Het valt me op dat als het gaat over Hemelvaart – meer zelfs nog dan bij Pasen – vele registers (ook) bij gelovigen en ongelovigen opengaan om aan te tonen hoe onmogelijk het is naar de hemel te ‘varen’. Dit kán echt niet! Onbestaanbaar! De verleiding is om daar dan uitgebreid op in te gaan.

 

 

Soms denk ik dat we dat ‘uitgebreid-erop-in-gaan’ doen omdat we niet zo goed raad weten met dit heilsfeit. Wat vieren we met Hemelvaart? En om de beantwoording van die vraag te ontlopen gaan we vervolgens een poging doen een letterlijke hemelvaart aan te tonen. Maar dat ga ik niet doen. Ik beperk me tot een citaat van G.C. van Niftrik: ‘Ik heb eens een dominee op Hemelvaartsdag horen zeggen, dat het verschil tussen Kerk en wereld in het licht van Hemelvaart beschouwd, hierin bestaat, dat de wereld geen uitzondering kent op de wet van de zwaartekracht, maar dat de Kerk op Hemelvaart weet, dat de wet van de zwaartekracht althans bij de Hemelvaart buiten werking is gesteld. Met zulk een bewering is het feit van Hemelvaart gedegradeerd tot een mirakel. Wat wij over de Opstanding gezegd hebben geldt ook hier: niet het hoe wordt ons meegedeeld, maar het dat. De kerk belijdt als haar geloof: opgevaren ten hemel!’

 

Vooruitgrijpen op de wederkomst

We kunnen ze zien staan. Elf leerlingen op de dag van Jezus’ hemelvaart. Hoe staan ze erbij? Ze staan naar de hemel te kijken! Wat overkomt ons nu? Wellicht dat er een discipel bij zat die in een flits terugdacht aan de dag van de opstanding toen Jezus in hun midden kwam staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ Maar Hij kwam toen wel in hun midden terwijl de deuren door hen waren afgesloten! De Opgestane is de Nieuwe Mens, de Eerste Mens. Deze Nieuwe Mens, onze Heer, komt terug op dezelfde wijze als Hij is opgenomen. Okke Jager weet het kernachtig te zeggen: ‘Wij kunnen nu reeds vanaf de aarde afstemmen op de eerste mens, die over de onuitputtelijke oerkrachten van de voltooide schepping beschikt.’ Zeker! Maar met dat we dat Jager nazeggen moeten we tegelijk uitspreken dat de Here Jezus – ook na zijn Hemelvaart – nog steeds een verbórgen Koning is. Zijn grootheid en zijn macht openbaren zich in de periode tussen Hemelvaart en Wederkomst als een verborgen grootheid en een verborgen macht. Je zou de Hemelvaart kunnen beschouwen als een vooruitgrijpen op zijn wederkomst. Zijn opgenomen zijn in heerlijkheid zal straks onze heerlijkheid zijn.

 

Niet dezelfde dag

Hemelvaart en Wederkomst vallen niet op dezelfde dag. En dat is even slikken. Dat zou mooi zijn geweest. Allemaal instappen in de wolkenwagen en op weg naar de hemel. Zo gaat het niet. En zo pakt Jezus het niet aan. Dat Jezus in mag stappen – dat is duidelijk. Hij heeft het volbracht. Zijn werk als Zoon van God op aarde is voltooid. Maar kunnen we dat van zijn discipelen zeggen en kunnen ze daarom met Hem inschepen? Nee. Er is werk aan de winkel die ‘Israël en de volken’ heet. Hij is in de achterliggende periode intensief bezig geweest zijn leerlingen te onderwijzen in woorden en in daden – en dat deed Hij om hen tot getuigen te maken van Hem. In Jeruzalem, Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde. Natuurlijk zal Jezus hen bijstaan met zijn Geest. Geen misverstand daarover. Maar niet minder natuurlijk is dit: nu is het jullie beurt! Met Pinksteren waait de Geest. Maar een wereld waarop gerechtigheid woont komt jullie niet aanwaaien. Het Koninkrijk van Mij en mijn Vader kenmerkt zich door gevouwen handen én opgestroopte mouwen. Jezus verkondigt dat de nieuwe tijd is aangebroken. Dat is wat anders dan te zeggen dat we na zijn Hemelvaart alleen nog maar wachten op een nieuwe tijd.

 

Tijdelijk

Het is hémelvaart. Maar Hij komt terug. Naar de aarde. Naar zijn wereld. Het gaat om een nieuwe hemel én een nieuwe aarde. Een wereld waarop zijn gerechtigheid zal wonen. Het eindstation van Jezus is dus niet de hemel maar de aarde! Zodat het gebed in het Onze Vader werkelijkheid mag worden: uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. We zien uit naar de verborgen Koning die op aarde helemaal zichtbaar zal zijn. Opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer,’ tot eer van God, de Vader (Fil.2,10-11). 

 

Samengevat

Een heerlijke koning zet ons in en met zijn Geest aan het werk totdat Hij komt. En we houden dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.

 

N. Vennik, Zwolle