Nee, ik ga het niet hebben over een of ander moeilijk huishoudelijk voorwerp. We hebben het hier over serieuzer zaken, gerechtelijke zaken. Al in het boek Daniël komen we de term ‘vierschaar’ tegen (vertaling ‘51).

Wanneer je door het Koninklijk Paleis op de Dam wandelt en geniet van al het moois, dan kom je uiteindelijk terecht in een lege zaal met prachtige reliëfs in de wand. Dat is het vertrek met de toepasselijke naam 'De Vierschaar'. In deze ruimte werd het doodvonnis over misdadigers in het openbaar uitgesproken. De wand met het driedelige reliëf was van buiten goed te zien omdat de grote (getraliede) vensters open waren. De afbeeldingen vormden zodoende een ‘lerende’ boodschap.

Heel vroeger zette men trouwens vier banken in een vierkant waarbinnen de verdachte moest gaan staan. De rechters zaten op de banken eromheen. Zo ontstond de term ‘vierschaar’.

 

Het driedelige Amsterdamse reliëf diende als voorbeeld waaraan rechtspraak moest voldoen. Drie situatieschetsen.

Reliëf een: het vonnis van Zaleucus. Deze Italiaanse rechter moest rechtspreken in een zaak van overspel. De straf op deze overtreding was het uitsteken van de beide ogen. Ondanks dat het zijn eigen zoon was die terechtstond, moest het vonnis voltrokken worden en oordeelde hij: Steek hem één oog uit en mij het andere. Zo nam hij de helft van de straf van zijn zoon op zich.

Reliëf twee: het vonnis van Salomo. Deel het kind doormidden en geef ieder de helft! De moeder nam het onrecht voor lief en koos voor het leven van haar kind. Dat had koning Salomo van de echte moeder verwacht. Wat een wijsheid!

Reliëf drie: het vonnis van Brutus. De twee zonen van Brutus beraamden een samenzwering tegen de twee consuls van Rome. Echter, een van die consuls was Brutus, hun eigen vader. Op dit vergrijp stond de doodstraf. Brutus kon niet anders doen dan het doodvonnis uitspreken over de daders, zijn eigen twee zoons. Het recht moest zijn beloop hebben. Een onkreukbare rechter.

 

Een goede rechter moet dus barmhartig, wijs en rechtvaardig zijn. En wij? Vanuit welke wetboeken, regels en normen leven wij? Heb jij dat ook, dat je soms het gevoel hebt zo ver van mannen als Salomo af te staan? Mis je vaak de wijsheid en de liefde? Kies je te vaak voor ik en mij, in plaats van hem of haar. Gaan de regels heersen over het hart? Om bedroefd en moedeloos van te worden toch? En God dan?

Onze Hemelse Vader gaat veel verder. Hoewel Hij in Zijn recht staat tegenover ons en de doodstraf over ons moet uitspreken, neemt hij niet een deel van de straf op zich, maar de volledige. Zijn enig Kind, Zijn ‘éénderde eigenheid’, kortom, zichzelf geeft Hij om ons te behouden. Daar was zelfs een vernederende kruisdood voor nodig.

Wat een Vader. Maar ook, wat een ontzagwekkende grootheid. Wij mogen Vader zeggen, maar doen dat met eerbied en ontzag. Vol van vertrouwen.

Zo mogen wij verder gaan. In een land vol tegenstellingen, ziekte en zorgen. Laten verdeeldheid en harde harten niet de overhand krijgen. Laten we beseffen dat we allemaal van genade mogen leven. Inderdaad, het komt goed! Straks zitten we sámen aan het bruiloftsmaal.

 

Art van der Molen, Bierum