Onlangs vertelde een broeder uit onze gemeente dat hij in een familiedocument een en ander had gelezen over onze voormalige zendingspredikant ds. A. Bikker (1898-1977). Dat familieboek mocht ik inzien. Prachtig document! In royaal formaat, met verhalen en fragmenten uit brieven, en heel veel foto's.

 

Mooi als op deze wijze de geschiedenis van een familie wordt gedocumenteerd. Mooi als ook datgene wordt genoemd wat God – in de moeilijkste omstandigheden – door mensen heen wil doen.

 

Familiegeschiedenis

In deze familiegeschiedenis staat dus ook de naam van ds. A. Bikker vermeld, die van 1927 tot 1948 zendeling was in Torajaland, (toen nog) Nederlands Indië. Zijn naam wordt vermeld door Pieter Jelkes Hoekstra (1911-2006), die samen met de zendingspredikant was geïnterneerd in de kampen Pare Pare, Bodjo en Bolong. In deze kampen was ds. Bikker kamp-oudste of kampcommandant.

Pieter Hoekstra heeft over deze periode – zo lezen we in de familiegeschiedenis – twee boeken geschreven: Onze Indische periode (1988), en in Geïllustreerde Atlas van de Japanse Kampen in Nederlands-Indië 1942-1945 (2001).

 

Knuppel

In Onze Indische periode schrijft hij:

 'De Jap – die een wonderlijk man was – had altijd wel een reden om zich kwaad te maken. Dan lag de tuin er niet goed bij, of zaten de grasjestrekkers teveel te praten. Of werd teveel rijst gebruikt en men had niet voldoende diep gebogen. Veel redenen om te straffen, ook collectief. Bijv. door op het grintveld op de hurken te moeten `kikkeren' of op 1 been op een bank te moeten staan met de handen omhoog en dat alles in de brandende zon. Of geslagen te worden met de Japanse knuppel, 5 slagen was de lichtste straf, dan 10 en bij 20 slagen was iedereen bewusteloos. Bij zg. ernstige vergrijpen werd men dan met een emmer water weer bijgebracht. Maar dan lag men na 5 slagen al weer tegen de vlakte. Bikker is zo verschillende malen 'behandeld', bijv. wanneer men merkte dat hij Japanse kranten uit het wachtlokaal had 'geleend' om die aan een paar Chinezen die Japans kenden, die ook ons in het kamp zaten, te lezen.'

 

Zwaard

Indrukwekkend is ook wat Pieter Hoekstra schrijft in de Geïllustreerde Atlas:

'Onze kampcommandant was de Christelijk Gereformeerde Ds. zendeling Bikker. Op latere leeftijd gaan studeren in Apeldoorn — toen nog geen academische opleiding —, na in zijn jonge jaren timmerman en sergeant te zijn geweest, heeft dat alles geresulteerd in een ideale kampcommandant. Lichamelijk en geestelijk sterk — na een pak met de knuppel bont en blauw liep hij even later kaarsrecht naast de Japanse chef om appél af te nemen — was hij ook een man die ons goed leidde. Iedereen werd ingedeeld bij het werk dat volgens hem paste en dat had je dan ook maar goed te doen. Hij kon nooit beschuldigd worden van vriendjespolitiek want hij had geen vrienden. Bevelen — geef acht — kon hij als een beroepssergeant en preken als een volksredenaar. Op feestdagen, bijv. Koninginneverjaardag, schreeuwde hij ons als het ware toe: mannen, het duurt nog 3 maanden, ik zeg jullie drie maanden enz. En hoewel wij er een beetje om lachten, was zo'n speech een oppepper voor het gehele kamp. Hij durfde ook veel. Bijv. krantjes lenen of stelen van de wachtcommandant. Een keer was de Jap zo kwaad dat Bikker onthoofd zou worden. Wij moesten allemaal aantreden en toen kwam Bikker en de Jap. Hij liep rechtop en ging naast het door ons gegraven gat staan waarin hij begraven zou worden. Het zwaard werd getrokken, maar ging over zijn hoofd heen. Hij vertrok geen spier van het gezicht. [..] Voor Bikker had iedereen respect, ook de Jap.'

 

Geloof en vertrouwen

Het blijkt ook dat er tekeningen van ds. Bikker bewaard zijn gebleven in een boek uit 2013 over de schilder Willem Gerard Hofker.

 

In 1987 schreef Pieter Hoekstra in een brief aan familie:

'Veel hebben we in onze Indische jaren, hetzij de goede, hetzij de slechte (het kamp) gehad aan de kerk. In Bandoeng, Soemba en Malang aan de Geref. Kerk met haar leden; in het kamp aan de gezamenlijke kerkdiensten van alle protestantse gezindten en de bijbelgroepsgesprekken. Ook hebben we zeer veel te danken aan Ds. Bikker, die bijna vanaf het begin onze kampcommandant is geweest en door zijn persoonlijkheid, geloof en vertrouwen, ons hele kamp voor een belangrijk deel droeg.'

 

D.J. Steensma, Feanwâlden