Op D.V. zaterdag 1 februari wordt kand. R. de Jong, afkomstig uit de gemeente Broeksterwâld-Andreas en wonend in Dokkum, bevestigd als predikant van Urk-Ichtus, een gemeente die zo'n achttienhonderd leden telt.

 

Wanneer heeft u voor het eerst over Urk gehoord?

Tijdens mijn jeugd bezocht ik altijd trouw de bijeenkomsten van het LCJ. Deze werden ook regelmatig georganiseerd op Urk. Dit is mijn eerste kennismaking geweest met het vissersdorp. Tijdens mijn studie in Apeldoorn kreeg ik ds. H. Polinder als mentor toegewezen. Hij is predikant van de CGK Urk-Maranatha. Hierdoor leerde ik Urk op afstand beter kennen. Gedurende de periode waarin ik mocht voorgaan in onze kerken, heb ik de gemeenten op het voormalig eiland inhoudelijk leren kennen. Daarbij komt dat ik vorig jaar een seizoen belijdeniscatechese heb mogen verzorgen in de gemeente die ik straks mag gaan dienen: de CGK Urk-Ichthus. Op deze wijze ben ik een beetje vertrouwd geraakt met de Urker bevolking.

 

U krijgt als beginner een grote gemeente

Voor een kandidaat is dit inderdaad een gemeente van ongebruikelijk grote omvang. Dit heeft me -in de periode waarin ik de verschillende beroepen in overweging nam- ook sterk bezig gehouden. Toch hebben we heel duidelijk gezien dat God ons de weg naar deze gemeente wijst. Ik mag dan ook de herdersstaf opnemen in het vertrouwen dat Hij Die roept getrouw is en het ook zal doen. Ik ben een mens die geeft wat hij heeft en dat is genoeg.  

Daarnaast hoop ik dat het de weg van de Heere mag zijn dat op relatief korte termijn de resterende vacante plaats ingevuld wordt met een ervaren predikant.

 

Ook uw vorige beroep was niet doorsnee, toch lag uw uiteindelijke roeping daar niet.

Ik heb een kleine achttien jaar met ontzettend veel plezier bij de politie gewerkt. Het grootste gedeelte daarvan was ik werkzaam bij de recherche in de stad Groningen. Met name op die laatste periode kijk ik met veel voldoening terug. Toch weet ik me krachtig door de Heere geroepen tot een hogere taak, namelijk tot het predikantschap. Om die reden heb ik besloten om zes jaar geleden minder te gaan werken om daarnaast te gaan studeren. Dit heeft ertoe geleid dat ik nu de overstap maak van diender naar dienaar. Wel hoop ik dat ik mensen mag blijven arresteren, met Gods Woord als wapen. En bij de politie zeiden we altijd: met boeven vang je boeven.

 

U woont inmiddels al op Urk. Wat is als gezin jullie eerste indruk?

Onze eerste indrukken zijn hartverwarmend. We worden hartelijk ontvangen en gastvrij onthaald. Ik heb mijn hele leven in Friesland gewoond en merk dat er verschillende overeenkomsten zijn tussen Friezen en Urkers. We hechten beiden aan een eigen identiteit, zijn direct in de benadering en werken over het algemeen hard. Daarbij worden we gekenmerkt door een zekere nuchterheid en houden we niet van een dubbele bodem. 

 

Voelt u zich betrokken bij het vervolgde deel van de Wereldwijde kerk?

Als je door genade deel mag uitmaken van de Kerk (met een hoofdletter), kan het niet anders of je krijgt ook een betrekking op de vervolgde kerk. In feite geldt voor heel de kerk dat ze – naar Christus’ eigen woord - te maken zal krijgen met vervolging. We hebben in ons leven veel gereisd en daardoor ook kennis gemaakt met andere culturen. Dit leert je eigen (kerkelijke) cultuur enerzijds waarderen en anderzijds relativeren. Ook zorgt het ervoor dat je je meer betrokken weet op christenen buiten onze landsgrenzen, zeker als deze gelovigen blootstaan aan vervolging en onderdrukking. De vervolgde kerk heeft een nadrukkelijke plaats in onze gebeden. Daarbij steunen we doelen die zich richten op de kerk in de verdrukking.

 

Kunt u iets vertellen over uw afstudeerproject?

Mijn masterthesis richtte zich op het puritanisme. Deze kerkelijke stroming heeft mijn bijzondere interesse, naast mijn voorliefde voor Nederlandse oude schrijvers. Ik heb in het kader van mijn afstuderen onderzocht in hoeverre de biografie van puriteinen bepalend is geweest voor hun theologie. Daarbij heb ik de focus gelegd op de gebroeders Erskine en Samuël Rutherford, theologen van Schotse bodem. Ook John Bunyan – een Engelse puritein - heb ik bij dit onderzoek betrokken. Deze puriteinen hebben in grote mate te maken gekregen met persoonlijk lijden. Zo verloor Ebenezer Erskine zijn vrouw en zes kinderen. Drie van zijn kinderen overleden binnen één jaar. Zijn jongere broer Ralph moest maar liefst acht kinderen verliezen en verloor daarnaast ook zijn vrouw. Het is bijna onvoorstelbaar wat deze mannen hebben moeten meemaken. In hun dagboeken zijn sterfgevallen een terugkerend refrein. De conclusie van mijn thesis was dat de lijdenservaring van deze puriteinen in grote mate bepalend is geweest voor hun theologie. Met name zien we dit terug in hun pastorale theologie. Persoonlijk heeft het me veel te zeggen gehad hoe deze mannen omgingen met het lijden in hun eigen leven. Ze getuigen van een nauwe omgang met de Heere. Hoewel het te wensen is dat ons dit leed bespaard blijft, kunnen we van hun levenswandel veel leren.

 

Waar ziet u in uw predikantschap vooral naar uit?

In de eerste plaats kan ik mijn hart ophalen aan het onderzoeken van Gods Woord. In die zin blijf ik een rechercheur, aangezien dit Franse leenwoord ‘onderzoeker’ betekent. Daarnaast geeft het me veel voldoening om anderen te laten delen in de schatten die je zelf hebt ontdekt in de Schrift. Deze nieuwe en oude schatten uit te stallen voor de gemeente, maar vooral Jezus Christus te verhogen in de prediking is wel het hoogtepunt van het predikantschap. Daarnaast is het ook mijn verlangen om de gemeente in pastoraal opzicht te dienen en de sacramenten te mogen bedienen. Wat overblijft is de verwondering dat de Heere mij heeft geroepen tot dit heerlijke werk!

 

Krijn de Jong, Urk