Heel lang geleden ontstond een lijst met zeven hoofdzonden. Na wat oudere (en zelfs al voorchristelijke) versies was het paus Gregorius I (540-604) die een officiële lijst samenstelde. Daar stonden de volgende zonden op: gula, acedia, luxuria, superbia, ira, invidia en avaritia. Vertaald naar het Nederlands zijn dat vraatzucht, luiheid, lust, hoogmoed, woede, jaloezie en hebzucht. In latere versies komt de hoogmoed voorop te staan.
Dat paus Gregorius zo’n lijst vaststelde heeft ermee te maken dat het christendom dan ruim honderd jaar staatsgodsdienst is. Het heeft zich razendsnel door Europa verspreid. Maar tegelijk heeft het aan kracht verloren. Ooit was je christen vanuit een persoonlijke overtuiging. Nu wilde iedereen graag christen- zijn, want dat leverde maatschappelijk voordeel op. De christennaam werd een vlag die de lading vaak niet kon dekken. De lijst met zeven hoofdzonden moest helpen om de middeleeuwers duidelijk te maken welke dingen niet te verenigen zijn met het leven als christen.
Opmerkelijk
Sindsdien kom je die lijst nogal eens tegen. Bijvoorbeeld in het bekende werk van Dante Alighieri ‘De goddelijke komedie’ uit de veertiende eeuw. Dante geeft een ‘beschrijving’ van hemel en hel die het christendom diep beïnvloed heeft. Hij vertelt daarbij ook van de louteringsberg, die uit zeven lagen is opgebouwd, overeenkomend met de zeven hoofdzonden. Zielen die de hemel mogen binnengaan worden daar volgens hem eerst gestraft en zo gelouterd.
Markant zijn ook de schilderijen van Jheronimus Bosch uit de vijftiende eeuw en van Pieter Breugel uit de zestiende eeuw. Zo werden ook mensen die niet konden lezen, voor deze zonden gewaarschuwd. Het was een tijd met rampen en dreigingen, en dat motiveerde mensen om zich ernstig te bezinnen op hun zonden.
Opmerkelijk is dat de lijst met hoofdzonden in onze tijd – na een periode dat hij wat ‘uit beeld’ was – weer nieuwe aandacht krijgt. Ik noem twee recente publicaties: Het verlaten individu van Esther van Fenema uit 2022, en Hartstochten van de ziel van Rowan Williams uit 2025. Van Fenema is psychiater en zij geeft aan de hand van de zeven hoofdzonden een diepere duiding van de problemen waarmee we zoal terechtkomen in de spreekkamer van de psychiater. Williams is bekend geworden als bisschop van de Anglicaanse Kerk en ook hij wil met zijn boek moderne mensen helpen de ups en downs van hun leven te begrijpen.
Leegte
Wat is de reden voor deze nieuwe interesse? Van Fenema gaf haar boek over de hoofdzonden als titel mee: Het verlaten individu. Zij beschrijft hoe na de Tweede Wereldoorlog de verzuiling verdween. Destijds leefden we samen met mensen van dezelfde overtuiging: rooms-katholieken, protestanten, socialisten en liberalen. Binnen deze groepen gold het gezag van de leiders, en een welomschreven moraal. Levensvisie en moraal werden overgedragen binnen het groepsverband: de vakbond, de kerk, de jeugdbeweging, eigen scholen, kranten en politieke partijen. Echter, die zuilen zijn de laatste decennia in rap tempo weggevallen. Van Fenema denkt dat dit te maken heeft met de schrik die we overgehouden hebben aan de Tweede Wereldoorlog toen een ‘giftige autoriteit’ de groep van de nationaalsocialisten zo duivels misleidde. Sindsdien wantrouwen we ‘de groep’ en dulden we geen autoriteit boven ons die we domweg moeten volgen. Eigenlijk hebben we onszelf tot God gemaakt. Van Fenema: ‘De boodschap die de slang nu influistert is gevaarlijker dan ooit: er bestaat geen goed en kwaad, alles wat jij doet is goed want je bent zelf God. Het gevolg is dat iedereen zelf bepaalt wat goed voor hem is en we elkaar steeds verder loslaten.’
Er zijn geen algemeen aanvaarde normen en waarden meer die een plek hebben in verenigingen en organisaties binnen de samenleving en ook in het gezin en op school, waardoor ze bijna als vanzelf van generatie op generatie worden overgedragen. Niemand weet nog precies hoe het moet en wat de zin van het leven is. En in deze leegte, dit vacuüm gaan mensen volop vervulling zoeken in de zeven hoofdzonden.
Gesprekspartners
Van Fenema laat zo wel een heel ander geluid horen dan bijvoorbeeld Rutger Bregman in zijn boek De meeste mensen deugen (2019). Beiden zijn eenzijdig, en ik denk bewust. Bregman wil ons aanmoedigen om in deze wereld niet bij de pakken neer te gaan zitten, omdat de geschiedenis laat zien dat er altijd mensen geweest zijn die onder heel moeilijke omstandigheden toch het goede gedaan hebben. Van Fenema wil vooral verhelderen wat zij als psychiater allemaal mis ziet gaan onder mensen in bijvoorbeeld overprikkeling, depressies, verslaving, een graai- en bonuscultuur en grensoverschrijdend gedrag. Het zal niet zomaar zijn dat vandaag juist enkele psychiaters de alarmbel luiden.
Ik noem ook de bekende Belgische psychiater Dirk de Wachter. Net als Van Fenema noemt hij het ontbreken van een duidelijk levensbeschouwelijk klimaat in de samenleving. Als je het boek van Van Fenema leest zou je bijna denken dat haar boodschap is: terug naar het christelijk geloof, ook al omdat ze zoveel uit de Bijbel citeert.
Ook bij Dirk de Wachter merk je zijn rooms-katholieke achtergrond. Toch geloven beiden niet meer in God op de klassieke manier. De Wachter noemt zich een non-theïstisch christen: hij wil leven met de christelijke waarden zonder ouderwets godsgeloof. Bij Van Fenema staat ‘God’ voor ‘het hogere dat ons disciplineert en het gemeenschappelijke doel vormt waarvoor we willen leven’.
Ik heb dan weer van Tomas Halík geleerd dat we als christenen dergelijke gesprekspartners serieus moeten nemen. Er is geen begrip in de wereld zo ‘vervuild’ geraakt in als het godsbegrip, zodat juist diep en serieus levende mensen ermee vastgelopen kunnen zijn. We moeten zoveel mogelijk mensen betrekken bij het gesprek over hoe de leegte in onze cultuur weer gevuld kan worden, met betekenis, met vertrouwen, hoop en liefde. Bijzonder dat ook buiten de kerk stemmen klinken die de mensen op hun zonden wijzen. Alle reden om in een paar artikelen stil te staan bij die lijst met hoofdzonden.
Henk Mijnders, Zwolle
Ds. H.C. Mijnders is emeritus predikant van Zwolle.