Er zijn de afgelopen jaren duizenden moslims in ons land tot geloof in Christus gekomen. Niemand kan daarbij claimen dat dat voornamelijk te danken is aan zijn of haar succesvolle evangelisatie-actie. Het overgrote merendeel van hen was namelijk gevlucht voor een corrupt en gewelddadig islamitisch regime en voor veel moslims is het christendom het logische alternatief wanneer ze gaan twijfelen aan de islam.

 

Vrijwel overal in ons land waar kerken hebben omgezien naar asielzoekers, zijn enkelen of meerderen van hen gedoopt en lid geworden van een plaatselijke gemeente. Dat omzien naar vluchtelingen zodra ze in ons land komen is wel belangrijk, want hoe langer ze in ons land wonen, hoe meer ze gewend raken aan een individualistisch leven zonder God en hoe minder ze openstaan voor het evangelie. Juist in die begintijd kunnen we deze mensen vrijmoedig uitnodigen voor een bijbelstudiegroep, die specifiek rekening houdt met zoekende moslims. Wanneer u als kerk nog geen beleid hebt ontwikkeld om asielzoekers die een huis krijgen bij u in de buurt, op te zoeken en hiervoor uit te nodigen, dan is het dus zaak om daar snel werk van te maken.

 

Het leven delen met een ander

Sinds de millenniumwisseling zijn er heel wat nieuwe kerken en pioniersplekken gestart voor deze doelgroep waar specifiek rekening wordt gehouden met de taal en de cultuur van bepaalde groepen. Op enkele tientallen plaatsen in ons land kun je nu iedere week een dienst of bijbelstudie volgen in het Arabisch of Perzisch. Toch kiest een deel van de vluchtelingen ervoor om lid te worden van een traditionele gemeente. Soms heeft dat te maken met spanningen binnen de eigen etnische groep, soms heeft dat te maken met de wens om zich meer te richten op de Nederlandse samenleving en vaak heeft het te maken met goede persoonlijke contacten met Nederlandse christenen. Als een moslim christen wordt en er een aantal christenen om hem heen zijn die als nieuwe broers en zussen hun leven met hem delen, houdt hij het in iedere kerk vol. Die persoonlijke aandacht en gastvrijheid zijn veel belangrijker dan een toegankelijke liturgie of vertaling van een dienst.

 

Huisgodsdienst

De grote uitdaging voor de komende jaren is of deze groep nieuwe gelovigen een blijvende plaats in ons midden houdt, ook als de eerste liefde voorbij is, de cultuurverschillen groot blijven en de taal een uitdaging. Ook is het niet vanzelfsprekend dat hun kinderen, die hier opgroeien in een seculier land, ook tot levend geloof komen. Deze ouders hebben geen ervaring met christelijke geloofsopvoeding en we kunnen hun een bijzondere dienst bewijzen door hen daarbij te helpen. Heel gewoon door hen voor te doen hoe je bijvoorbeeld rond de maaltijd huisgodsdienst vorm kunt geven waarbij alle gezinsleden kunnen meedoen. Belangrijk is ook dat christelijke scholen voor deze kinderen openstaan.

 

Volharding

Tweederde van alle moslims in ons land bestaan uit migranten uit Marokko en Turkije die hier inmiddels al vier generaties wonen. De mogelijkheden om het evangelie met hen te delen liggen totaal anders dan bij asielzoekers. Van hen is in de afgelopen vijftig jaar slechts een heel klein aantal tot geloof in Christus gekomen. De weerstand tegen het evangelie is nog steeds erg groot en de sociale controle weerhoudt velen ervan om ook maar een voet te zetten over de drempel van een christelijke samenkomst of activiteit. Dat is in Turkije en Marokko niet anders. Beide volken hebben eigenlijk pas de afgelopen vijftig jaar voor het eerst kennis gemaakt met het evangelie en de zendingsgeschiedenis leert dat de eerste generaties van een volk zich vaak sterk verzetten tegen het evangelie. Daar zullen we ons op moeten instellen. Er zijn geen gemakkelijke successen te behalen. Het gaat om volharding, niet alleen om woorden, maar ook om daden waarin we trouw blijven ook al zien we jarenlang weinig verandering. Een christen wees op haar werk een moslim-collega op Jezus. ‘Houd op over Jezus,’ zei deze collega boos, ‘ik ben als moslim geboren en zal als moslim sterven. Laat me met rust.’ De collega trok zich daar echter niet zo veel van aan, maar bleef haar erop wijzen dat ze Jezus nodig had. Zonder het te laten merken aan anderen, werd deze moslim-collega na lange tijd toch nieuwsgierig. Ze reed naar een boekwinkel, kocht een Bijbel, scheurde op straat de kaft eraf, stopte hem thuis onder haar bed en begon ’s nachts te lezen. Het boeide haar meteen en toen weken later op een stille zondagmorgen de kerkklokken luidden, stapte ze op haar scooter en reed naar een willekeurige kerk, waar ze tot geloof in Christus kwam.

 

Binnenkomen

Omdat de Marokkaanse en Turkse gemeenschap in ons land sterk op de eigen groep is gericht, is de eerste uitdaging dat we in deze gemeenschap ‘binnenkomen’. Dat we mensen leren kennen en er wat vertrouwen groeit. Ontstaat dat, dan zullen we snel veel meer mensen leren kennen. Dat kan via collega’s op het werk, buren in de wijk, school of via diaconaal-missionaire projecten in wijken. Daarbij is het verstandig om meteen vanaf het begin te laten merken dat we met Jezus Christus verbonden zijn, Hem liefhebben en Hem willen eren en gehoorzamen. Als mensen daar pas later achter komen schept dat bij oosterlingen wantrouwen. De uitdaging is om bij het leven van alledag te laten merken dat we leven van de woorden van God. Geen lange preken, maar zomaar een enkel vers en enkele woorden die passen bij de situatie die ons verbindt met de ander. Juist in dat delen wil God ons ook zelf zijn zegen schenken.

 

C.W. Rentier

 

 

Ds. C.W. Rentier is directeur Evangelie & Moslims

De CGK maakt deel uit van het bestuur van de stichting Evangelie & Moslims. Meer info: https://evangelie-moslims.nl/