Berichten uit de ‘bed, bad, brood+’-opvang in Groningen,

 

maatschappelijk werkster Izre Kuiper doet verslag.

 

Vandaag, 3 maart 2017, begraven we Roza Khachatryan, 89 jaar, uit Armenië. Zij was de oudste van onze groep van bijna dertig bejaarden in de bbb+ in Groningen. Ze is in korte tijd de tweede gast van wie we afscheid moeten nemen. In december begroeven we Anzhela Balayan, 81 jaar, eveneens Armeense.

 

Roza en Anzhela kwamen onafhankelijk van elkaar in de bbb+ terecht, maar werden bij ons dikke vriendinnen. Roza was de eerste die arriveerde; vorig jaar maart. Type oude wijze vrouw. Ontzettend lief ook. Ze pakte je altijd met beide handen vast, gaf je een knuffel. Ik ben betrokken, maar heb als maatschappelijk werker natuurlijk geleerd professionele afstand te bewaren. Daar trok Roza zich weinig van aan; je ontkwam niet aan een knuffel.

 

Ze miste haar vriendin Anzhela vreselijk, de afgelopen 2 maanden. Maar ze had gelukkig kinderen en kleinkinderen bij zich. Roza kwam hier met haar zoon, schoondochter en twee (inmiddels volwassen) kleinkinderen. Hun asielaanvragen waren afgewezen en dus werden ze uit rijksopvang gezet.

 

Roza was 88, zat in een rolstoel en had onder meer hartproblemen. Uit rijksopvang, op straat gezet. Terwijl ze legaal hier was, want ze had een aanvraag ingediend om op medische gronden te mogen blijven en dat besluit mocht ze in Nederland afwachten. Legaal hier, oud en hulpbehoevend, toch op straat.

 

Wij namen hen op. Voor de medische hulp kwam een verpleegkundige van thuiszorg langs, verder verzorgde haar gezin Roza. Koken, wassen, schoonmaken, boodschappen doen, mee naar de dokter of het ziekenhuis om te tolken; kinderen en kleinkinderen deden het met toewijding. Ze zijn dankbaar dat Roza een gezegende leeftijd mocht bereiken. ‘Maar het blijft mijn oma’, zei de kleindochter tegen me, ‘en die ga ik missen.’

 

Wij allemaal trouwens. Het tweede sterfgeval in korte tijd in de bbb+ hakt er in, bij de gasten en bij medewerkers en vrijwilligers. We gaan Roza zo dadelijk de laatste eer bewijzen. Dat heeft ze verdiend. Het is het laatste wat we voor haar kunnen doen, en het minste wat we voor haar kinderen en kleinkinderen kunnen doen.

 

We tellen nu 28 zestigplussers in onze opvang. Veertien van hen zijn boven de 65 jaar. Bejaarden die op straat worden gezet. Het gebeurt, in Nederland. Het verbaast me eigenlijk dat daar nauwelijks ophef over is. De discussie over ouderenzorg gaat vaak over hoe goed (of slecht) de zorg thuis of in verpleeghuizen is.

 

Maar dat we in dit land bejaarden op straat zetten als hun asielaanvraag wordt afgewezen; het passeert stilzwijgend. Tot nu toe geen landelijke opwinding hierover, geen petities op sociale media, geen Kamervragen, geen actiecomité.

 

Sterker nog: er zijn geluiden dat er geen ‘bed, bad, brood’-opvang moet zijn. Waar zouden deze ouderen dan heen moeten? De meesten hebben thuiszorg nodig; hulp met wassen en aankleden, en meestal ook medische verzorging. Op straat krijg je die niet. Dat kan toch niet?

 

Willen we dat echt: hulpbehoevenden ouderen op straat zetten? Hoe zien we dat, in dit land? Ik vraag het me af. Maar ik ga nu eerst afscheid nemen van Roza Khachatryan. Bedankt voor de knuffels, Roza, rust zacht.