In mijn eerste artikel ben ik ingegaan op hoe wij kunnen bidden voor de staat Israël zoals die sinds 1948 bestaat, alsook de huidige politieke werkelijkheid. In dit tweede artikel ga ik in op Israël als land en volk. Hoe mogen wij daarvoor bidden in onze kerken en huizen?

 

We mogen Gods zegen vragen over het land dat in de Bijbel vaak genoemd wordt. Juist dít land (voorheen Kanaän) werd ooit als het ‘beloofde land’ door God aan zijn volk Israël gegeven. Een land waarvan zo’n twintig keer in de Bijbel staat dat het ‘overvloeit van melk en honing’, een buitengewoon goed land! Moge Hij zon, dauw en regen geven over het land dat Hij gaf aan zijn volk. Denk aan Psalm 85: U bent uw land genadig geweest, HEER (…) De HEER geeft al het goede: ons land zal vruchten geven (NBV21).

 

Verwondering

Een van de dingen die het land Israël bijzonder maakt, is de vruchtbaarheid. Je vindt er tarwe, gerst, dadels, druiven, vijgen, granaatappels en olijven. De flora en fauna die je in Israël aantreft, brengt ons in verwondering. Lees Psalm 104 maar eens. De dieren en planten die je in dit lied tegenkomt, vind je ook buiten Israël. Maar het lijdt geen twijfel dat de dichter vooral in Israël om zich heen gekeken heeft: bloemen, bomen, bronnen, beken en bergen, wilde ezels, steenbokken, klipdassen en ooievaars. Het is goed om zegen te vragen over het land dat God ooit uitkoos om aan zijn volk te geven (Gen. 28:13-15).

In Israël is droogte een oprukkend probleem. De Dode Zee droogt bijvoorbeeld steeds verder op. Vraag God om dauw en water, zodat de woestijn mag bloeien als een roos (Jes. 35:1). Danken mogen we voor de vele irrigatietechnieken die dit bijzondere land schoonheid geven. In Israël weten ze als geen ander hoe je met weinig water veel kunt bereiken. Een wonder!

In dit schitterende land ligt ook de ‘stad van God’, Jeruzalem, in de Bijbel vaak ‘Sion’ genoemd. God koos een land, een volk én een stad! Ken je oproep van Psalm 122? ‘Bid om vrede voor Jeruzalem, laat het goed gaan met hen die u liefhebben. Laat vrede binnen uw vestingwal zijn, rust in uw burchten. Omwille van mijn broeders en mijn vrienden spreek ik nu: Vrede zij in u!’ (HSV). Het gebed om Gods sjaloom over zijn stad en land is voluit bijbels. Het zijn niet ‘zomaar’ een land en een stad. Door te bidden voor dit land en deze stad erkennen wij dat ze een unieke plek hebben in het heilsplan van God. Daarom bidden wij om vrede over Israël en Jeruzalem!

 

Delen

God laat weten dat zijn volk het land ‘in bruikleen’ heeft. Het land kan de Israëlieten weer ‘uitbraken’ als ze het verontreinigen door zich niet aan de Thora te houden (Lev.18:28). God wil dat recht en gerechtigheid wonen in het land, en dat ook anderen er in vrede kunnen wonen. Het land is ‘geleend’ en moet gedeeld worden! Laten wij daarvoor bidden.

De Thora roept op om goed met vreemdelingen om te gaan. Er staat geschreven (HSV): De vreemdeling die bij u verblijft, moet voor u zijn als een ingezetene onder u. U moet hem liefhebben als uzelf, want u bent zelf vreemdelingen geweest in het land Egypte. Ik ben de HEERE, uw God (Lev.19:34). Daarom bidden wij of álle inwoners van het land een goed leven mogen hebben. Israël is wel de eerste, maar niet de enige die mag wonen in dit land! Onderdrukking of discriminatie van minderheden of kwetsbaren komen niet overeen met Gods geboden.

 

Volk

Omdat Israël Gods volk is en blijft, bidden wij voor de nakomelingen van de aartsvaders. Wij geloven dat wie Israël zegent, gezegend zal worden (Gen.12:3). Israël is immers de ‘bruid van God’ (Hos. 2:18), Gods eerstgeboren zoon (Ex. 4:22), Gods oogappel (Zach. 2:8). In de Thora zegt God (HSV): Want u bent een heilig volk voor de HEERE, uw God. De HEERE, uw God, heeft ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is. Niet omdat u groter was dan al de andere volken heeft de HEERE liefde voor u opgevat en u uitgekozen, want u was het kleinste van al de volken. Maar vanwege de liefde van de HEERE voor u… (Deut. 7:6-8).

Bidden voor het volk van God is pleiten op de trouw en het verbond van God! Vraag de Almachtige of Hij al zijn beloften aan zijn volk wil vervullen.

Waarom bidden wij voor dit volk? Paulus legt uit dat dit volk een bijzondere plek heeft bij God (NBV21): Dat zijn de Israëlieten, die God als zijn kinderen heeft aangenomen en aan wie Hij zijn nabijheid, de verbonden, de wet, de tempeldienst en de beloften heeft geschonken. Het is het volk dat van de aartsvaders afstamt en waaruit Christus is voortgekomen – Hij die God is, boven alles verheven, zij geprezen tot in eeuwigheid. Amen (Rom. 9:4-5).

God zij gedankt en geloofd dat Hij aan ons, mensen uit de heidense volken, de Messias en Redder gaf uit zijn volk Israël!

 

Jesjoea

Als wij bidden voor Israël, dan mogen we niet vergeten dat dit volk door de eeuwen heen in naam van Christus helaas is vervolgd en vermoord. In die zin hebben ‘christenen’ de Joden met hun woorden en daden eerder vervloekt dan gezegend. Dat mag ons nu juist aansporen tot liefde, trouw en zorgvuldigheid in onze gebeden.

Boven alles bidden wij of Israël de Messias, Jesjoea, mag leren kennen en volgen. Laten wij bidden voor religieuze én seculiere Joden. Want Híj is het die zijn volk zal bevrijden van hun zonden (Mat. 1:21). En laten wij dan onze broeders en zusters, de Messias-belijdende Joden, niet vergeten. Zij hebben het soms erg moeilijk omdat een deel van hun volksgenoten niets van Jezus wil weten. Maar hun aantal groeit! Steeds meer Joden leren Jezus als hun Heer en Verlosser kennen. Blijf daarom bidden, net als Paulus deed.

 

Lieuwejan van Dalen, Zwolle

 

Ds. L. van Dalen is predikant in Zwolle en lid van het deputaatschap kerk en Israël