Brandt Jean bood de politieagente, Amber Guyger, die werd veroordeeld vanwege moord op zijn broer Botham Jean, vergeving aan. Dit aanbod werd aanvaard, en er volgde een omhelzing. Zo bereikte vergevingsgezindheid haar doel. Daardoor kon er een proces van herstel op gang komen.

 

Overal waar berouw is en vergeving wordt geschonken, of waar eerst het aanbod van vergeving wordt gedaan en daarna berouw volgt, is een nieuw begin mogelijk. Bij oprecht berouw zal de dader dan ook bereid zijn al het mogelijke te doen om wat kapotgemaakt is, heel te maken, voor zover dat ooit helemaal mogelijk is.

 

Voornemen

Dit aanbod van vergeving is echter niet alleen een zaak van het verstand, maar ook van het hart. Daarin komt het gevoel mee. Zo'n geschenk blijft echter een geschenk, en kan niet zonder meer van iemand worden gevraagd.

Wel zal iedere gelovige bereid zijn de weg van vergeving te zoeken, ook al is die weg niet altijd even gemakkelijk. De «cursief» Heidelbergse Catechismus «einde cursief» spreekt over het vaste voornemen van een christen zijn naaste van harte te vergeven (126). Zo leert ook het evangelie: als de ander in berouw bij je komt en bereid is alles te doen wat in zijn vermogen ligt om de schade te herstellen, hoe kun je dan de ander blijven afwijzen?

In die zin spreekt de catechismus de Heiland na: Als uw broeder berouw heeft, ​vergeef​ hem. En zelfs als hij zevenmaal per dag tegen u zondigt en zevenmaal tot u terugkomt en zegt: Ik heb berouw, zult u het hem ​vergeven (Luc.17,3-4).

Als de schuldige partij zijn schuld erkent en oprecht berouw toont, en je absoluut nooit vergeving wilt schenken, is dat geen christelijke houding. Onverzoenlijkheid is een woord dat niet past bij een volgeling van Christus. Terwijl liefde tal van zonden bedekt, vergroot onverzoenlijkheid de veelvuldigheid van zonden, zo zei Søren Kierkegaard. En wie vergeving weigert 'vermeerdert de zonde, hij maakt dat ze groter lijkt. En bovendien, vergeving haalt het leven uit de zonde; maar vergeving weigeren is iets dat de zonde voedt.'

 

Last

Deze vergeving brengt voor de vergevende partij echter een last met zich mee. We kunnen ons dat voorstellen. Iemand is je duizend euro schuldig. Hij kan dat niet meer opbrengen. Je scheldt de schuld kwijt. Dan schiet je er zelf bij in. Dan moet je jezelf bepaalde dingen ontzeggen. Zo moest ook de koning die zijn rentmeester (zijn 'slaaf') een enorm hoge schuld kwijtschold, uiteindelijk zelf de gevolgen dragen van het falen van zijn rentmeesterslaaf (Mat.1823-35). Zo neemt ieder die zijn naaste vergeeft, een last op zich. Dietrich Bonhoeffer sprak over een zware last. Hij zei dat je daaronder zou bezwijken als je niet zelf zou worden gedragen door Christus die alle zonden op zich nam. Het vergeven van de schuld van de naaste is dan een vorm van lijden om wille van de naam van Christus. Het volgen van Jezus brengt last en lijden met zich mee. Vergeving schenken is in die zin niets anders dan het dragen van een kruis achter de Heiland aan.

 

Ander

Brandt Jean vergaf Amber de schuld die hem was aangedaan: hij moest zijn broer missen. Hij deed dat aanbod van vergeving zonder dat Amber daarom had gevraagd. Hij kon vergeving aanbieden met betrekking tot datgene wat zij hem als broer had aangedaan.

Maar wat hij niet kon, was een aanbod doen van de kwijtschelding van de schuld die Amber had jegens zijn broer Botham. Dat aanbod zou Botham zelf moeten doen, maar die kon dat dus niet meer. Hij was dood. Het berouw van Amber kon hem niet meer bereiken.

De enige die in dat geval vergeving kan schenken, is God. Amber kan dan niets anders doen dan haar schuld leggen in de handen van God. Dat is ook wat Brandt zei in de rechtszaal. Amber zou God vergeving moeten vragen. Zij zou het in zijn handen moeten leggen. En Brandt wist – zo zei hij – dat God haar dan zeker vergeving zou schenken, en dat zij dan rust zou ontvangen.

En dat is waar. Brandt Jean kon haar die rust niet geven, en kon kaar niet losmaken van de schuld die zij jegens zijn broer had. Alleen God kon haar van die schuld losmaken. Zo kon ook de moordenaar die samen met Jezus op Golgota werd gekruisigd, zijn berouw over zijn daden niet meer tonen jegens de mensen die hij had gedood. Maar toch, hij hád oprecht berouw. En daarom beloofde Jezus hem het paradijs. Zo kon ook Brandt aan Amber de verzekering geven, dat bij oprecht berouw en vertrouwen op God, Hij haar zeker vergeving zou schenken.

 

Ten slotte

In deze artikelen kwam naar voren dat Brandt Jean Amber de schuld kon vergeven die zij jegens hem als broer had. Hij kon echter de schuld niet wegnemen die zij jegens zijn broer heeft. Haar vraag om vergeving kan zij echter – met vertrouwen – leggen in de handen van God. Iets anders is de situatie waarin niet het slachtoffer dood is, maar de dader. Dan is in het verleden een en ander gebeurt, en het slachtoffer zou dat willen bespreken, en ook wel vergeving willen aanbieden, maar dat is dus niet meer mogelijk. Mogelijk daarover later.

 

D.J. Steensma, Feanwâlden