Op zondag 22 maart wordt ds. Wim-kees van Slooten bevestigd en doet hij intrede in de CGK NGK Groningen Haren. Hij mag de nieuwe wijkpredikant worden van de Jeruzalemkerk in Groningen-centrum. Het is de gewoonte om ‘nieuwe’ predikanten te vragen of ze zichzelf en hun gezin willen voorstellen in ons blad. Nu is hij in de classis al bijna zeven jaar bekend als predikant van Mussel, toch hebben we hem een aantal vragen gesteld.

 

U komt niet nieuw in de classis. U kent Groningen dus al wel een beetje?

Zeker, en wel iets meer dan een beetje. Een van de goede dingen binnen onze kerken is dat we als plaatselijke kerken samen een verband willen vormen op grond van de Bijbel en belijdenis, en dat we daar ook werkelijk structuur aan geven. Dat is ook allemaal Bijbels. De classisvergadering, het coetus-overleg van predikanten, verder overleg, en het als classispredikanten in elkaars gemeenten voorgaan zorgt ervoor dat we met elkaar in Groningen eigenlijk één grote familie zijn, van broeders en zusters met hun kinderen in de Heere Jezus. En in Groningen voelt dat ook heel fijn. De onderlinge sfeer is bijzonder. Daarnaast zijn er ook nog veel familiebloedbanden. Ik voel me hier goed thuis, eigenlijk als een vis in het water. En wat heb ik hier in de regio veel mogen leren en ook weer mogen geven. Ik ga er graag in Gods kracht mee door.

 

U komt uit een familie van vishandelaren, las ik in het interview uit 2013, toen u predikant werd in Mussel. Spreken onderwerpen uit de Bijbel als de ‘wonderbare visvangst’ u extra aan?

Als je altijd aan de Noordzee gewoond hebt, en geleefd hebt van de opbrengsten uit de zee, spreekt dat zeker aan. En het visbedrijf, dat ik samen met mijn familie heb mogen opbouwen, is nog steeds volop actief. Al onze kinderen, behalve de jongste, werken ook op parttime basis voor het bedrijf, zij het op afstand. De oudste zoon gaat straks met zijn aanstaande terug naar het Noord-Hollandse om fulltime VSV te versterken. We leven dus ergens nog dagelijks met de zee en visserij.

Wat mij het afgelopen jaar bijzonder getroffen heeft in de geschiedenis van de wonderbare spijziging is dat ene zinnetje van de Heere Jezus richting Zijn discipelen als reactie op hun ongerustheid dat het al laat werd en niemand van de menigte nog gegeten had. Hij zei doordringend: ‘Geeft u hun te eten.’ Jezus zegt dat ook nu tegen Zijn volgelingen. Wat is er een honger naar Jezus en Zijn Evangelie, al weten vele ‘hongerigen’ dat nog niet. En wat is er veel van Jezus Overwinnaar Borg uit te delen. Bovendien, hoe heerlijk en nodig is dat. Ik bid de Heere dagelijks of Hij mij volop kracht blijft geven om daarin te mogen voorgaan, nu ook in Groningen-stad.

 

Mussel is een jonge plattelandsgemeente, Groningen een studentenstad. Dat is nogal een verschil. Hoe denkt u daarmee om te gaan?

Ik ben blij dat je het over Mussel als jonge plattelandsgemeente hebt. Mussel is het tegenovergesteld van vergrijsd. Het is een jonge, kinderrijke gezinskerk. Dat heeft mij ook wel gevormd in deze eerste gemeente van ons. Ik hoop daarvan mee te mogen nemen.

En studenten? Ja, die zullen er meer in Groningen zijn dan in Mussel. Ik zie ernaar uit om ze te leren kennen. Hoe mooi en belangrijk om bij te dragen aan persoonlijke geloofsgroei van jonge mensen. Ze zijn het zout, en lichtend licht voor waar ze morgen en overmorgen maar leven en werken. Wat heeft onze wereld dat nodig. Ik verlang het volle, heerlijke, ook radicale, en confronterende Evangelie dichtbij te brengen. Dat vergt inlevingsvermogen, altijd dialoog, toenadering aan de ene kant. En aan de andere kant is Gods woord heilig, zo uniek, volop zelfwerkzaam onder de leiding van Gods onweerstaanbare Geest.  De Heere doet het. Ik bid maar of Hij mij kan gebruiken om wie maar ook voor te gaan en steeds weer bij Jezus en Zijn Koninkrijk te brengen.

 

In Mussel was u de enige dominee. In Groningen zult u moeten samenwerken met een collega, misschien wel met twee. Hoe kijkt u daar tegen aan?

Heel positief. Toen de Heere Groningen op ons pad bracht was dat juist een aangename verrassing. Met ds. Rik Bikker heb ik al veel gesproken, besproken, gedaan en geregeld. En dat voelt goed. Onze nauwe samenwerking is ook belangrijk voor een gemeente van ruime 2000 leden. Ook de kennismaking met het team kerkelijk werkers vond ik geweldig. En verder zijn er nog zoveel meer ‘teams’ actief binnen Groningen Haren. Ik heb er veel zin om samen met velen in de Naam van Jezus te mogen werken en iets te mogen betekenen voor kerk, stad en land.

 

Welk onderdeel van het werk als predikant trekt u het meest?

Daar ben ik minder uitgesproken over. Ik voel mij geroepen als herder en leraar, die vooropgaat, maar ook graag midden tussen de gemeenteleden in staat, die samen met hen Jezus en Zijn plan zoekt, samen van Hem en Zijn genade leeft en Zijn Koninkrijk bouwt en van betekenis is voor de wereld. Verkondiging zonder pastoraat lukt mij niet. Pastoraat zonder verkondiging ook niet. De werkdruk en alles kan een gevaar zijn dat ik de gemeente niet persoonlijk zal leren kennen en dat zomaar mijn pastoraat ondersneeuwt.  Dat wil en kan ik niet. Als Gods voornaam is ‘Ik ben ervoor jou’, heb ik Hem ook persoonlijk te brengen in de gemeente. Dat wil ik ook graag. Dat is mijn passie.

 

Hoe vindt uw gezin het om te verhuizen van het platteland naar een drukke stad?

We komen uit het Westen en zijn dus wel al wat van het stadse gewend. Maar eerlijk is eerlijk, we houden wel van de rust zoals je dat op het platteland hebt. We zijn blij met ons huis in Groningen-zuid. In een kwartiertje op de fiets ben je in het hartje centrum en bij de kerk. Maar ons tuinhekje uit, wandel je ook zo mooi Drenthe binnen.

 

Besteden u en uw vrouw tijd aan hobby’s? Of aan vrijwilligerswerk?

Vrijwilligerswerk naast mijn predikantschap wordt ‘m niet. Dat mooie werk kost je wekelijks toch wel zestig uur. Maar ik mag het vrijwillig met veel liefde van de Heere! doen. Mijn vrouws passie is gezond eten en leven. Naast haar medische achtergrond heeft ze de laatste jaren een aantal cursussen gevolgd en werkt ze nu als leefstijlcoach. Beide houden wij wel veel van lezen en van Zwitserland!

 

Neemt u in de vakantie ook studieboeken mee?

Ja, altijd wel. Van de Heere en Zijn Koninkrijk meer leren, weten en kennen is zo prachtig. Ik kan niet zonder. Maar het mooiste studieboek op vakantie is altijd weer Gods Schepping. Samen met mijn gezin daarvan genieten is heerlijk!

 

U blijft in Noord-Nederland. Blijkbaar spreekt het karakter van de mensen in het Noorden u aan. Hoe zou u dat karakter willen beschrijven?  

In de eerste plaats blijven wij in het Noorden omdat de Heere dat zo wil. Hij heeft ons naar Groningen-stad geroepen. Maar ondertussen voelen we ons echt wel thuis bij de Groningers. Vaak zijn Groningers best nuchter, en wat kalmer. Dat past wel bij een drukke en aanwezige dominee. Ja, zo kunnen we elkaar een beetje compenseren. En een geintje op zijn tijd mag van de Groningers ook wel, ja. Er gaat niets boven Groningen, op Noord-Holland na! Haha! 

 

Janneke van der Molen, Bierum