Wanneer we denken aan een ‘blije christen’, komt al snel het beeld naar voren van iemand met een constante glimlach, iemand die altijd opgewekt is. Misschien roept dat beeld bij u of jou wat weerstand op. Want hoe eerlijk is het om altijd blij te zijn? Kan dat wel? Is dat überhaupt het beeld dat de Bijbel geeft van vreugde in het geloof?

 

Wat houdt vreugde in God werkelijk in? Is het een oppervlakkig gevoel of een diepgewortelde levenshouding? En is het bereikbaar voor ieder van ons, ook in moeilijke tijden?

 

 

Relatie

Het woord vreugde komt opvallend vaak voor in het Oude Testament. Die vreugde wordt meestal uitgedrukt in de context van feesten, overwinningen en zegeningen. Denk aan het gejuich wanneer het volk Israël een vijand verslaat of wanneer de oogst binnen is. De samenleving in het oude Nabije Oosten was sterk afhankelijk van de opbrengsten van het land. Een overvloedige oogst betekende veiligheid en welzijn, terwijl een mislukte oogst tot hongersnood leidde. Geen wonder dus dat feestvreugde vaak gekoppeld was aan het binnenhalen van het graan en de wijn.

Toch gaat het in het Oude Testament niet alleen om materiële vreugde. Een psalm zegt: In U vindt mijn hart meer vreugde dan andere mensen in hun hun koren en wijn (4:8). Hier lezen we over een vreugde die dieper gaat dan aardse overvloed – een vreugde die voortkomt uit Gods aanwezigheid. Het is een innerlijke rust en blijdschap die niet afhankelijk is van omstandigheden, maar van de relatie met God.

Ook de profeten spreken over vreugde als een reactie op Gods handelen. Jesaja roept uit: Ik verblijd mij zeer in de HEER, mijn ziel juicht om mijn God (61:10). Vreugde is hier een antwoord op redding, op Gods trouw en gerechtigheid. Het is geen luchtige emotie, maar een diepe geestelijke vreugde die ontstaat door te leven met God.

 

Meer persoonlijk

In het Nieuwe Testament krijgt vreugde een nog diepere en meer persoonlijke dimensie. Jezus zelf verklaart: Ik zeg dit tegen jullie om je mijn vreugde te geven; dan zal je vreugde volkomen zijn (Joh. 15:11). Die volkomen vreugde is geworteld in de verbondenheid met Hem – de ware wijnstok. Deze vreugde is geen extraatje, maar essentieel voor het leven van een discipel.

De apostel Paulus, die veel geleden heeft vanwege zijn geloof, schrijft misschien wel het meest over vreugde. In de brief aan de Filippenzen – geschreven vanuit de gevangenis – roept hij op: Verblijd u altijd in de Heere; ik zeg het opnieuw: Verblijd u! (4:4). Deze oproep klinkt haast provocerend: hoe kun je blij zijn in gevangenschap of onder druk? Toch laat Paulus zien dat echte vreugde geen product is van comfortabele omstandigheden, maar van het kennen van Christus.

Jakobus sluit zich daarbij aan als hij schrijft: Beschouw het als louter vreugde, mijn broeders, wanneer u allerlei beproevingen ondergaat (Jak. 1:2). Niet de pijn zelf is reden tot vreugde, maar het besef dat God in die pijn werkt aan geloofsgroei, volharding en hoop.

 

Bron

Paulus noemt vreugde als een van de vruchten van de Heilige Geest (Gal. 5:22). Vreugde is dus geen kwestie van karakter of temperament, maar van geestelijk leven. Net als liefde en vrede is vreugde een gevolg van het leven in verbondenheid met God. Ze groeit niet door harder je best te doen, maar door dieper geworteld te zijn in Christus.

Daarmee wordt vreugde een oefening in overgave en vertrouwen. Wie zijn leven openstelt voor Gods Geest, zal merken dat vreugde vanzelf opbloeit – soms onverwacht, midden in de moeite. Het is een vreugde die weet dat het laatste woord niet aan verdriet of dood is, maar aan de opgestane Heer.

Toch kan de oproep tot vreugde ook wringen. Want wat als je rouwt? Wat als je worstelt met depressie of teleurstelling? Het is belangrijk om te zien dat Bijbelse vreugde geen ontkenning is van verdriet. In 2 Korintiërs schrijft Paulus dat christenen ‘als bedroefd, maar toch altijd blij’ zijn (6:10). Vreugde en verdriet sluiten elkaar niet uit. Ze kunnen tegelijk aanwezig zijn in het hart van iemand die leeft in afhankelijkheid van God.

De vreugde in God is geen masker dat ons verplicht vrolijk te lijken, maar een bron die ons op de been houdt. Ze is te vergelijken met een ondergrondse stroom: soms nauwelijks zichtbaar aan de oppervlakte, maar altijd aanwezig, voedend en dragend. Zelfs in de woestijn van het leven kan deze stroom ons verfrissen.

 

Groei

Vreugde groeit niet vanzelf, maar kan wel gevoed worden. Hier zijn enkele praktische manieren om te groeien in vreugde in God:

- Leef met een dankbaar hart. Dankbaarheid opent de ogen voor het goede dat God geeft. Hoe vaker we stil staan bij wat we ontvangen, hoe meer vreugde we ervaren.
- Zoek Gods aanwezigheid. In zijn nabijheid is overvloedige vreugde (Ps. 16:11). Tijd in gebed, aanbidding en meditatie bij Gods Woord verdiept onze vreugde.
- Dien anderen. Vreugde groeit als we onszelf geven: het is zaliger te geven dan te ontvangen (Hand. 20:35).
- Blijf verbonden met anderen. Samen vreugde vieren, samen zingen, samen geloven – dat versterkt het besef dat we een God van hoop dienen.

 

Vreugde in God is geen emotie die komt en gaat met de omstandigheden, maar een innerlijke kracht. Ze ontspringt uit het kennen van Gods karakter, Zijn beloften en Zijn nabijheid. Ze is niet alleen voor wie sterk of vrolijk is, maar juist ook voor wie gebroken is en zich vastklampt aan genade. In Christus wordt die vreugde onze realiteit – hier en nu, en eens volmaakt in de eeuwigheid.

Of je nu lacht of huilt, het diepe weten dat God goed is en dat Hij jou niet loslaat, is de bron van vreugde die niemand je kan afnemen.

 

Jurrian Oosterbroek, Dronten