Het krijgen van kinderen is niet vanzelfsprekend, evenmin het ontvangen van een gezond kind. De medische wetenschap wil mensen daarin tegemoet komen, soms zelfs zozeer dat reproductie een technisch project wordt. Indrukwekkend zijn de mogelijkheden in het doen ontstaan van menselijk leven. Ook wordt onderzoek naar het genenpatroon van beginnend leven gedaan met als doel het herstel van ernstige defecten. Daartegenover staat echter het doden van ongeboren leven. Abortus provocatus is wettelijk toegestaan bij een vrucht tot en met 23 weken en zes dagen zwangerschap, terwijl artsen nota bene in staat zijn een kind van dit aantal weken zwangerschap in leven te houden.

 

Vorig jaar verscheen een boek over vragen met betrekking tot het levensbegin. Het boek waaraan vijftien auteurs hebben meegewerkt, biedt een overzicht van de actuele wetenschappelijke, medische en juridische praktijk, en geeft ook aan welke (medisch-)technische ontwikkelingen in de toekomst te verwachten zijn.

 

Geschenk

De bundel is tot stand gekomen onder redactie van Theo Boer (hoogleraar gezondheidszorg bij de PThU Groningen), Elise van Hoek (werkzaam bij de NPV) en de kinderarts Dick Mul. De redacteurs onderstrepen dat voorzichtigheid is geboden bij technische interventies in het levensbegin omdat menselijk leven een geschenk is, en we niet (precies) weten wanneer het persoon-zijn begint. Daarom pleiten zij voor 'een zeer hoge waardering' van menselijk leven vanaf de conceptie. Dit 'sleutelmoment' is de veiligste grens voor het bepalen van het 'zijn' van een mens. De stuk voor stuk lezenswaardige hoofdstukken van deze bundel kunnen helpen bij zorgvuldig en verantwoord (medisch) handelen rondom het levensbegin.

 

IVF

Een van de technische mogelijkheden met betrekking tot het levensbegin is in-vitrofertilisatie (IVF, reageerbuisbevruchting). Deze techniek komt echtparen met een onvervulde kinderwens tegemoet. Op zichzelf is daartegen geen bezwaar zolang de eigen geslachtscellen worden gebruikt. Als echter gebruik wordt gemaakt van gedoneerd sperma of van een gedoneerde eicel (of beide) worden de grenzen van het huwelijk overschreden. Het boek had hier een duidelijker grens mogen trekken. Waardering van het levensbegin kan alleen als je óók de ordeningen waardeert die God in de schepping heeft gelegd, en met name de ordening van de levensverbondenheid tussen man en vrouw, die de eeuwen door werd aangeduid met het woord 'huwelijk'. God heeft het huwelijk gegeven als basis voor het gezin.

Een ander bezwaar zou kunnen zijn dat bij IVF geslachtscellen op een (technische) wijze worden verkregen die losstaat van de fysieke eenwording van man en vrouw. Daarom wijst bijvoorbeeld de Rooms-Katholieke Kerk kunstmatige bevruchting af. De moraaltheoloog Lambert Hendriks spreekt in zijn bijdrage over bijbelse kaders en de scheppingsorde: de fysieke eenwording van man en vrouw is een van de pijlers van goed en redelijk handelen. Seksualiteit, het ontstaan van nieuw leven en wederzijdse overgave van echtgenoten aan elkaar vormen één geheel. Op grond daarvan wijst Rome niet alleen kunstmatige voortplanting af maar ook anticonceptie. Met dat laatste kan echter moeilijk worden ingestemd. Maar Hendriks waarschuwt terecht tegen een technische reductie van het reproductieproces en een al te zakelijke omgang met het ontstaan van nieuw menselijk leven.

IVF heeft allerlei vormen van alternatief ouderschap mogelijk gemaakt. Daarbij kan niet alleen gebruik worden gemaakt van gedoneerde geslachtscellen, maar ook van een draagmoeder, die het kind vervolgens ter adoptie afstaat aan de wensouders.

In het laboratorium is ook een genetisch onderzoek van de bevruchte eicel mogelijk: pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD). Zo kunnen aandoeningen worden ontdekt in het genenpatroon van een bevruchte eicel. Op grond daarvan kan een eicel worden geselecteerd dat geen defecten vertoont (embryoselectie) en worden overgeplaatst in de baarmoeder. Maar er wordt ook gezocht naar reparatie van het defect via genredactie (genetische aanpassing). De toepassing van reparatietechnieken is omstreden, omdat deze plaatsvindt in de kiembaan: ook geslachtscellen worden dan veranderd, waardoor de ingreep in volgende generaties doorwerkt.

 

Stamcellen

Het allereerste levensbegin bevat (stam)cellen die zich in verscheidene richtingen kunnen ontwikkelen. De medische wetenschap is daarin geïnteresseerd vanwege de mogelijkheden die deze cellen bieden. Omdat embryonale stamcellen nog niet gespecialiseerd zijn, kunnen ze worden gebruikt voor het herstel van door ziekte aangedaan weefsel. Ze kunnen tot elk type weefsel uitgroeien. Een bezwaar is echter dat het embryo daarmee een middel in medisch-technisch onderzoek is geworden. Daarnaast is een groot bezwaar dat voor de productie van deze stamcellen embryo's moeten worden vernietigd.

Maar de wetenschap gaat verder. Nu blijkt dat er ook stamcellen kunnen worden gemaakt uit gewone menselijke cellen (bijv. huidcellen). Ze lijken na dat veranderingsproces sterk op embryonale stamcellen. Zo kan verder worden gegaan met onderzoek naar het herstel van geschonden organen zonder dat daarvoor embryo's worden gebruikt.

Met de ontwikkeling van stamcellen uit gewone cellen is een nieuw hoofdstuk geopend ten aanzien van het onderzoek naar beginnend menselijk leven. Deze stamcellen zouden ook meer en meer op embryonale cellen kunnen gaan lijken. Deze zouden kunnen worden aangezet om zich te ontwikkelen tot ei- of zaadcellen. Daaruit zou dus ook een embryo kunnen ontstaan. Het zou dus mogelijk zijn dat uit één persoon zowel ei- als zaadcellen worden gemaakt, en een bevruchting tot stand wordt gebracht. Volgens bioloog en wetenschapsjournalist René Fransen is het gebruik van stamcellen uit gewone lichaamscellen een acceptabel alternatief voor het gebruik van embryonale stamcellen. Daarmee kunnen ontwikkelingsstappen van het embryo worden nagebootst. Er kunnen echter ook embryoachtige structuren ontstaan uit een kweek van stamcellen, zonder dat er bevruchting heeft plaatsgevonden. Daarmee, zo stelt Fransen terecht, wordt een fundamentele grens overschreden.

(wordt vervolgd)

 

D.J. Steensma, Feanwâlden  

 

N.a.v. Theo Boer, Elise van Hoek, Dick Mul (red.), Geboren, niet gemaakt. Reflecties op het levensbegin, Amsterdam, Buijten & Schipperheijn Motief, 2020, 240 blz., €19,95, ISBN 9789463691093.