Ons lichaam kent zwakten en beperkingen, en veroudert. De wetenschap zoekt naar een antwoord daarop. Maar mag je als christen gebruikmaken van alles wat op dat gebied mogelijk is? Sommige ontwikkelingen roepen vragen op. Onderkennen we de gevaren van de wijze waarop medische wetenschappen en biotechnologie vandaag de dag hun taak opvatten?

 

De ontwikkelingen gaan steeds verder, vooral ook op het gebied van het onderzoek naar genen, kleine bouwsteentjes in ons lichaam waarmee erfelijke eigenschappen kunnen worden overgedragen. Wetenschappers kunnen genen herkennen en daarop technieken loslaten. Bestaande genen kunnen worden gewijzigd, en er kunnen ook genen worden gemaakt die de gewenste eigenschappen bevatten.

 

De wetenschap heeft met deze technieken een belangrijke stap vooruit gedaan. Er kunnen daardoor medicijnen worden gemaakt voor bijvoorbeeld de behandeling van diabetes, of medicijnen die de groei van rode bloedcellen bevorderen. Zou het in de toekomst mogelijk kunnen zijn dat met behulp van deze techniek het afweersysteem van ons lichaam sterker wordt, waardoor we beter bestand zijn tegen bepaalde ziektes? Misschien zijn er dan ook geen vervelende inentingen meer nodig.

Ook op een andere manier kan de gentechnologie onze gezondheid bevorderen. Veel medicijnen werden tot dusver geproduceerd door middel van chemische processen. Deze medicijnen hebben vaak bijwerkingen: ze bevatten stoffen die voor bepaalde organen schadelijk zijn. Maar nu er medicijnen kunnen worden gemaakt met behulp van de gentechnologie, kunnen schadelijke bijwerkingen beter worden voorkomen.

 

Cellen

Wetenschappers boeken niet alleen vooruitgang op het gebied van de werking van genen, maar ook op het gebied van de werking van cellen. Het menselijk lichaam bestaat uit enkele biljarden cellen, die in bepaalde patronen liggen. Er komt steeds meer inzicht in de werking daarvan, en de manier waarop beschadigde of zieke cellen kunnen worden genezen of zelfs vervangen.

Daarnaast werken wetenschappers met stamcellen. Stamcellen zijn cellen die nog geen specifieke functie hebben, maar zich kunnen ontwikkelen tot cellen met een specifieke functie voor een bepaald orgaan of lichaamsdeel. Zo zijn er voor alle organen in het menselijk lichaam specifieke cellen nodig. Naar stamcellen wordt veel onderzoek gedaan. Zou het zo kunnen zijn dat in de toekomst deze cellen worden gebruikt voor het herstellen of vervangen van huid, beenderen, zenuwen en organen? Zouden stamcellen dan bijvoorbeeld kunnen uitgroeien tot een lever voor een patiënt met een leverkwaal?

Verder doen biowetenschappers onderzoek naar stamcellen van embryo's. Deze cellen van beginnend menselijk leven hebben misschien wat meer mogelijkheden dan volwassen stamcellen. Aan dat onderzoek kleven nogal wat bezwaren. Maar wereldwijd gaat het onderzoek door. Wordt het misschien in de toekomst mogelijk dat een ziek of beschadigd orgaan kan worden vervangen door een nieuw orgaan, zonder dat er gewacht moet worden op een orgaan dat is weggehaald uit het lichaam van een orgaandonor?

 

Hulpmiddelen

Daarnaast zorgen medische wetenschap en techniek voor steeds nieuwere hulpmiddelen in de strijd tegen ziekte, beperking en veroudering. In de gezondheidszorg zijn we al langer vertrouwd met allerlei hulpmiddelen: een nieuwe heup of knie, een apparaat dat aan dove kinderen en volwassenen de mogelijkheid biedt weer iets te horen, of een implantaat in de hersenen dat de ziekte van Parkinson enigszins onder controle houdt. Zou het in de toekomst mogelijk worden dat een implantaat in de hersenen ervoor zorgt dat we dingen beter kunnen onthouden? Zou het ook mogelijk kunnen worden dat je door een implantaat veel beter zou kunnen zien? Dus dat je ogen iets van een telescoopachtig karakter krijgen? Of dat je zelfs bij nacht zou kunnen zien? Zou het in de toekomst mogelijk kunnen zijn dat met behulp van nanotechnologie mini-operaties in bijvoorbeeld een bloedvat worden uitgevoerd?  

De vooruitgang in de medische wetenschap heeft ervoor gezorgd dat mensen over het algemeen langer leven. En ook gezonder. Dokters zijn veel beter in staat goede diagnoses te stellen en ziektes te behandelen. Biowetenschappers en -technici werken aan het bestrijden en voorkomen van ziekten. Of werken zij ondertussen ook aan het verbeteren van mensen? Zou ook dat een doel kunnen zijn? Wat drijft de medische wetenschap uiteindelijk? Wat drijft onze cultuur? En wat is onze eigen houding daarin?

 

Heerser

Kenmerkend voor de mens van vandaag is dat hij wil heerser over de natuur, en ook over zijn eigen leven. Zijn heerschappij oefent hij uit door middel van wetenschap en de techniek. Hij raakt meer en meer bedreven in zijn heersersdrang. Zo kan hij meer en meer het leven vormgeven naar eigen inzicht. Hij kan de levensstijl voortzetten die hij zelf wenst en wil.

Maar was dit de bedoeling van onze Schepper toen Hij ons maakte? De Schrift is daarin duidelijk. We zouden gehoorzame onderkoningen van de allerhoogste koning moeten zijn. We zouden de aarde moeten beheren in afhankelijkheid van Hem, in dankbaarheid en toewijding. Maar is dit niet onze dwaasheid dat wij ons leven geheel willen inrichten naar eigen inzicht, met behulp van wetenschap en techniek? De volgende keer zien we hoe een dergelijk leven eruit ziet.

 

D.J. Steensma, Feanwâlden

 

Voor dit  artikel en enkele vervolgartikelen is gebruik gemaakt van: Brent Waters, This Mortal Flesh. Incarnation and Bioethics (Grand Rapids: Brazos Press, 2009).