Sommige wetenschappers doen onderzoek naar een 'aanzienlijke verlenging van het leven' (AVL). Zij beschouwen veroudering als een ziekte, die behandelbaar is, en gaan nog wat verder dan adviezen geven over een gezonde levensstijl. Met medicijnen en therapieën zouden mensen uiteindelijk honderdvijftig jaar kunnen worden.

 

We kunnen door onze levensstijl invloed uitoefenen op het tempo van lichamelijke veroudering. Een bourgondische of sobere levensstijl maakt verschil. Maar uiteindelijk hebben we ons levenseinde niet in eigen hand. Niemand kan – zo zei Jezus – door bezorgd te zijn een el aan zijn levenslengte toevoegen.

Omdat dit niet mogelijk is, zal een christen daarvan afzien. Hij zal niet proberen toch nog een aanzienlijk aantal jaren aan zijn levenslengte toe te voegen. Hij kent zijn grens. Deze grens ligt in eerbied voor zijn Koning. God beslist over het levenseinde van de zijnen.

Een christen luistert natuurlijk wel naar wat zijn lichaam nodig heeft: eten en drinken, zorg en beweging, beschutting en warmte, en veiligheid en geborgenheid. Hij luistert ook naar het spreken van God in het proces van veroudering. Zegt God daarmee niet dat het moment dichterbij komt dat het tijdelijke leven moet worden verwisseld voor het eeuwige? Het proces van veroudering is een signaal van godswege: Maak uw huis op orde, er komt een moment dat u zult sterven! Zal een gelovige dat signaal bewust willen onderdrukken?

 

Verlossing

Zeker, een christen zal elke dag voor zijn lichaam  zorgen. Maar ondertussen aanvaardt hij het spreken van God via het proces van veroudering: Is uw paspoort getekend? Het proces van veroudering en aftakeling vraagt daarom aanvaarding. Een christen aanvaardt álle fasen van de aardse levenstocht, van kind-zijn tot hoogbejaarde.

Hij kan dit proces van veroudering en aftakeling van krachten aanvaarden, omdat Christus het geheiligd heeft. Hij heiligt ziel én lichaam, én alles wat bij dat lichaam hoort, óók ouderdom en verval van krachten.

Maar die aanvaarding is iets anders dan berusting, omdat ze staat onder het voorteken van verlangen naar volkomen verlossing op de jongste dag. Daar ligt de uiteindelijke bestemming van de gelovige. Welk kind van God zou daar niet naar verlangen? Ondenkbaar dat een pelgrim niet zou verlangen naar zijn eindbestemming. Ondenkbaar dat hij zijn 'smalle weg' langer en langer zou willen maken door overmatige bezorgdheid, door genetische therapieën of antiverouderingsdrankjes. Hij verlangt toch naar zijn vaderland. Net als Paulus. Maar vervolgens aanvaardde de apostel een verder leven op aarde om wille van het evangelie. Dát is de houding van een christen: de levenstocht op aarde accepteren, in besef van de actuele verantwoordelijkheid, en onder het voorteken van verlangen naar een heerlijke toekomst.

 

Liefde

Het streven naar een 'aanzienlijke levensverlenging' daarentegen komt voort uit liefde voor een leven zonder God. Waarom zou je – zo redeneert een mens die aan de aarde gebonden is – je aards geluk niet zo lang mogelijk willen voortzetten? Velen vinden hun ultieme geluk in eten en drinken, zon, zee en vakantie, boot en caravan. Anderen vinden dat geluk in aanzien en naam in het publieke domein. Een kleiner deel van de mensheid geniet van kennis, inzicht en wijsheid. Wie uiteindelijk alleen in deze aardse goederen zijn geluk zoekt, kan dat moeilijk loslaten.

Met deze houding schendt de mens die dat geluk van nature zoekt, de eer van zijn Schepper. Maar er is meer. Hij schendt ook zijn eigen mens-zijn, omdat mens-zijn bestaat in loslaten. Ouders moeten kinderen loslaten, en kinderen hun ouders. Vergeven is ook een vorm van loslaten: laat los en u zult losgelaten worden, zo zei Jezus. Mens-zijn is loslaten, ook bij het ouder-worden als het verval van krachten inzet en de beperkingen toenemen. Het moment van sterven is het ultieme moment van loslaten.

Mens-zijn voor het aangezicht van God betekent dat je de eindigheid van je bestaan op aarde accepteert, en bereid bent dat bestaan los te laten als God door jouw ouder-worden zó spreekt dat je daarin hóórt dat het einde nabij is.

 

Eindigheid 

Zo heeft ook de Zoon van God gedaan, die in volmaakte zin ons menselijk bestaan heeft aangenomen. Hij heeft in zijn menswording ook onze eindigheid en sterfelijkheid aanvaard. Zijn lichaam werd ouder en ouder, en was sterfelijk. Heeft Hij niet aan het kruis elke vorm van veroudering ondergaan? Hij heeft zich niet ingespannen voor levensverlenging. Dít was zijn leven: het doen van de wil van zijn Vader. Alle fasen van de afbraak van het lichaam heeft Hij doorgemaakt op de weg die Hij moest gaan. Ook uitzichtloos en ondraaglijk lijden. Zo was Hij 'vlees'. Toen de evangelist Johannes dit woord gebruikte – het Woord werd vlees – bedoelde hij dat Christus mens werd in al zijn zwakte.

 

Het proces van veroudering hoort bij het leven. Ouder-worden is geen ziekte maar een fase op de levensweg. Voor een christen is dat de laatste fase op de 'smalle weg' naar het leven in volmaakte heerlijkheid. Daarom kan hij loslaten, in de kracht van de Geest.

Hij kan dat doen omdat Christus de dood heeft overwonnen. Ook het ouder-worden is overwonnen, in beginsel. Op de jongste dag zal dit ouder-worden volkomen overwonnen zijn, niet alleen de macht daarvan, maar ook de gevolgen daarvan zullen er niet meer zijn. 'Aanzienlijke levensverlenging' is dan niet meer aan de orde, want dan bestaat de tijd niet meer. Niemand zal het woord 'verlenging' nog kennen. De tijd is verslonden door de eeuwigheid. Niemand hoeft op zichzelf moeite te hebben met loslaten, want wat God heeft klaargemaakt voor de zijnen, zal alle verwachtingen overtreffen.

 

D.J. Steensma, Feanwâlden