Lang geleden vroegen Joodse geleerden zich af:

Waarom maakte God de vrouw uit de rib van de man?

Best een interessante vraag. Temeer omdat er momenteel

allerlei vragen leven met betrekking tot de positie van de vrouw in gezin, maatschappij en kerk.

Daar komt nog een vraag bij: Waarom werd Eva niet net als Adam gevormd uit klei?

Misschien haak je nu af bij het lezen van bovenstaande, omdat je zulke vragen niet behoort te stellen, maar dan vraag ik je toch om nog even verder te lezen.

 

De Joodse geleerden kwamen tot de volgende slotsom:

God maakte de vrouw niet uit de voeten van de man, want dan had hij gedacht dat hij haar als voetveeg kon gebruiken.

Hij maakte de vrouw niet uit het hoofd van de man, want dan had zij gedacht dat ze alles beter wist.

God maakte daarom de vrouw uit de rib van de man: tussen hoofd en voeten van de mens, maar vooral dicht bij zijn hart.

De liefde tussen twee mensen is een van de allermooiste dingen. Ze weerspiegelt de liefde van God voor de mensen.  

 

In Engeland schreef iemand: Toen Adam de vrouw voor het eerst zag zei hij: ‘Wow man’. En daardoor kreeg de vrouw haar naam ‘woman’. Bijbelse (Engelse) humor.

 

Toch, wanneer je al deze woorden in je laat bezinken, besef je iets van het mooie en grote plan van de Heer. Juist door een eigen rib van Adam te nemen werd Eva de gelijke aan hem. Samen zijn ze een eenheid, worden ze concreet één. Verbonden in liefde tot elkaar en gelijkwaardig aan elkaar.

Zo moet het zijn op deze wereld, maar wat is het in de loop der tijden enorm misgegaan. Wekelijks hoor je van vernedering, achterstelling, machtsposities, uitbuiting, intimidatie en ga zo maar door. Op de werkplek, in de sport, in het gezin, ja zelfs in de kerk.

Wat moet God daar een verdriet van hebben, zo anders dan Hij het had bedoeld.

 

Wanneer we verder nadenken over Gods bedoeling met de mens m/v, zien we door heel de Bijbel heen allerlei voorbeelden van mannen én vrouwen die op hetzelfde terrein actief waren. Als strijder, verzorger, rechter, kerkleider en helper. Als voetenwasser en toonaangevende echtgenote. Gaven werden benut. Zegen rustte op hun werk. Wat leren we daaruit?

 

Die eenheid van het huwelijk is ook het beeld van het bruid zijn van de christelijke gemeente, met Jezus Christus als de Bruidegom. De eenheid met Hem krijgt vorm vanuit ons hart. Wanneer we ons leven door Hem laten richten, leven we anders dan de wereld om ons heen. Laten we iedereen tot zijn of haar recht komen. Geven we ruimte, laten we ieders stem meetellen. Ontdekken we ieders gaven. Leggen we elkaar niet het dragen van een keurslijf op. 

Is dat aan ons te zien, in ons persoonlijk leven, maar zeker ook in ons kerkelijk samenleven?

Misschien is deze coronatijd wel juist een kans voor ons als gemeenten om vaste patronen te doorbreken en nieuwe mogelijkheden te onderzoeken.

 

Art van der Molen, Bierum