Vanuit deputaten evangelisatie is in de afgelopen jaren een project opgezet waarin met missionaire teams uit een gemeente wordt gekeken naar wat de Bijbel eigenlijk zegt over missionair gemeente-zijn. Er wordt nagedacht over de mogelijkheden om daar in de concrete context van de gemeente invulling aan te geven.

 

Wat kom je daar allemaal bij tegen? Waar liggen kansen in de plaatselijke situatie waarin de kerk zich bevindt? Wat zijn belemmeringen waar je tegenaan loopt? Gaat het vooral om activiteiten? Wat gebeurt er als er in de gemeente bewust over missionair zijn nagedacht wordt?

Zulke vragen – en er zijn er nog veel meer – komen langs in dat tweejarig traject, waarbij toerusting en coaching een duidelijke plek heeft.

De gemeente Dedemsvaart is sinds vorig jaar aan zo’n missionair leertraject begonnen. Inmiddels zijn ze heel wat stappen verder gekomen. Ik stelde via de teamcaptain, Rianne Slager, een paar vragen aan het team.

 

Drijfveer

Kun je vertellen wat jullie er in Dedemsvaart toe gebracht heeft aan dit traject te beginnen? Wat was jullie drijfveer?

Het team vertelt: de evangelisatiecommissie die vroeger altijd heel actief was, onder andere in het organiseren van het campingwerk, was helemaal stil komen te liggen. We zijn toen bij elkaar gekomen om de zaak weer in beweging te krijgen. We wilden graag weer aan de slag. Samen met een paar leden die ook vroeger bij het werk betrokken waren – Geja Boertien, en Theo Regeling die gevraagd was door de kerkenraad – hebben we de koppen bij elkaar gestoken. In totaal zijn we nu met zes mensen: naast Geja en Theo nog Gerben en Wybren Jouwsma, en Andre en Rianne Slager. We kwamen al gauw tot de conclusie dat we graag iets wilden doen wat blijvend zou zijn. Andre had via de diaconie al eens gehoord over de nieuwe aanpak van deputaten evangelisatie, en toen hebben we contact gezocht met ds. Peter Visser. Hij is komen praten, en zo is het balletje aan het rollen geraakt. Gerben is onze vertegenwoordiger in de kerkenraad. Onze drijfveer was voor ons allemaal het verlangen om concreet bezig te zijn met ons geloof, niet alleen naar onszelf toe, maar vooral ook naar andere mensen toe.

 

Verscheidenheid

Op de vraag hoe het is om een tijdlang heel speciaal aandacht aan het missionaire te geven, vertelt het team dat als heel bijzonder te ervaren. Vooral als je ziet dat God juist in een team met daarin echt wel verscheidenheid zoveel mogelijkheden geeft: de een vult de ander aan, en waar de een tegenop ziet, daar helpt de ander hem of haar verder.

 

Het doet dus vooral ook wat met jullie zelf?

Het team geeft aan dat juist het samen optrekken bij elk lid van het team de blik verruimd heeft. We merken dat we elkaar vooral ook stimuleren, en we ontdekken meer en meer dat we niet voor ons zelf leven, maar dat we de wereld echt wat te vertellen hebben. En we ontdekken samen vooral ook waar en hoe we kunnen dienen. Het samen optrekken geeft verdieping, en daarbij vertelt Rianne dat het haar en Andre ook verder brengt: ‘het hiermee bezig zijn wordt een soort levensstijl. Ja, misschien wel een missie …?’

 

Leerpunten

Op de vraag wat de mooiste en de moeilijkste momenten zijn uit het traject tot nu toe, vertelt het team dat er vooral leerpunten zijn. Als team leer je van elkaars sterke punten maar ook van je zwakke punten. Maar dat kan: je mag en kunt kwetsbaar zijn in een team van mensen waarin we elkaar steeds beter leren kennen. Dat was best een ontwikkeling en het groeit. En dan de concrete dingen die we doen: we hebben de kerk nu elke woensdag open. Dan is er koffie en kunnen mensen binnenlopen voor bezinning, gesprek. Rond de verkiezingen merkten we dat het ook in een behoefte voorzag. We hebben toen mooie gesprekjes gehad met mensen die in het dagelijks leven best eenzaamheid ervaren. Voor hen was het ‘gewoon’ even een kop koffie kunnen komen drinken heel mooi. Dat kregen we ook terug. En dan worden nu ook de kinderdiensten op bid- en dankdag een waar feest; eerst kwamen we met 15 kinderen uit de eigen gemeente samen, maar nu komen er ook zomaar een kleine 40 kinderen uit de omgeving van de kerk meedoen. Het zijn mooie dingen.

Wat we merken is dat het toch nog wel moeilijk blijft voor de gemeente (en niet alleen voor de onze) om de deuren van onze kerk – letterlijk – open te zetten, maar ook om de deuren van ons hart open te hebben naar anderen toe. Missionair zijn is best spannend: je weet niet wat er gaat komen, maar als je ziet hoe mooi het is, wat God aan het doen is, en nog zal doen, is het echt een uitdaging!

 

Afronding

Komende zomer is alweer de afronding van dit begeleidingstraject. Zijn er dingen waarvan jullie zeggen: kijk, dat hebben we geleerd, en daar moeten we echt mee bezig blijven?

We hebben geleerd altijd viervoudig te luisteren: naar God, naar de gemeente, naar elkaar en naar de mensen om ons heen. We hopen dat we dat zullen volhouden als team, waarbij we bidden dat God ons duidelijk wil blijven maken wat we kunnen doen, en nog kunnen gaan. Om Gods liefde bekend te maken.

 

Graag wensen we het team van Dedemsvaart Gods zegen toe.

 

Hoogeveen, J. van ’t Spijker