Kinderen willen graag voor in de kerk zitten. Dan kunnen ze alles goed zien en voelen ze zich betrokken. Zoals kinderen ook graag op school het hulpje willen zijn en naast de juf willen zitten. Als je ouder wordt, verandert dat vanzelf. Op de middelbare school wil er niemand voorin zitten. Achterin, zo ver mogelijk bij de docent vandaan.

 

In de kerk zitten mensen ook graag het liefste achteraan. Ik heb dat lang vreemd gevonden. In het theater wil je graag de beste plaatsen – en in elk geval niet achteraan zitten. Bij een concert doen mensen er van alles voor om zo ver mogelijk vooraan te staan. In het voetbalstadion betaal je meer voor de plaatsen met het beste ‘zicht’. Wat zegt dat?

 

Niet leuk

De kerk is voor mensen – jong en oud – kennelijk helemaal niet te vergelijken met het theater of een concert. Dat zijn uitjes waar je zelf voor kiest, waar je voor betaald hebt en waar je waar voor je geld wilt. De kerk is veel meer te vergelijken met school. Iets waar je naartoe gaat omdat het moet. Niet elke dag met tegenzin, niet onder dwang – het hoort er gewoon bij. Je doet het en het is prima. En hoe ouder je wordt, hoe meer je vaak zelf het belang van dat onderwijs inziet en hoe meer je een leven lang blijft leren.

 

Maar dat besef is er bij jongeren nog lang niet. We zijn in Hoogeveen bezig met het opstarten van de avonddiensten. In dat hele proces werd er gevraagd wat er nodig was om jongeren naar die diensten te laten komen. Op catechisatie sprak ik erover met een groep. Het antwoord was keihard, maar wel eerlijk: doe geen moeite. Wat er ook gebeurt, vrijwillig naar de kerk gaan – dat zit er niet in. De kerk is in elk geval niet leuk.

 

De kerk is als school. Het is voor velen echt geen straf om erheen te gaan. Met een beetje geluk zijn er leuke mensen en vermaak je je prima. Maar jongeren zien veel van wat daar gebeurt als zinloos. Je zit je tijd uit. En zo is het in de kerk ook. Je kunt best twintig minuten gaan preken, maar verwacht niet dat zij daarop zitten te wachten of dat ze ervan onder de indruk raken. Ze onthouden toch niets.

 

Accepteren

Dat is hoe jongeren erover denken. Echt niet allemaal. Er zijn – net als op school – jongeren die de kerk wel echt interessant vinden. Die wel graag vooraan zitten. Maar dat is niet de meerderheid. De meeste jongeren gaan naar de kerk zoals ze naar school gaan. En we kunnen ze wel vertellen dat ze dankbaar mogen zijn voor de vrijheid en de mogelijkheden die ze hebben, maar dat komt natuurlijk niet over. Ze weten namelijk niet anders.

 

Wat te doen? Dat is natuurlijk de vraag. Misschien moeten we stoppen zo hard ons best te doen. Even oneerbiedig gezegd: diensten opleuken of helemaal toespitsen op jongeren – dat werkt niet. De kerk is niet leuk. Zeker – jongeren horen liever een band dan een orgel. En ze zingen liever Opwekking dan een Psalm (als ze al meezingen). En daar moeten we rekening mee houden. Maar het is niet mogelijk om alles zo in te richten dat ze vrijwillig naar de kerk gaan komen. Want dat doen ze niet. En het is misschien beter om dat te accepteren.

 

Wat er wel is…

Het is goed om te kijken naar wat er wel is. Misschien is het wel belangrijker om de ouders toe te rusten en ervoor te zorgen dat zij in elk geval graag naar de kerk komen. En dat ze hun kinderen meenemen. Jongeren willen graag buiten de diensten om elkaar ontmoeten. Ze staan open voor contact. Ze waarderen de ruimte die er is op catechisatie om met elkaar (en de catecheet) in gesprek te gaan. Ze vinden het fijn om in de kerk gezien te worden en misschien hier en daar een taak op zich te nemen. Laten we jongeren serieus nemen en ze niet pamperen of in alles hun zin geven. Want daar vragen ze helemaal niet om.

 

Het is zaak om goed naar jongeren te luisteren en iets te doen met wat ze zeggen. Vooral als het gaat over waar zij wel op zitten te wachten. Wat dat is? Vraag het ze eens. Dan neem je jongeren serieus. En het is zaak om te staan voor wat we zijn als kerk. De kerk is geen doel, maar wil juist een middel zijn. In de kerk hoor je de woorden van God en word je op Christus gewezen. En dan mogen we bidden dat jongeren daardoor worden aangesproken en er iets mee gaan doen. En dan komt dat verlangen om naar de kerk te gaan vanzelf. Of niet. Maar dat is niet in onze hand. Dat is in Gods hand. En daar moeten we het laten. Wat wij kunnen doen – naast het serieus nemen van jongeren en onszelf – is bidden. Laten we dat in elk geval doen.

 

Wouter Moolhuizen, Hoogeveen