Wellicht herkent u het wel. Dat je iets verlangt en ernaar handelt terwijl je weet dat God dat niet goed vindt. Ook omstandigheden kunnen verlangens in ons wakker maken. Verlangens die we zelfs niet eens vermoed hadden.

Zoals het verlangen om in corona-tijden te gaan hamsteren ten koste van anderen. Op zich is het hamsteren begrijpelijk, want ten diepste is het een verlangen naar veiligheid. En met dat laatste is op zichzelf niks mis.

Wanneer we toegeven aan gedragingen of gedachten die immoreel zijn,  wijten we dat vaak een gebrek aan wilskracht.  Maar volgens de theoloog James Bryan Smith* (VS) bestaat er niet zoiets als wilskrácht. Je wil is niet zo zeer een kracht maar meer een soort scharnier dat alle kanten op kan, afhankelijk van een veelheid aan invloeden (lichamelijke toestand, mensen om je heen, je denken en geschiedenis etc.).

Levenslust

Dan lijkt het dus dé oplossing om je verkeerde verlangens dan maar te ‘doden’. Dan ben je er maar van af.  Maar dat is te snel geconcludeerd. Zonder verlangens zouden we ons bed niet eens meer uitkomen. Verlangens uitroeien, als dat al kan (daarover zo meer),  is met het badwater het kind weggooien. Verlangens bevatten nou juist levenslust en zin.

Met  alleen maar ‘wil’ of ‘wilskracht’ (zo die laatste al bestaat, maar oké) redden we het ook niet. Discipline is niet het toverwoord. Ja, we zien om ons heen dat we daarmee een heel eind komen. Ook Jezus legde een zekere discipline aan de dag om tijd met God door te brengen. Maar discipline is niet hét fundament. Dat fundament is nou juist verlangen, al of niet gezuiverd.

Discipline en wil kunnen namelijk ook desastreus uitwerken. Je kunt er anorexia mee in stand houden. Of er burnout door raken.  Je kunt blind zijn voor je relaties vanwege je op extreme verlangen naar succes. Of denk aan dwangmatige perfectie die gepaard gaat met kritiek op anderen.  Ook kan er sprake zijn van een te grote behoefte aan macht waardoor je over grenzen gaat. Of wat te denken van streven naar steeds meer geld zodat je gaat oppotten. Ook zorgzaamheid kan ontaarden in bedilzucht.  Verlangen naar veiligheid slaat zomaar om in dwangmatige controle. Onze wil en onze discipline krijgen dan iets fanatieks of drammerigs.  En daarmee verdwijnt onze vrijheid. Je zult en je moet immers? En dat leidt juist tot verlies van levenslust. En  zowel wijzelf als onze omgeving zullen eronder lijden.  Emeritus  hoogleraar spiritualiteit en psychologie D.G. Benner (VS) stelt in zijn boekje <<cursief openen>> Verlangen naar Gods wil **  <<cursief sluiten>> dat onze wil dan niet door liefde wordt gedreven  maar door ons  ‘ik-koninkrijkje’.

Doden?

Maar als het bij onze wil zo draait om ons ‘ik’ en onze te grote drammerigheid inzake macht, bezit, eer of eigen veiligheid in corona-tijden, moeten we dan maar niet op een of andere manier onze  verlangens hiernaar zien te doden? Of aan God vragen of Hij met een magische knip van zijn vingers dit maar even fikst? Wie duizend keer hiervoor heeft gebeden, weet wel beter. Die kan na al dat vruchteloos bidden zomaar de aanklager op zijn dak krijgen. Die ons influistert dat je niet genoeg van God houdt of geen echt kind bent van Hem.

Onderdrukking of ontkenning van deze vitaliteit blijkt ook vanuit psychologisch oogpunt gevaarlijk. De energie ervan hoopt zich toch heus wel ergens in ons op en die kracht kan zomaar tot uitbarsting komen, links- of rechtsom.

Een ding is wel duidelijk: we kunnen niet zonder verlangens, ze betekenen levenslust. Maar evengoed kunnen verlangens onze vitaliteit  juist  ook weer de das omdoen. Vitaliteit verandert in obsessie. Zoals Benner schrijft: ‘Verlangen naar welvaart leidt tot hebzucht, jaloezie en ontevredenheid. Verlangen naar macht ondermijnt medelijden, net zoals verlangen naar reputatie zelfingenomenheid voedt. Verlangen naar respect leidt tot een over-investeren in een imago.’

Onderweg zijn

Verlangens vormen dus onze levenslust. Ze maken dat we op weg gaan, of het nou gaat om plat genot of een hoog ideaal. Om machtswellust of zorgzaamheid. Het op weg gáán is wat ons ten diepste boeit, niet het aankomen  op de bestemming zelf. Zoals een gezegde luidt: het verkrijgen van de zaak is het eind van het vermaak. Dat onderweg zijn, dat verlangende, heeft God in ons gelegd. Met gezond verlangen naar macht is niks mis, wel met machtswellust. Zorgzaamheid is oké, maar bedilzucht niet. Verlangen naar veiligheid is prima, maar hamsteren niet. Hoe dan de goede maat te houden?

Verlangens moeten niet zozeer gedood worden als wel gezuiverd, schrijft Benner. Door naar God zelf te leren verlangen. Maar hoe dan? Ben ik dan toch alsnog afhankelijk van die magische vingerknip van God? En hoe kan ik naar God zelf verlangen als ik helemaal niet naar Hem verlang en veel meer naar andere dingen verlang? Hierover de volgende keer.

Nynke Sikkema-Holwerda, Harderwijk

*J.B. Smith, God is goed, Uitgeverij Gideon

**D.G. Benner, Verlangen naar Gods wil, Uitgeverij Coconut