Als de Heilige Geest wordt uitgestort dan gebeurt er iets groots. Iets wat alles anders maakt. Gods aanwezigheid op deze aarde zit niet vast op een plaats (de tempel) of een persoon (Jezus Christus). God is aanwezig in de Geest. En de Geest is overal en waait waarheen Hij wil. De Geest van God, de Geest van Jezus is overal aanwezig…. Dat is wat!

 

Het maakt in elk geval dat wij niet minder af zijn dan de mensen die leefden in de tijd van Jezus. Soms denken we wel eens dat zij het gemakkelijker hadden. Als wij Jezus zouden kunnen opzoeken om Hem te zien en naar Hem te luisteren – dan zou geloven gemakkelijker zijn. Maar wij hebben het juist getroffen. God werkt met zijn Geest tot in ons hart en zet ons zo in beweging. Hij overtuigt ons, geeft ons geloof, werkt in ons zijn Koninkrijk. Het gaat in dit nummer van ons kerkblad over blijdschap als vrucht van de Geest. Als je tot je door laat dringen wat de Geest doet dan is dat reden tot grote vreugde!

 

Veranderen

Door de Geest wordt de vrucht in ons leven zichtbaar waar Paulus over schrijft (Gal. 5:22-23). Het is een bekende opsomming: liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Dat betekent dat dingen anders worden. Want de dingen die we vanuit onszelf belangrijk vinden, dat zijn vaak dingen die eerder bij de werken van het vlees horen (Gal. 5:19-21). Dat zijn zaken waarbij je als mens zelf in het centrum staat: leven voor jezelf, want jij verdient het beste. Het lijkt de slogan van onze tijd te zijn.

Als je daar de vrucht van de Geest tegenover zet, dan is dat heel iets anders. Wie zoekt er vandaag de dag naar te groeien in vrede, geduld en zelfbeheersing? Dat is niet van deze tijd. Misschien kun je beter zeggen: dat is niet van deze wereld. Maar de Geest werkt het in ons. Niet in één keer – er zijn maar weinig bekeringen die van het ene uiterste naar het andere uiterste gaan. Het is voor een mens al moeilijk om een klein beetje te veranderen. Veel mensen kunnen tijdelijk dingen veranderen in hun gedrag. Maar het is de vraag hoe lang je het volhoudt. Vaak verval je weer in oud gedrag.

Verandering is moeilijk, maar door de Geest is het mogelijk. In eerste instantie gaat het dan om kleine veranderingen. De dingen die je zelf belangrijk vond verliezen hun glans en nieuwe dingen die de Geest je ingeeft komen daarvoor in de plaats. Verandering begint klein, maar er is geen grens aan. Als de Geest werkt, is er geen grens aan het aantal dingen dat kan veranderen. Zo ken ik genoeg voorbeelden van (jonge) mensen die echt andere mensen zijn geworden door het werk van de Geest. Die van het duister in het licht zijn komen staan. Als dat gebeurt dan is dat reden voor grote blijdschap. Dat is ook wat mensen er zelf aan overhouden. Het is deel van de vrucht van de Geest en het is realiteit: als je geloof ontvangt, dan geeft dat grote vreugde!

Tegelijk is het belangrijk dat we niet alleen op de grote veranderingen letten, maar ook oog hebben voor hoe de Geest in het kleine werkt in de levens van mensen. Iets kleins als blijdschap – eenvoudig genoeg. Maar echte vreugde die God geeft, dat lijkt klein maar dat is het niet. Blijdschap als vrucht van de Geest is diepe vreugde over al het werk van God.

 

Onveranderlijk

Hoewel de Geest aan de ene kant veranderend werkt in het leven van een mens – God maakt van een mens niet zomaar compleet een ander. Een van de grootste veranderingen die we in de Bijbel tegenkomen, is die bij Paulus. Daar is werkelijk sprake van bekering. Paulus wordt van een fanatiek vervolger van Christus een zeer fanatieke verkondiger van de Here Jezus. Een grotere verandering is niet denkbaar.

En tegelijk moeten we zeggen dat Paulus als persoon niet heel veel verandert. Met het vuur waarmee hij eerst vervolgde, verkondigt hij nu. Paulus’ karakter blijft hetzelfde. Hij is als vervolger en als verkondiger dezelfde fanatieke, onvermoeibare kracht in dienst van God. Andersom geldt het ook – als je voor je bekering niet uitbundig je blijdschap toont, dan zal dat na je bekering niet ineens anders zijn. Maar dat betekent niet dat die blijdschap er niet is.

 

Daaronder ligt denk ik de gedachte dat God ons gemaakt heeft met onze eigen gaven en talenten. Wat we daarmee doen, dat is aan ons. Je kunt ergens heel goed in zijn en dat alleen maar inzetten in dienst van jezelf. Wie heel veel leidinggevende talenten heeft, kan zijn leven zeer effectief laten verlopen en alles goed op orde hebben. Dat helpt – dan krijg je veel werk verzet en kun je veel aan. Je krijgt dan snel een verantwoordelijke baan met een goed salaris. Maar de vraag is altijd hoe je die gaven en talenten ook in dienst van Gods Koninkrijk in kunt zetten. Elk talent kan ook ingezet worden in het Koninkrijk. Misschien is het wel zo dat al die talenten die we hebben gekregen ook in het Koninkrijk ingezet moeten worden. Daarvoor heeft God ze gegeven.

 

Misschien is dat in de wereld waarin we leven wel de grootste uitdaging: om los te komen van de gedachte dat wat ik krijg van mij is. Dan is degene met de meeste talenten de meest gelukkige en mag zij het meeste profiteren. Een van de regels van Gods Koninkrijk lijkt me dat wie veel krijgt ook veel te geven heeft. Met veel macht (talent) heb je ook veel verantwoordelijkheid. Dat is pas een verandering – niet voor jezelf leven, maar ernaar gaan verlangen om alles wat je krijgt ook in te zetten in dienst van Gods Koninkrijk. Waar mensen zich zo door de Geest in beweging laten zetten en dienstbaar aan het werk gaan, daar is echte pinksterzegen te verwachten.

 

Hoogeveen, Wouter Moolhuizen