De naam van Abram verwijst indirect naar de God die hem roept. De naam betekent vader is verheven – die vader is God. En God die verheven is komt naar Abram toe en toont hem een heerlijk vergezicht: Abram krijgt de belofte van God. Een groot volk, een grote naam en een zegen voor de volken. Abram probeert ernaar te leven, maar dat gaat maar al te vaak fout: herkenbaar voor ieder mens. Het geduld van Abram wordt ook wel op de proef gesteld. Zijn gehoorzaamheid getest voordat de belofte waar wordt. Jarenlang wacht Abram op de vervulling – een groot volk gaat toch over nakomelingen? En daar zit juist het probleem: Abram is getrouwd met de onvruchtbare Saraï. Bij elke ‘ontmoeting’ belooft God een nakomeling en steeds opnieuw moet Abram wachten: in hoofdstuk 12, hoofdstuk 15 en hoofdstuk 17. In dat laatste hoofdstuk wordt de ontmoeting tussen God en Abram wel heel intens: Abram krijgt een nieuwe naam. Het vader in zijn naam wijst niet langer naar God, maar gaat nu over hemzelf. Abram wordt Abraham: vader van een menigte.

 

De naamsverandering onderstreept de betekenis van het verbond dat God met Abraham is aangegaan. En het is als het ware een garantie en een bemoediging. Na jaren van wachten is het nu zover. Na al het menselijke falen van Abraham en de zijnen blijft God trouw, omdat Abraham door al het falen heen steeds vooral gehoorzaam is geweest. Abraham stuurde steeds weer terug naar God. En nu breekt er een nieuwe periode aan in het leven. Abraham krijgt een zoon, direct na hoofdstuk 17 wordt er werk van gemaakt. In hoofdstuk 18 wordt de zoon aangekondigd (over een jaar…) en in hoofdstuk 21 wordt hij geboren: Izaäk. Vader van een menigte. De acht zonen die Abraham uiteindelijk krijgt worden vele volken. Maar de menigte die God op het oog had in de naam van Abraham zien we pas in Exodus 1 verschijnen, als de nakomelingen van Abraham en daarna van Izaäk en Israël een menigte wordt: de nakomelingen van Israël werden vruchtbaar en breidden zich overvloedig uit. Ze werden talrijk en uitermate machtig, zodat het land vol van hen werd. Zo is Abraham de vader van een menigte geworden.