Al eeuwenlang worden mensen geraakt door de muziek van Johann Sebastian Bach. Gelovigen, maar ook ongelovigen putten troost uit zijn cantates, oratoria, passionen. Bach was een diep gelovig man, die zichzelf zag als kerkmusicus in de Lutherse traditie. Zijn eigen bijbel staat vol met aantekeningen, die duiden op een gedegen kennis van theologie en liturgie, maar vooral ook op een intens persoonlijk geloofsleven. Dit komt tot uiting in zijn keuze van teksten voor zijn werk. Hoewel deze teksten nu wellicht wat gezwollen en gedateerd aan kunnen doen, geven ze blijk van hoe Bach in het leven stond als christen en als musicus: het geloof is zijn leidraad en wordt in het dagelijks leven ingebed en geleefd.

 

Geloof als basis

Bach als gelovige componist werpt de vraag op hoe zijn muziek dat geloof laat horen. Het is makkelijk om dan de muziek direct aan de tekst te koppelen. Er zijn talloze voorbeelden te vinden, waarbij woorden, zinsneden, beelden in noten worden verklankt. Deze manier van componeren, via affecten, was in Bach’s tijd gebruikelijk en werd door hem vervolmaakt. Voorbeelden zijn er te over, zoals de melodie in kruisvorm uit de passionen. Of bijvoorbeeld de dalende melodielijnen bij woorden als neerdalen, afdalen en dergelijke. En het optrekken naar Jeruzalem krijgt steevast een stijgende melodie. Hoewel door deze compositietechniek de tekst prachtig uitgebeeld wordt kun je niet stellen dat dat dus het geloof verbeeldt, alleen maar dat in de muziek de tekst verklankt wordt.

Dr. Lydia Vroegindeweij schreef een boek: ‘Troost bij Luther en Bach’. In dit boek wordt uitgelegd hoezeer de boodschap van het evangelie vanuit de Lutherse traditie door Bach als basis van zijn kerkmusicus-zijn gold. Zijn composities stoelen op zijn geloofsleven en zijn daar een belijdenis van. Dit is natuurlijk leidend in de keuze van teksten die hij maakte voor zijn cantates. Maar als je de teksten ziet als bron van troost, hoe kan het dan dat ook veel mensen, die niets (meer) hebben met de Christelijke boodschap zich toch zo aangesproken voelen door Bach’s muziek?

 

Muziek in de eredienst

Onze kerken zijn vanuit de calvinistische traditie vooral gericht op het woord, de uitleg, de catechese. De muziek en de liedkeuze in een dienst zijn afhankelijk van waar over gelezen en gepreekt wordt. De tekst is dan leidend, dat wil zeggen: er worden liederen gekozen, meestal door de predikant, die passen bij de boodschap in de dienst, en bevestigen wat er in bijbellezing en preek langskomt. Er wordt niet naar de melodie gekeken, dan alleen of het lied goed zingbaar is voor de gemeente. Als je de liederen alleen op tekst zou beoordelen zijn ze dus niet noodzakelijk voor de dienst, want ze herhalen alleen maar wat er al is gelezen en gepreekt. En toch zijn de liederen onmisbaar, want door de teksten samen te zingen wordt de boodschap opeens anders: gaat leven, komt binnen in de ziel, raakt ons en roept emotie op. Als we de lezingen en de preek horen wordt ons het evangelie uitgelegd begrijpen we die, maar als we zingen komt het evangelie ons hart binnen en gaat het in ons leven.

Het is een onbegrijpelijk mysterie hoe het kan dat een zozeer aan tijd gebonden kunst als zingen en muziek ons zo kan optillen uit de tijd, uit de platte werkelijkheid richting het eeuwige, het hemelse. Bach was zich hiervan zeer bewust en heeft dit mysterie omarmd. Zijn composities tillen ons op uit ons dagelijkse leven vol narigheid en ellende en bieden ons een rustpunt, een troostende arm om ons heen. Ook niet-gelovigen worden aangeraakt door deze troost. De vele uitvoeringen van de passionen ieder jaar in de lijdenstijd zijn hier een goed voorbeeld van.

 

Muziek als lofoffer

En is dat dan wat Bach voorheeft met zijn composities: troost voor ons sterfelijke mensen? Ik denk, dat dit ten dele inderdaad zo is, maar het is niet zijn enige doel geweest. Bach was kerkmusicus en theologisch zeer onderlegd. Bovendien was hij zelf een ten diepste zeer gelovig man. Zijn cantates, passionen en oratoria heeft hij niet voor concertpubliek geschreven, maar als liturgische muziek, dat wil zeggen muziek voor de eredienst. Luther volgend zag hij muziek als lofprijzing en smeekbede, als boodschap en uitleg van het evangelie. In zijn muziek wil Bach het evangelie brengen, en roept op om de boodschap van Gods koninkrijk te aanvaarden. De teksten leggen het evangelie uit, maar de muziek brengt het tot leven. Als componist was Bach een genie, die zijn kunst tot grote hoogten bracht. Maar zelf zag hij zich vooral als kerkmusicus, dienstbaar aan de liturgie, waar hij zijn muziek bracht als lofoffer. (De predikanten in zijn kerk waren trouwens niet altijd even blij met zijn composities. In die tijd was het gebruikelijk dat de preek na de cantate werd gehouden. Maar veel kerkgangers hoefden de preek niet meer, omdat de cantate voor hen de tekst had laten leven en uitgelegd. Zo maaide Bach het gras voor de voeten van de predikanten weg, en dat werd door hen niet gewaardeerd!)

 

Cantatediensten

Tegenwoordig worden er in veel kerken, ook hier in het noorden, regelmatig cantatediensten gehouden. Tijdens de viering wordt de cantate van de zondag dan voorafgegaan door een meditatie en krijgt zo de plaats waar ze voor bedoeld is. Bach’s muziek verdiept op deze manier ook in onze tijd ons geloof en roept op om de lof te zingen van zijn en onze God.

Kun je dan geen concerten meer geven met cantates of passionen? Bach schreef deze stukken toch niet voor de concertzaal? Ik denk dat het juist wel kan en dat we de kracht van de boodschap niet moeten onderschatten. Ook tijdens een concert kan een luisteraar geraakt worden door het evangelie, zoals Bach dat beleed in zijn muziek. De  Geest raakt mensen aan door de muziek van Bach, biedt troost, tilt op. In de kerk, en ook daarbuiten.

 

Geke Bruining-Visser, Harlingen