Dit jaar is het precies zeventienhonderd jaar geleden dat in het westen van het huidige Turkije het eerste oecumenische concilie gehouden werd. Deze algemene kerkvergadering in de stad Nicea werd in 325 na Christus bij elkaar geroepen door keizer Constantijn om vragen te beantwoorden die gerezen waren in de vroege kerk: wie is Jezus nu precies?, en: hoe verhoudt Jezus Christus zich tot God de Vader en de Heilige Geest?

 

Op het concilie van Nicea werd de eerste versie vastgesteld van de belijdenis die wij later de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel zijn gaan noemen. Vaak is het de gewoonte dat deze belijdenis op de grote feestdagen gelezen wordt.

Net als in de apostolische geloofsbelijdenis wordt het geloof beleden in de drie-enige God: Vader, Zoon en Heilige Geest. De geloofsbelijdenis van Nicea begint met de belijdenis dat ‘wij geloven in één God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen’. Als christenen geloven wij dus dat er slechts één God is. Deze God staat aan het begin van alles wat er bestaat. Niet alleen de dingen die wij om ons heen kunnen waarnemen – zoals de dieren, de planten en de hemel – maar ook de dingen die voor ons onzichtbaar zijn, zoals de engelenwereld, zijn door Hem geschapen.

 

Persoonlijke relatie

Nu kan het geloof in God als Schepper nog vrij abstract en algemeen blijven. Er zijn genoeg mensen die, wanneer ze naar de schoonheid van de natuur kijken, zeggen dat er ‘iets goddelijks’ moet zijn dat boven alles staat. Ook de moslims geloven in één god en ook zij belijden dat er één schepper is van hemel en aarde. Een almachtige God die alles gemaakt heeft, kan ook een god op afstand blijven die voor je gevoel weinig met jouw eigen leven van doen heeft. Als wij met de woorden van de geloofsbelijdenis van Nicea ons geloof belijden dan moeten wij dat echter niet alleen met ons hoofd maar ook met ons hart doen. De geloofsbelijdenis is niet zomaar een oude theologische tekst, maar wil ons helpen om woorden te geven aan onze persoonlijke relatie met de God die zich in de Bijbel aan ons openbaart en die niet verandert. De God die wij belijden, is niet een willekeurige god met een kleine letter. Het is de HEERE die zich persoonlijk bekend maakt en die ónze God wil zijn.

Het woord ‘Vader’ in de eerste regel van de geloofsbelijdenis leert ons een aantal belangrijke lessen. Wij mogen de Schepper van hemel en aarde kennen als onze Vader. Dat dit mogelijk is, komt doordat Hij in eeuwigheid Vader is. Dit komt in het geheel van de geloofsbelijdenis tot uitdrukking in het feit dat wij ook ons geloof belijden in de Zoon en de Heilige Geest.


 

Veel woorden

De geloofsbelijdenis vervolgt met de belijdenis dat wij geloven in één Heer Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God. Evenals de Twaalf Artikelen tekent de geloofsbelijdenis van Nicea een beweging van boven naar beneden én een beweging van beneden naar boven wanneer het gaat om God de Zoon.

Wat vooral opvalt aan deze geloofsbelijdenis is dat onze voorvaderen veel woorden gebruikt hebben om de relatie te beschrijven tussen God de Zoon en God de Vader. Uiteindelijk blijft het echter een geheimenis waarin men, net als de evangelist Johannes, slechts in dichterlijke taal over kan spreken: In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God (Joh. 1).

Dit alles heeft direct te maken met de reden waarom het concilie van Nicea door keizer Constantijn bij elkaar geroepen was. In Egypte was er een ambtsdrager genaamd Arius die zei dat er een tijd was waarin de Zoon er niet bestond. De prediking van Arius kwam er dus op neer dat Jezus Christus niet helemaal gelijk was aan God maar eerder het hoogste door God geschapen schepsel was. Deze leer is op het eerste gezicht aantrekkelijk omdat zij de eenheid van God benadrukt. Maar uiteindelijk is dit niet wat de Bijbel ons leert over onze Zaligmaker. Jezus is waarlijk Heere, dat wil zeggen dat Hij één is met de Vader en de Heilige Geest.

Hoe geweldig is het dat wij mogen weten dat het God (de Zoon) zelf is die tot ons gekomen is om ons te redden! Hij is de eniggeboren Zoon van God, maar Hij kwam opdat ook wij door Hem kinderen van God zouden worden. Een ander schepsel had nooit de last van onze zonden kunnen dragen. Wij mogen nu echter weten dat onze verlossing zeker is door die ene Naam: Jezus.


 

Oudchristelijk lied

Wanneer de geloofsbelijdenis bij de persoon en het verlossingswerk van God de Zoon uitgebreid stilgestaan heeft, spreekt zij over het geloof in de derde persoon van de Drie-eenheid. In de eerste versie van de geloofsbelijdenis werd heel eenvoudig beleden: wij geloven in de Heilige Geest. Later werd de tekst uitgebreid tot de geloofsbelijdenis zoals wij die nu kennen.

De kerk kan pas ontstaan door de Heilige Geest, die tegelijk de Geest van Christus is. Zoals God Christus in de wereld gezonden heeft, zo zendt Christus zijn leerlingen uit. Als de Geest in hun harten uitgestort wordt, kunnen zij niet anders dan getuigen van de opgestane Heer. Door de Geest van Christus wordt het evangelie verspreid.

 

De aller vroegste christelijke belijdenis komen wij tegen in het Nieuwe Testament. In 1 Korintiërs 12:3 lezen wij bijvoorbeeld dat niemand kan zeggen: Jezus is Heere, dan door de Heilige Geest. In Filippenzen 2 citeert de apostel Paulus waarschijnlijk een oudchristelijk lied waarin de weg van onze Heere Jezus Christus bezongen wordt: vanuit de hemelse heerlijkheid daalde Hij neer tot ons en uiteindelijke vernederde Hij zichzelf in de dood aan het kruis. Vervolgens is onze Here Jezus Christus door de Vader verhoogd en uiteindelijk moet heel de schepping voor Hem buigen en tot de belijdenis komen: Jezus is Heere! De Heilige Geest werkt geloof in onze harten door de verkondiging van het evangelie. Daardoor mogen ook wij belijden en getuigen!

 

Hendrik-Jan van der Wal, Groningen

 

Proponent H.-J. van der Wal is pastor van de Hervormde Gemeente Urk (de Ark) en heeft in Groningen een module over dit onderwerp verzorgd in het kader van theologische vorming van gemeenteleden.

 

 


Geloofsbelijdenis van Nicea

 

Wij geloven in één God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en de aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.

En in één Here Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God; geboren, niet gemaakt, van hetzelfde Wezen met de Vader; door Wie alles is geworden;

Die, om ons mensen en om onze zaligheid, is neergedaald uit de hemel en is vlees geworden door de Heilige Geest uit de maagd Maria en is mens geworden; die ook voor ons is gekruisigd onder Pontius Pilatus, geleden heeft en begraven is, en op de derde dag is opgestaan volgens de Schriften, is opgevaren naar de hemel, zit aan de rechterhand van de Vader, en zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen de levenden en de doden, en aan zijn rijk zal geen einde komen;

En in de Heilige Geest, die Here is en levend maakt, die uitgaat van de Vader en de Zoon, die samen met de Vader en de Zoon aanbeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten.

En één heilige, katholieke en apostolische kerk.

Wij belijden één doop tot vergeving van de zonden.

En wij verwachten de opstanding van de doden en het leven in de wereld die komt.

Amen.