Mooie titel: Identiteit in Christus. Maar waar gaat dat over? Identiteit is een modewoord. Het duikt op vele plekken op. Bijvoorbeeld in het woord identiteitspolitiek. En we kennen de term nationale identiteit. Nederland ‘schrok’ toen koningin Maxima in 2007 zei: ‘Dé Nederlander bestaat niet’. Of je krijgt te horen dat het erom gaat je ‘identiteit’ te ontdekken (of daaraan te werken). De vraagtekens stapelen zich al op na alleen al het lezen van de vorige zin. Laat staan als we het woord identiteit verbinden met Christus. Wat heeft ‘mijn’ identiteit te maken met een ander, in dit geval Jezus Christus?

 

Paspoort

Ik ben een Nederlander. Ik kan mijzelf identificeren als Nederlander door het tonen van mijn paspoort. Iemand – van de douane bijvoorbeeld – klapt het roodgekleurde boekje open, kijkt me aan en zegt: jij bent Nico Vennik. Mijn identiteit is blijkbaar dat mijn gezicht in overeenstemming is met een pasfoto. Ik heb een paspoortnummer en een naam. Maar hoezeer ik ook geïdentificeerd ben, die douanier kan mij en anderen niet vertellen wie ik bén. Hij moet zich beperken tot land en naam. En, vooruit, hij weet mijn lengte (1,78 m).

 

Ergens bij horen

Laat ik de vraag eens stellen aan een socioloog. Wat is identiteit? Die kijkt ietsje verder dan die ene persoon Nico. Identiteit is niet iets wat ik zomaar vast kan pakken. Het heeft te maken met de mensen om me heen. Ik heb relaties (vrouw, familie, collega’s). Ik heb  bepaalde opvattingen (politieke mening, geloofsovertuigingen). Ik heb een bepaalde geschiedenis (jeugd, schooljaren, meer of minder ingrijpende gebeurtenissen). En mijn identiteit wordt bepaald door de groep(en) waartoe ik behoor. Ik ben vader, opa, voorganger. Mijn identiteit, zou je kunnen concluderen, wordt bepaald door mijn omgeving. Maar dat is deels het geval. In mijn jonge jaren kan ik wel dezelfde politieke opvatting als mijn vader hebben gehad, maar die opvatting kan veranderen. Ik kan andere accenten hebben aangebracht of ben er helemaal anders over gaan denken. Mijn identiteit wórdt gevormd maar tegelijk ben ik ook zélf vormgever van wie ik ben. Ik heb, al zoekend, keuzes gemaakt. Heb me aan een aantal zaken verbonden. Heb mijn plek in de wereld, in mijn wereldje, ingenomen. En vanuit die ‘plek’ treed ik met andere mensen in contact. Ik hoor ergens bij (of niet).

 

In Christus

Wat is dan identiteit in Christus? Dat heeft ook te maken met ergens bij horen. Ik hoor bij  Iemand (met een hoofdletter). Je weet nog niet genoeg van mij als je in mijn paspoort kijkt. Ook niet als je mijn sociologische plaatje hebt getekend. Of – er zijn zoveel mogelijkheden – mij psychologisch in beeld hebt gebracht (in hoeverre ik zelfvertrouwen heb of wat mijn zelfbeeld is). Zoals ik in contact met andere mensen of groepen van mensen ‘vorm’ geef aan wie ik ben zo is er óók – en vooral - de invloed van de Here Jezus. Zijn er zijn woorden over o.a. het Koninkrijk van God en zijn daden van genezing, bevrijding, luisteren, overgave, bidden die me ‘vormen’. Nodigt Hij me (telkens) uit om Hem te volgen. Ben ik de leerling geworden die een levenslange vormingscursus bij Hem volg. Bij Hem horen heeft gevolgen voor mijn ‘plek’. Voor mijn identiteit. Het betekent nogal wat voor ‘mij’ als ik mag horen dat mijn zonden vergeven zijn (een drastische wijziging in bijv. het psychologische beeld van gebukt gaan onder schuldgevoel naar bevrijding, in de ruimte gezet zijn). En wat zou de uitwerking zijn op de verbanden (groepen) waarbinnen ik leef. Als ik leef van vergeving kan ik van Hem leren een oordeel op te schorten of te laten vallen en genadig met een ander om te gaan. Zoek ik onder aansporing van Jezus misschien wel mensen of groepen van mensen op die tot nu toe buiten mijn gezichtsveld stonden. Leer ik van Hem dat er nog stappen te zetten zijn in mijn leven. Ontdek ik dat ‘identiteit in Christus’ niet alleen een gepasseerd station is maar ook een weg waarop Hij met mij wandelt en waarop ik mag en moet groeien. Een weg waarop ik getroost wordt én uitgedaagd. Hoor ik op die weg de apostel Paulus: Volg de weg van Christus Jezus, nu u Hem als uw Heer aanvaard hebt. Blijf in Hem geworteld en gegrondvest… (Kol.2,6-7a). Identiteit in Christus: een nieuwe schepping (1 Kor.5,7). Zo las ik het onlangs: ‘God schiep de mens naar zijn beeld. Dat wil zeggen, de Schepper schiep zich een Schepper.’ Onvoorstelbaar! Mijn identiteit: Gods medearbeider. Want Hij heeft ons gemaakt tot wat we nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid (Ef.2,10)

 

N. Vennik, Zwolle