Gelukkig zijn en goed leven, dat is onze bestemming als mensen. Zo’n ‘vervuld’ leven komt niet alleen tot uiting als we lastige beslissingen moeten nemen, maar ook en vooral in het alledaagse, gewone leven. Daarover heeft dr. Pieter Vos een mooi boek geschreven: Het goede in het gewone leven.

 

Altijd is over vragen rondom gelukkig leven nagedacht. In de traditie waarin wij staan, is daarbij veel nadruk gelegd op de geboden van God: als we goed en gelukkig willen leven, moeten we daaraan gehoorzaam zijn. Protestantse schrijvers bespraken deze geboden doorgaans aan de hand van de tien geboden die God bij de Sinaï aan Israël heeft gegeven.

 

Karaktereigenschappen

Vaak is gedacht dat onze protestantse traditie afstand nam van het denken over deugden en dat zij alle nadruk heeft gelegd op gehoorzaamheid aan geboden. Deugden waren verdacht. Wie veel daarover spreekt, zo was de gedachte, gaat uit van een optimistisch mensbeeld: mensen zijn zelf in staat het goede dat in aanleg in hen aanwezig is, te ontwikkelen.

Pieter Vos laat echter zien dat onze gereformeerde traditie niet slechts aandacht heeft gehad voor gehoorzaamheid aan Gods geboden, maar ook voor de houding van mensen achter hun handelen. Ook dat is belangrijk: wat zijn de karaktereigenschappen die nodig zijn voor het handelen naar de wil van God? Dit is de vraag naar de deugden. Deugden zijn onmisbaar voor de vervulling en bloei van menselijk leven. Goed en gelukkig leven gaat niet alleen over ons handelen, maar ook over onze innerlijke gesteldheid. Dit is een aspect waarvoor ook het protestantisme aandacht heeft gehad.

Het protestantisme sloot daarin aan bij een lange traditie. Zo was er in de kerk van de middeleeuwen veel aandacht voor de deugden. De vier belangrijkste karaktereigenschappen, die telkens weer worden genoemd, zijn: verstandigheid, moed, matigheid en rechtvaardigheid. Dit zijn de zogenaamde kardinale deugden: daar draait onze innerlijke houding, ons karakter om. Ook de oude Grieken, zoals de filosoof Plato, spraken al over deze belangrijke deugden. Aristoteles, de bekendste leerling van Plato, besprak in zijn colleges ook nog andere voortreffelijke karaktereigenschappen, zoals de eigenschap van mild geven als je goed in de slappe was zit. Deze eigenschappen zijn in aanleg in mensen aanwezig, maar moeten onder leiding van het verstand tot ontwikkeling worden gebracht. Deze ontwikkeling vindt onder andere plaats door training en gewoontevorming. Als je bijvoorbeeld steeds probeert je moedig te gedragen, wordt de deugd van moed vanzelf een karaktereigenschap. Daarnaast helpt ook dat je let op mensen die voorbeeldig gedrag vertonen om hen vervolgens na te volgen.

Aristoteles heeft daarover veel zinnige dingen gezegd. Aan deze filosoof heeft de kerk van de middeleeuwen veel ontleend. Maar zij voegde ook iets toe aan diens deugdleer. Zij zei dat naast de natuurlijke deugden ook bovennatuurlijke deugden nodig zijn: geloof, hoop en liefde.

 

Bijdrage

Pieter Vos stelt dat de protestantse traditie een constructieve bijdrage kan leveren aan het nadenken over de rol van deugden in moraal. Deze eigenschappen zijn nodig voor geluk in het gewone leven. Juist in de protestantse traditie is altijd grote nadruk gelegd op gehoorzaamheid aan God in het gewone leven. Bovendien wordt anders dan de rooms-katholieke traditie geen onderscheid gemaakt tussen gehoorzaamheid van ‘geestelijken’ en ‘niet-geestelijken’. Voorbeeldfiguren vinden we niet alleen bij ‘heiligen’, maar juist ook om ons heen, in het gewone dagelijkse leven.

Maar de bijdrage van de protestantse traditie aan het nadenken over deugden in moraal reikt verder. Als het gaat over de ontwikkeling van deze eigenschappen, kan gemakkelijk het idee ontstaan dat wij deze ontwikkeling in eigen hand hebben. We verzanden dan in de gedachte dat de mens van nature goed is en dat hij zijn eigen geluk tot stand kan brengen. De protestantse traditie daarentegen benadrukt dat een goed en gelukkig leven uiteindelijk alleen maar kan bestaan in relatie tot God. Zo’n leven is zijn gave, die Hij uit genade schenkt. Pas in zijn nieuwe wereld die eens definitief tot openbaring komt, zal dat goede leven volkomen tot vervulling komen.

Gelovigen mogen vooral zien op Christus: Hij heeft voor de zijnen een rechtvaardige verhouding tot God tot stand gebracht en daarmee de basis voor hun innerlijke houding als grondslag voor hun doen en laten. Eveneens is Hij voor hen het ultieme voorbeeld voor een gelukkig en vervuld leven voor het aangezicht van God. In de zwakte die we allemaal kennen als het om moraal gaat, zijn we afhankelijk van zijn genade en het vernieuwende werk van zijn Geest.

 

Geboden

Bovendien is de protestantse nadruk op de geboden van God een stimulans voor de ontwikkeling van een gelukkig en vervuld leven. Terwijl het nadenken over deugden aansluit bij wat in aanleg in ons mensen aanwezig is, bevat de wet van God juist een aansporing die van buiten ons komt. De wet spoort aan om het goede te doen, ook als we daartoe niet altijd geneigd zijn. We worden dan niet alleen gemotiveerd door het doel dat voor ons ligt (een goed en gelukkig leven), maar ook aangesproken door het woord van onze Schepper.

Eveneens onderstreept de protestantse traditie dat de morele kennis die we als mensen van nature hebben, op zichzelf niet voldoende is voor een goed en gelukkig leven. Onze kennis is vertroebeld door de zonde. Daarom ook is de wet van God nodig. Ze leert ons zien wat werkelijk goed is en ons echt een gelukkig en vervuld leven geeft. Zo is deze wet een regel voor een leven in overeenstemming met de wil van God; ze geeft invulling aan deugdzame karaktereigenschappen. De openbaring van God is nodig om daadwerkelijk tot bloei te komen als mens.

 

Pieter Vos, hoogleraar ethiek en geestelijke verzorging bij de krijgsmacht aan de Protestantse Theologische Universiteit in Utrecht, heeft een mooi boek geschreven, dat vooral van belang is voor diegenen die geïnteresseerd zijn in ethiek en filosofie. Het boek is deel 45 in de christelijk-filosofische reeks Verantwoording. Deze reeks biedt bijdragen aan de ontwikkeling van christelijk-filosofisch gedachtegoed en de toepassing hiervan op specifieke vakgebieden.

 

D.J. Steensma, Feanwâlden

 

N.a.v. Pieter Vos, Het goede in het gewone leven. Protestantse deugdethiek. Verantwoording 45, Buijten & Schipperheijn: Amsterdam, 2025, 212 p., € 23,90, ISBN 978 94 6369 309 7