijn dood het Leven. Daarnaast benoemen Jezus en ook Paulus het sterven aan jezélf.  Jezus sprak over het loslaten van zaken waarvan we in de ban kunnen zijn, die ons doen en laten kunnen beheersen: bezit, familie, macht, eer, goedkeuring, wraak en zelfs de zorg voor dagelijkse dingen. Verlangen daarnaar is oké,  begeerte (obsessie) maakt onvrij en leidt tot schadelijk, verwrongen gedrag. Paulus meldde in Efeze 4 vooral ook de wérken die voortkomen uit begeertes: stelen, liegen, wrok en drift.

Dorst

Ergens zó van in de ban zijn is feitelijk een kwelling. Het brengt een dorst voort die steeds opnieuw gelest moet worden maar nooit echt verzadigd raakt. Tegelijk geldt dat je er zo moeilijk van los komt. We hebben het dan nog niet eens over de beschadigende kanten van het gedrag. Naast begeerte is er ook een ándere werkelijkheid in ons, namelijk van goedheid. Maar vaak is die goedheid een ondergeschoven kindje! Tussen onze goedheid en de bovengenoemde begeertes gaat het er volgens Paulus zo aan toe: ‘Wat ik niet wil, dat doe ik. En wat ik wel wil, dat doe ik niet.’ In ieder van ons woedt een strijd tussen goed en kwaad. Vanwege onze begeertes kunnen we vaak iets niet nalaten.

Tegen zulke gebonden mensen zegt Jezus: ‘Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken.’ Maar... het zal toch niet de bedoeling zijn dat Jezus de dorst en leegte, die immers het gevolg zijn van de begeerte, gaat lessen? Dat zou immers enkel symptoombestrijding zijn?

Jezus riep deze woorden tijdens de waterprocessie op het hoogtepunt van het Loofhuttenfeest. ‘“Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft,” zo zegt de Schrift,’ voegde Hij eraan toe. Maar waar stáát dat dan in de Schrift? En wat is dat ‘water’? Wel, door de hele Bijbel heen vind je ‘water’. Rivieren in het paradijs, water stromend uit de tempel, water in de woestijn. En nu dus bij Jezus. Levend ‘water’ van God zelf, water waar het leven van opknapt en herstelt. Want het is God vanaf het begin van zijn reddend handelen om de hele schepping te doen. Te beginnen bij Israël, en na Jezus de hele wereld. Het gaat God om herstellend ‘water’ dat uit steeds meer bronnen gaat vloeien!

‘Drinken’ bij Jezus betekent dat we geloof hechten aan zijn ‘leven-gevende’ woorden. Die hebben wij ‘in te nemen’. Bijvoorbeeld dat Hij zegt dat je moet sterven aan jezelf. Dus Jezus lest niet onze dorst waarvan de bron de begeerte is. Maar Hij vraagt ons om aan onszelf, onze begeertes zélf te sterven. En waar begeertes verdwijnen, of weer terugveranderen in rustiger verlangens, daar is ook geen dorst meer. Zo simpel is het, althans in theorie...

Zelf een bron

Jezus benoemt dan ook niet zozeer dat onze dorst gelest zal worden, maar, Hij benadrukt dat levend water (lees: goedheid, waarheid en liefde) uit óns zal stromen! Nogal wat christenen betitelen onze behoeftigheid als een ‘leegte’ die eigenlijk alleen maar kan worden opgevuld door ‘God’. Die leegte zou zelfs een soort  ‘God-spot zijn’. Ik betwijfel of dit juist gezegd is. Voor je het weet wordt God een soort substituut, een soort emotionele ‘opvuller’. Natuurlijk is het mooi als we Gods liefde (soms) ervaren, maar hoe moet het met mensen die nooit eens wat ‘ervaren’ van God, maar die intussen wel onvoorwaardelijke liefde en goedheid aan anderen geven? Zoals die Samaritaan uit Jezus’ gelijkenis, die belangeloos, vanuit barmhartigheid, zorgde voor zijn aartsvijand?

 

Geroepen

De mens is dan ook niet geroepen om zijn gevoel van leegheid op een of andere wijze te laten vullen, maar om zelf een bron van liefde en goedheid te zijn. Dat is onze bestemming. Al te ‘therapeutische’ gepraat in de kerk dat we geliefde wezens zijn, dat helpt vaak maar weinig, vooral als we dat maar moeilijk zo kunnen ‘voelen’. Sterker nog, door zo te spreken praten we elkaar wellicht een gemis, een begeerte aan die er eerder niet was... De begeerte om ons geliefd of gelukkig te voelen. Voor je ’t weet heb je er een begeerte bij...

Drinken bij Jezus: zijn woorden innemen, woorden over sterven aan jezelf. En dan ‘vanzelf’ een bron worden. Merkwaardig, maar ook wel logisch. Omdat er stukje bij beetje meer ruimte komt voor de levende, genezende aanwezigheid van Gods Geest en alles wat dat uitwerkt. En dat is Góds werk, dat is Zíjn kant van het verhaal van onze levensverandering. De vraag blijft dan over: maar hoe laten wíj los, hoe sterf je aan jezelf? (wordt vervolgd)

Nynke Sikkema-Holwerda, Hoogeveen