Gaat u mee op reis? Mee met mijn gedachtenkronkeltjes bedoel ik, want de stad Filippi waar ik heen wil is een ruïne.

Tijdens de tweede zendingsreis van de apostel Paulus komen hij, Barnabas, Lucas en Timotheüs, vanuit Troas, via Samotrake en Neapolis, aan in Filippi. Het is een Romeinse garnizoensstad, niet direct een plaats waar je op voorhand voor zou kiezen. Als veteraan mocht je er gaan wonen om van je oude dag te genieten. Orders van keizer Augustus.

Op sabbat gaan Paulus en zijn helpers naar de rivier waar een gebedsplaats is. Daar zien ze een groepje vrouwen bijeen. Paulus mag daar van Jezus vertellen. Lydia, een van de vrouwen, wordt door Gods Geest gegrepen en komt tot geloof. Zij én haar huisgenoten(!) worden gedoopt. Filippi wordt zo de eerste stad in Europa waar het Woord van God klinkt. Lydia, de eerste christen van Europa.

We reizen door van hoofdstuk 16, vers 6 en 8 naar hoofdstuk 21 van Handelingen. We komen aan bij Filippus. Hij is één van de zeven wijze oudsten in de eerste gemeente. Zij verkondigen de Boodschap en daarnaast scheppen zij wat orde in de gemeentelijke organisatie. Dat zij maar met zeven waren wijst erop dat de gemeenteleden veel zelf deden en voor elkaar zorgden.

We kennen deze Filippus van zijn werk in Samaria en zijn ontmoeting met de hoge ambtenaar uit Ethiopië. Later ging hij wonen en werken in Caesarea. Op de terugreis van zijn derde zendingsreis logeert Paulus een aantal dagen bij Filippus. En daar staat het dan zo maar: Zijn vier dochters waren profetessen. Volgens Papias, de bisschop van Hiërapolis, een man die veel heeft bijgedragen in de geschiedschrijving van de eerste eeuw, heeft Filippus samen met zijn dochters in Hiërapolis gewoond, waar zij verkondigden, wonderen verrichtten en zelfs een dode hebben opgewekt. Filippus, een man vol van de Heilige Geest, in de woordverkondiging bijgestaan door zijn vier ongetrouwde dochters die de gave van de profetie bezaten.

Wanneer Gods gaven en talenten neerdalen op mannen én vrouwen is het goed om na te denken over de verdeling van allerlei taken en verantwoordelijkheden in de gemeente van Jezus Christus. Een tweede vraag is: Hoe verantwoorden wij ons wanneer we de aan ons gegeven gaven… niet benutten? Laten we hierin met een open hart en ruime blik naar elkaar luisteren, maar vooral luisteren naar de bedoeling die God ons in Zijn Woord duidelijk maakt. De bedoeling die Jezus op zoveel plekken letterlijk in praktijk bracht. Een plek voor iedereen. Zo komen we, via Paulus, Lydia, Filippus en zijn dochters, weer thuis. Hier geen ruïne, maar een open deur. En een open hart?     

                                                                                       

 Art van der Molen, Bierum