Als er één werk van barmhartigheid actueel is, zelfs een politiek hangijzer, dan is het wel het opnemen van vreemdelingen. De stroom vreemdelingen die de laatste jaren tegen de deuren van Europa beukt, maakt dat je je ogen en hart voor hen niet kunt sluiten. Maar er zijn natuurlijk grenzen. De Bijbelse naastenliefde eist niet dat zij die hulp behoeven voor altijd hier blijven.

 

Wanneer de oorlogsdreiging of hongersnood in het land van herkomst is geweken, kan de vreemdeling terug. Uitzonderingen daargelaten. ‘Politieke’ vreemdelingen die voor hun leven moeten vrezen en in ons land asiel aanvragen moeten worden toegelaten. Voor ‘economische’ vreemdelingen gelden andere maatstaven.

Op 1 juni 2019 telde ons land volgens het CBS 17.322.433 inwoners. Ruim 1 miljoen hiervan zijn buitenlanders, vreemdelingen of mensen die stateloos zijn. Zij hebben dus geen Nederlandse nationaliteit. Jezus vraagt van ons hen met liefde en bewogenheid op te nemen in onze samenleving.

 

Oude en Nieuwe Testament

Na de zondeval, nadat God de mens de toegang tot de tuin van Eden ontzegd heeft, wordt de mens een vreemdeling op aarde. Hij gaat dolend op zoek naar een plaats waar hij de aarde kan bewonen en bewerken (Gen.3,23). Zo leiden de aartsvaders Abraham, Isaäk en Jacob en hun gezinnen een zwervend bestaan. Als vreemdelingen leven zij te midden van de heidense volken van het Midden-Oosten.

Wanneer het volk van Israël, na de exodus/uittocht uit Egypte, op weg gaat naar het land dat God aan hun voorvaderen heeft beloofd, ontvangen zij van God via Mozes de basis voor hun wetgeving. Israël wordt opgeroepen om straks in het beloofde land ook goed met vreemdelingen om te gaan. De vreemdeling heeft geen volledige rechten, maar hij hoort er wel bij: Iemand die als vreemdeling in jullie land verblijft, mag je niet onderdrukken. Behandel vreemdelingen die bij jullie wonen als geboren Israëlieten. Heb hen lief als jezelf, want jullie zijn zelf vreemdelingen geweest in Egypte (Lev.19,33-34). En ook in Deuteronomium 10, 18-19 wijst Mozes het volk van Israël erop dat God vreemdelingen in bescherming neemt en hen van voedsel en kleding voorziet. Als Israël voor de vreemdeling zorg draagt, zal het hem goed gaan. Als hij dat niet doet, zal de HEER recht spreken (Mal.3,5).

 

Voor alle duidelijkheid: een vreemdeling (in het Hebreeuws ger) is in het Oude Testament iemand die in Palestina woont, maar geen Israëliër is. Het is trouwens opvallend dat de Here Jezus Zichzelf altijd als vreemdeling op aarde heeft beschouwd (Mat.8,20).

Het nieuwtestamentische woord voor gastvrijheid (filoxenia) betekent letterlijk: liefde voor vreemdelingen. Verschillende keren worden we in het Nieuwe Testament erop gewezen om gastvrij voor elkaar en voor vreemdelingen te zijn (Rom.12,13; 1Tim.5,10).

In de tijd na Jezus zijn de apostelen zelf van gastvrijheid en het liefdevol opnemen van de vreemdeling afhankelijk. Zeker in de latere tijd van vervolgingen. Door een vriend of vreemde gastvrij te ontvangen in je huis, ontvang je – zonder het weten - Christus (vgl. Heb.13,1-2).

 

Verleden en heden

In de zestiende en zeventiende eeuw trekt Nederland veel vreemdelingen aan. Zij komen af op de in ons land economische voorspoed en tolerante houding tegenover verschillende godsdiensten. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden groeit uit tot het centrum van de internationale handel en wordt tot een veilige haven voor andersdenkenden. Vanuit het zuiden, waar de Opstand tegen de koning van Spanje is begonnen maar uiteindelijk mislukt, migreren ongeveer 200.000 mensen naar het vrije, welvarende noorden. De meerderheid van hen is calvinistisch/protestants (Hugenoten).

Tijdens en na de Eerste Wereldoorlog neemt het aantal vreemdelingen weer sterk toe ten opzichte van de eeuwen ervoor. Duitsland is totaal berooid en de bevolking heeft het zwaar in deze periode. De situatie in Nederland is aantrekkelijk voor velen van hen. Hier is er veel vraag naar arbeidskrachten in fabrieken, mijnen en particuliere huishoudens.

De economische groei van ons land na 1960 trekt veel arbeidsmigranten aan. Zij komen eerst overwegend uit Europese landen (Duitsland en België), daarna van buiten Europa (Marokko en Turkije). Door de onafhankelijkheid van onze koloniën in Oost en West (Indonesië, Nieuw-Guinea en Suriname) zijn veel migranten uit die delen van de wereld naar Nederland gekomen. De ontwikkeling van de Europese Unie (EU) leidt tot de komst van inwoners van andere lidstaten (Polen).

 

Iedere vreemdeling brengt zijn eigen cultuur en godsdienst mee. Hoe gaan wij daar mee om? Velen laten zich daarbij leiden door angst. Maar leven in een multireligieuze en multiculturele samenleving biedt ook uitdagingen en mogelijkheden. Als christenen mogen we in navolging van het volk van Israël en in navolging van onze eigen voorouders de vreemdeling onder ons met bewogenheid en liefde opnemen in onze samenleving.

‘Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden’ (Mat.5,7).

 

Volgende keer: De naakten kleden.

 

ds. Jan K.C. Kronenberg, Leeuwarden

www.uitdekroontjespen.nl