Veel spreekwoorden en gezegden die wij in onze taal gebruiken, vinden hun oorsprong in de Bijbel. In deze rubriek proberen we van een aantal daarvan de herkomst te achterhalen.

In zak en as zitten betekent 'het helemaal niet meer zien zitten'. De uitdrukking gaat regelrecht terug op de Bijbel. Er zijn diverse passages waarin mensen ten teken van wanhoop en rouw hun hoofd met as bestrooien en zich hullen in een 'zak', oftewel een donker kleed van ruwe stof zonder mouwen, met alleen armsgaten.

Terwijl in onze taal deze uitdrukking tamelijk lichtvaardig wordt gebruikt en misschien wel schertsend, is er in de Bijbel juist sprake van diepe rouw en wanhoop wanneer men zich hult in zak en as. Jakob rouwt over de dood van zijn zoon Jozef (Gen.37,34), Mordechai rouwt over de dreigende vernietiging van de Joden (Esther 4,1), Daniël treurt om de lange periode (70 jaar) die het zal duren voor de puinhopen van het door de Babyloniërs verwoeste Jeruzalem opgeruimd zullen zijn (Dan.9,3) en ook de inwoners van Ninevé vasten en rouwen, wanneer zij horen van Gods besluit de stad te vernietigen om hun wandaden (Jona 3,5-9).
In enkele van deze gevallen is er ook sprake van een periode van vasten en bekering, en bidden tot God om een keer in het lot af te smeken.
Wie de term ‘in zak en as zitten’ in de huidige vertaling NBV wil terugvinden, zal daarin niet slagen. De NBV spreekt van ‘rouwkleed en stof’. Maar de uitdrukking is zeker Bijbels en kan wel worden teruggevonden in zowel de NBG, de Statenvertaling van 1977 als de HSV.

Nel Noppe, Leeuwarden