Sara en haar twee jonge kinderen zijn jaren onderweg naar veiligheid en vrijheid. Een verhaal over een vlucht voor geweld, uitbuiting & uithuwelijking én over onderweg goede mensen tegenkomen.

 

Wat vooraf ging

Ze vlucht in het holst van de nacht weg van de Afghaanse schoonfamilie. Terug naar haar ouders in Iran, wil ze. Haar man is doodgeschoten, zij en haar kinderen worden mishandeld. Ze wil dat zoontje Yanis en dochtertje Ilana fijn opgroeien, naar school mogen.

 

Een jonge vrouw alleen met twee kleine kinderen; het is een wonder dat ze erin slaagt de grens over te steken, nog een groter wonder dat ze ongeschonden blijft. Dankzij haar vindingrijkheid: ze vermomt zich als oud vrouwtje en vertelt haar kinderen dat het een spel is.

 

Zo weet ze Iran te bereiken. Maar haar ouders zijn niet blij; haar vlucht maakt de familie te schande. Bloedwraak dreigt. Vader onderhandelt met de schoonfamilie en huwelijkt Sara uit aan haar zwager. Die heeft al een vrouw en zes kinderen.

 

En zo ging het verder

Sara slaat voor de tweede keer op de vlucht. Dit keer binnen Iran. Ze werkt in een illegaal naaiatelier, waar zij en de kinderen ook slapen. Na een tijdje komt ze aan werk als huishoudelijke hulp, ze hebben dan een eigen kamertje. De kinderen gaan illegaal naar school. Het duurt een paar jaar. Al die tijd is ze bang dat ze opgepakt zullen worden en naar Afghanistan uitgezet.

 

Drugs

Dan komt iemand daarachter en eist dat Yanis drugs gaat runnen voor hem. Ze moeten opnieuw vluchten. Sara beseft dat ze verder weg moeten om veilig te zijn. Naar Europa, denkt ze. Een smokkelaar leidt hen over de bergen van Iran naar Turkije.

Onderweg zien ze twee dode vluchtelingen, bevroren. Tegen de kinderen zegt ze dat de mannen het koud hebben. ‘Nee, mama, ze zijn dood’, zegt Yanis. Verderop kan een Somalische man nauwelijks meer lopen. Yanis geeft hem zijn schoenen en trekt zelf gympies aan. Ze duwen de man, zesendertig uur lang. Dan zijn ze eindelijk in Turkije.

 

Van de hel in de hemel

In de vallei kloppen ze aan bij het eerste huisje. Wildvreemden, berooid en koud - maar ze worden welkom geheten. De vrouw des huizes laat haar gezin direct plaatsmaken voor hen. Warme thee krijgen ze, schone kleren, eten. Yanis zijn tenen zijn bevroren, de vrouw giet er lauw water overheen en masseert ze voorzichtig.

‘Het was zo emotioneel om zo hartelijk ontvangen te worden’, zegt Sara, ‘We kwamen van de hel in de hemel. Ik zal haar gezicht nooit vergeten. Een engel.’

 

Storm

De volgende dag gaat de reis door naar een Turkse stad. Sara moet geld verdienen voor de overtocht. Opnieuw doet ze dat in een naaiatelier, terwijl ze uitvogelt hoe het verder moet. ‘Je moet weten van welk strand ze vertrekken, hoeveel het kost. Een 9 meter lange boot is het goedkoopst.’ Maar eenmaal aan de kust, kan ze niemand vinden. Ze slapen in het bos, waar een hele groep in een hol blijkt te schuilen.

Een week lang bivakkeren ze daar, terwijl de oversteek dag na dag mislukt. Vanwege politie, kustwacht of het weer. Eén keer varen ze vijf uur lang in de storm, het rubberbootje klapt ruw heen en weer. ‘We dachten dat we dood zouden gaan.’

 

 

Spelende kinderen

Ze komen wonder boven wonder terug op het strand. Wéér schuilen ze in het hol in het bos. Overdags is het strand bevolkt met badgasten. Yanis wil spelen met de kinderen op het strand. Hij rent erheen. Gevaarlijk: zo kan de hele groep ontdekt worden.

Maar de moeder van het meisje waarmee hij speelt komt hen als het donker is dekens brengen, en soep met brood. Vijf dagen lang voorziet ze de hele groep van eten en drinken. ‘Ik heb zoveel geluk gehad’, zegt Sara, ‘Ik ben zulke goede mensen tegengekomen.’ Op de zesde dag slaagt de overtocht: Sara en haar kinderen landen veilig op de Griekse kust.

 

Eindelijk in Europa.

 

Dit was deel 2 van het verhaal van Sara en haar kinderen. Het duurt dan nog geruime tijd, maar uiteindelijk komen ze via de TussenVoorziening van INLIA in Eelde ‘thuis’, in Groningen.