Vorig jaar verscheen een bundel bijdragen over de uitleg van het Nieuwe Testament. De bijdragen zijn van de hand van dr. D. Holwerda (1920-2011). Dr. Holwerda was hoogleraar Griekse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Vanwege zijn kennis van het Grieks kon hij vaak – zo lezen we ook op de achterflap van het boek – tot verrassende gezichtspunten komen in de uitleg van het Nieuwe Testament.

 

De bundel bestaat uit vier delen. Het eerste deel gaat over de uitleg van afzonderlijke teksten. Dit deel beslaat maar liefst bijna vijfhonderd bladzijden.

Daarna volgt een deel over de woordenschat van het Nieuwe Testament, en wordt geschreven over bijvoorbeeld de woorden 'vervulde blijdschap', 'geloofsgenoten', 'heerlijkheid', 'genade' en 'waarheid'. Ook zijn er een vijftigtal bladzijden gewijd aan taalkundige kwesties.

Het laatste deel van de bundel handelt over het spreken van het Nieuwe Testament over de vrouw in ambt en huwelijk. De hoofdbedekking die de vrouw volgens Paulus moest dragen (1Kor.11,10), was, zo lezen we, niet zozeer een teken van haar onderwerping aan de man, maar een teken van haar heerlijkheid en gezag over haar minderen.

 

Vrouwelijke ambtsdragers

In deze bundel is ook de nota opgenomen die dr. Holwerda schreef over vrouwelijke ambtsdragers, toen hij deel uitmaakte van een commissie die daarover advies moest uitbrengen. Voor deze nota bleek veel belangstelling te bestaan toen zij in 1976 bekend werd. Mooi dat wij via deze bundel daarvan kennis kunnen nemen. Inderdaad, een waardevolle nota!

Altijd is in de oudheid ervan uitgegaan dat in het huwelijk de man bepalend is, en gezag heeft. Paulus deed echter – zo verklaart Holwerda – een heel bijzondere uitspraak toen hij niet alleen zei dat in Christus noch man noch vrouw is, maar ook dat een ongelovige man geheiligd is in zijn vrouw (1Kor.7,14). En als de apostel over een aantal vrouwen in de gemeente van Rome getuigt dat zij zich veel moeite hebben gegeven in de Here, gebruikt hij een uitdrukking die duidt op het gehele zendings- en gemeentewerk. Zo pleegt hij deze uitdrukking te gebruiken op andere plaatsen.

Voor de diakenen ligt de zaak duidelijk: er waren vrouwelijke diakenen. Voor oudsten is het minder duidelijk. Maar uit het feit dat die niet worden genoemd mag niet de conclusie worden getrokken dat Paulus dat niet zou hebben toegestaan. Er zijn meer zaken die niet uitdrukkelijk in het Nieuwe Testament worden genoemd, en die wij in onze kerkelijke praktijk heel gewoon vinden.

Maar Paulus zegt toch ook dat vrouwen in de gemeente moeten zwijgen? Interessant is de uitleg van deze tekst (1Kor.14,34). Paulus zou niet bedoelen dat vrouwen over het algemeen zouden moeten zwijgen. Hij had immers al eerder geschreven over het profeteren van vrouwen in het midden van de gemeente. Maar hij zou vrouwen hebben verboden om in tongen te spreken. Dat zou niet betamelijk zijn. Glossolalie gaat met geestvervoering gepaard. 'Deze geestvervoering kan vooral bij vrouwen, die van nature vaak emotioneler zijn dan mannen en zich meer laten gaan, gemakkelijk leiden tot verlies van de zelfcontrole.' Dat zou niet stroken met de eerbaarheid.

 

Consulteren

Maar Paulus zegt toch ook dat als vrouwen iets willen leren zij dat aan haar eigen mannen moeten vragen? (1Kor.14,35). Dit leren zou een 'consulteren' zijn. Gebruikelijk was dat hoorders van de boodschap de prediker consulteerden over de praktische toepassing daarvan. Een prediker had de Schrift uitgelegd, en daarna dringen de vrouwen zich om hem heen om hem te vragen naar de praktische toepassing daarvan. En dat in een tijd waarin het contact tussen mannen en vrouwen niet zo vrij was als in onze tijd. Zelfs heel beperkt. Alleen vrouwen met een niet al te beste reputatie discussieerden  met mannen. De motieven waarmee vrouwen een prediker consulteerden, konden velerlei zijn… In zijn brief aan Timoteüs spreekt Paulus ook over weduwen die de huizen langs gingen (1Tim.5,13), en blijkbaar elke gelegenheid aangrepen om een man om advies te vragen in geestelijke zaken. Paulus waarschuwt zijn jonge vriend. Denk erom: hun motief kan zijn dat ze een man aan de haak willen slaan. Holwerda biedt veel om over na te denken.

 

Gelukkig

Deze bundel is een tweede aangevulde en herziene uitgave. De eerste editie verscheen in 1998. Mooi dat Uitgeverij Van Wijnen deze heruitgave heeft verzorgd.

Wat dr. Holwerda opmerkt in het 'woord vooraf' van de eerste uitgave is prachtig, namelijk dat zijn bestudering van Gods Woord hem 'onnoemlijk gelukkig' heeft gemaakt. Ja, als je dat kunt zeggen … Hij getuigt van 'de liefde voor God en Zijn Woord, mij door mijn ouders bijgebracht'. Zijn vader was predikant, en een oudere broer ook. Hij koos voor de studie Grieks. Mooi dat je dan zo je kennis kunt inzetten voor een dieper verstaan van het Nieuwe Testament. Inderdaad, de Schrift opent vergezichten. Wie houdt van de bestudering van het Nieuwe Testament, kan delen in het geluk dat prof. Holwerda eens daarvan genoot.

 

D.J. Steensma, Feanwâlden

 

Naar aanleiding van D. Holwerda, De Schrift opent een vergezicht. Gebundelde bijdragen tot de exegese van het Nieuwe Testament. Tweede aangevulde en herziene uitgave, Van Wijnen: Franeker, 2019, 720 blz., € 49,50, ISBN 9789051944488