Jacques Ellul (1912-1994) was een briljante Franse geleerde: jurist, socioloog en theoloog. Hij schreef onder andere vooral over techniek en macht. ‘De grote stad’ schreef hij tussen kerst 1947 en Pasen 1951. Dit is de eerste Neder-landse vertaling van deze bijzondere en belangrijke studie. Ellul noemt de stad het teken van de wereld. Hij bedoelt daarmee dat zij staat voor de vijandschap tegen God. Ze is uiting van de menselijke hoogmoed.

De schrijver illustreert dat door erop te wijzen dat de eerste stad gebouwd werd door Kaïn en de tweede door Nimrod. Bovendien geeft hij veel aandacht aan Babel, want die stad is dominant aanwezig vanaf Genesis tot en met Openbaring. Ze staat model voor alle steden. De beschrijving van Babel (Rome) in het slot van het laatste Bijbelboek maakt duidelijk wat de zonde van de stad is: als god willen zijn. Zelf het geluk willen maken door geld en macht, ongekende welvaart. Maar hoe zit het dan met Jeruzalem? Ellul toont aan dat de Bijbel van deze stad een gemixt beeld geeft. Ze is door God uitgekozen als de plaats waar Hij wil wonen. Maar tegelijkertijd is ze als alle andere steden. Door profeten wordt ze soms zelfs met So-dom vergeleken. Deze studie is uiterst kritisch op de mens die denkt dat hij zijn eigen wereld kan en mag bouwen, in de stad van de mens. Maar Ellul eindigt verrassend positief, met het nieuwe Jeruzalem, zoals de Bijbel in Openbaring 21 en 22 doet. Weliswaar heet ook deze stad Jeruzalem, maar ze is wezenlijk anders. Het is Gods stad die neerdaalt vanuit de hemel. In deze stad is, als een wonder van genade, de zondige mens met al zijn werk opgenomen. Het is een stad zoals er nooit door mensen gebouwd is, of kon worden gebouwd. Het is de hofstad, die paradijs is. Alleen door God zelf wordt alles anders en nieuw. Dat perspectief biedt Ellul in zijn diepgravende studie.

D. Visser, Amersfoort J

acques Ellul, De grote stad. Een bijbels perspectief, vertaald door Marianne van Reenen, Middelburg: Skandalon 2020, 272 blz., € 27,50, ISBN 9789492183903.