In de eerste week van de generale synode, van 12 - 15 november, zijn veel onderwerpen behandeld. Eerder hebt u onder andere kunnen lezen over de bespreking van het rapport van deputaten kerk en Israël, over de afvaardiging naar classisvergaderingen, over dans en drama, en over de oudedagsvoorziening van predikanten.

Na de bespreking van de oudedagsvoorziening van predikanten gaan we door met het onderwerp 'kerkjeugd en onderwijs'. Ds. Wouter Moolhuizen heeft ons aan de hand van een informatieve presentatie op een inspirerende wijze verteld over het onderzoek dat is gedaan onder onze kerken naar betrokkenheid van onze jongeren bij kerk en bij kerkelijke activiteiten.

Jeugd

Gelukkig is er bij de jongere jeugd grote betrokkenheid.  Hoe ouder de jeugd hoe sterker de zuigkracht van activiteiten buiten de kerk toeneemt en velen uiteindelijk – tot ons verdriet – de kerk de rug toe keren. Jongeren verlangen naar aandacht, willen gezien en betrokken worden. Dit al op jonge leeftijd, als we daar op inzetten kunnen we hier op latere leeftijd op doorbouwen. De beide jeugdbonden gaan ieder de helft van onze kerken bezoeken om met hen de resultaten van het onderzoek te bespreken. Ook onderwijs en studentenwerk behoren tot werkzaamheden van dit deputaatschap. Op verzoek van de vergadering gaan deputaten onderzoeken hoe we structureel met studenten in contact kunnen zijn. Ook wordt onderzocht of er een koepel van gereformeerd voortgezet onderwijs is evenals een koepel van protestants-christelijk voortgezet onderwijs. We willen via deputaten graag in gesprek met alle scholen voor christelijk voortgezet onderwijs die door onze kinderen worden bezocht.

Kerkorde

Binnen onze kerken hebben we regels afgesproken hoe we met elkaar omgaan en hoe we met zaken omgaan die afwijken van wat tot nu toe gangbaar is binnen ons kerkverband. Die regels hebben we samengevat in de Kerkorde. Inzichten wijzigen, nieuwe zaken zorgen voor voorstellen tot aangepaste of nieuwe regels, en dat betekent dat de synode hierover moet spreken, wel of niet aanpassen en opnemen. Niet het leukste deel van het synodewerk. Aan het eind van een bespreking van twee uur, onderbroken door een lunchpauze, over wat nu geldt als samenwerkingsgemeenten, stuitend op verschillen in regelgeving binnen de kerken, concludeerde de voorzitter dat het resultaat weer een echt een christelijk-gereformeerd product is. We hebben naar alle inbreng geluisterd, sprekers zijn samen om tafel gaan zitten, aan alle inbreng is recht gedaan en gaat dienen als opdracht voor de volgende commissie.

Evangelisatie

Het laatste onderwerp dat deze week aandacht heeft gekregen, is evangelisatie. Via een eigentijdse film hebben we inzicht gekregen in de geestelijke nood die er in Nederland is en getuigenissen gehoord van personen uit de doelgroep. De plannen zijn ambitieus, een heerlijk rapport om te lezen. Vanuit de vergadering zijn veel vragen gesteld, vooral aan de commissie die in zijn beoordeling veel terughoudender is dan deputaten. Helaas hebben we de bespreking niet kunnen afmaken omdat we deze laatste dag om 16.00 uur willen stoppen. Evangelisatie komt de tweede of derde vergaderweek weer op de agenda en krijgt daardoor dubbel aandacht. Prachtig want onze ongelovige buren, plaatsgenoten, landgenoten en wereldburgers vertellen over Jezus en over Gods liefde voor mensen is het wezenskenmerk van de kerk.

Intensief

De eerste week zit erop. Vier intensieve en lange vergaderdagen maken dat je zo aan het einde van de week blij bent dat het erop zit. Eind januari gaan we verder.

Hoe heb ik deze eerste week ervaren? Persoonlijk heb ik veel voordeel van zestien jaar gemeenteraadservaring en ben daardoor de manier van vergaderen gewend. Ik zie dan ook zeker niet op tegen synodevergaderingen. We zoeken samen het beste voor het CGK-deeltje van Gods wereldwijde KERK. De grote liggingsverschillen binnen ons deeltje van de KERK vragen om veel overleg, begrip voor elkaar en samen zoeken naar begaanbare wegen. Dit mag tijd kosten en daar heb ik graag tijd voor zolang de vraag vooropstaat: waar is de groei van het Koninkrijk het beste mee gediend?

Wim Hijmissen, Lelystad