Een jaar of vijf geleden was er een periode dat de discussie over schepping en evolutie constant opnieuw oplaaide. Elke drie maanden stonden de opiniepagina’s in het ND er vol mee. De toon die er over en weer in het ND werd aangeslagen, irriteerde me zo dat ik mijn abonnement (tijdelijk) heb opgezegd. Het ging er alleen maar om anderen te overtuigen van het eigen standpunt. De vraag naar de betekenis van Genesis 1 – 3 voor ons leven en deze wereld werd te weinig gesteld. Sindsdien heb ik er niet meer over gelezen. Ik twijfelde dan ook toen er een recensie-exemplaar van het boek Schepping en val in mijn brievenbus lag. Ik wilde het boek eigenlijk al aan een ander redactielid geven, maar heb het toch gelezen… In twee artikelen deel ik graag iets over het boek.

 

Het boek is een (door prof. dr. G.C. den Hertog) vertaalde uitgave van de colleges die Bonhoeffer in 1932/33 over het thema zonde en val heeft gegeven. Historisch gezien was het nogal wat dat Bonhoeffer hierover college gaf in de jaren dertig. Scheppingsorde was een beladen term in het Duitsland van die dagen. Maar tegen die ideologie neemt Bonhoeffer in dit boek geen stelling. Hij gaat op zoek naar de theologische betekenis van de hoofdstukken voor ons leven en voor deze wereld.

 

Insteek

Bonhoeffer sluit in zijn benadering van Genesis 1 – 3 aan bij Karl Barth. God begint door te spreken. Alleen Hij kan zijn woord spreken. Zo komt Bonhoeffer tot zijn theologische uitleg van Genesis 1 – 3. Hij maakt zo duidelijk dat systematische theologie alleen beoefend kan worden in een aandachtig luisteren naar de Bijbel. Genesis 1 – 3 zijn alleen vanuit Christus te begrijpen. Het begin is de diepste passie van het denken van de mens. Maar omdat het begin oneindig is, kunnen we het wel benaderen, maar nooit bereiken. God is namelijk het begin. En voor de mens van deze tijd is dat begin alleen vanuit het einde te kennen. Het begin, het nieuwe, is alleen vanuit Christus kenbaar.

 

Twee keer de schepping

Genesis 1 en 2 bieden eigenlijk twee verschillende beschrijvingen van de schepping. Als we die hoofdstukken bestuderen, dan wordt zichtbaar dat het eerste en tweede bericht weergaven van één zaak zijn, vanuit twee gezichtspunten. Het eerste zonder het tweede zou net zo min als het tweede zonder het eerste ten volle verwoorden wat hier te zeggen is. Het eerste bericht denkt helemaal van boven af, van God uit – de mens is hier het laatste werk van de zelfverheerlijking van God. De wereld is voor God, alleen tot eer van Hem geschapen en de mens is het kostbaarste stuk aardewerk, de spiegel van de Schepper zelf. De wereld blijft hier ondanks de schepping een diepe, vreemde, verre wereld die op afstand blijft. De mens is er voor God. Het tweede bericht gaat juist om de nabije wereld en om God die Heer van nabij is – op de aarde. God is er voor de mens. Als nabije en vaderlijke God (pag. 75-76).

In deze beschrijving is het Bonhoeffers doel om met betrekking tot de schepping niets anders te zeggen dan de Schrift doet. Zo redt hij het om weg te blijven bij vragen naar historiciteit. Die doen er niet toe. En dat heeft vast te maken met de tijd waarin dit boek geschreven is. De vragen van vandaag waren toen veel minder aanwezig. Wat helpt in de benadering van Bonhoeffer is dat hij juist zoekt naar wat de Schrift wel wil zeggen. En dan gaat dat onderscheid tussen Genesis 1 en 2 ineens op een schitterende manier open.

 

Zonde

Dat geldt ook voor de beschrijving van de zondeval in Genesis 3. De Bijbel geeft ons geen informatie over de oorsprong van het kwaad, het is er. En de verzoeking waar de mens aan bezwijkt komt niet van ‘buiten’ zijn werkelijkheid. Nee, de zondeval voltrekt zich midden in de schepping. Zo kan de mens zich op geen enkele manier vrijpleiten. Wat er gebeurt, is dat de mens het Woord van God in de mond neemt. De mens wordt door de vraag van de slang ineens rechter over Gods Woord. Hij moet het beoordelen en op waarde schatten in plaats van het eenvoudig te doen. Zo is Gods Woord niet bedoeld. Alleen God kan zijn woord spreken en Gods spreken is begin van alles. Zo is de mens niet meer alleen maar beeld van God. Zo toont de mens een mens als God te willen zijn. De mens komt in het midden te staan, leeft vanuit zichzelf en zoekt door vroomheid terug te gaan achter het gegeven woord van God en zo kennis over God te vergaren. Daar wordt de zonde zichtbaar. Voor deze zonde is, juist omdat ze midden in de schepping ontstaat, geen enkele verontschuldiging.

 

Zo schrijft Bonhoeffer over de schepping en de val. Op een boeiende manier. Het is niet overal even gemakkelijk te volgen, maar wel uitermate boeiend. Het spreekt op een heel andere manier over Genesis 1 – 3 dan de laatste jaren is gedaan. En daar kunnen we wat mij betreft allemaal wat van leren.

 

Wouter Moolhuizen, Hoogeveen

 

n.a.v. Dietrich Bonhoeffer, Schepping en val, KokBoekencentrum: Utrecht 2020, 128 blz., € 19,99, ISBN 9789043534451