ImageHoeveel mag je verwachten van een gebed om genezing? Ik hoor in gesprekken met christenen de meest uiteenlopende antwoorden op die vraag.
Aan de ene kant pleiten sommigen voor de uiterste terughoudendheid. Zij betwijfelen zelfs de zin van het bidden om genezing, onder de indruk als zij zijn van de wetmatigheden in de natuur, ook als het gaat om ziekte en gezondheid. Naar hun gevoel moet je niet van God verwachten dat Hij om zo te zeggen inbreekt in die natuurlijke processen. Het gebed voor zieken zou zich naar hun mening niet moeten richten op genezing, maar eerder op het aannemen van een goede levenshouding.
Aan de andere kant is er zo iets als de herontdekking van het gebed om genezing. Die is te vinden bij christenen, die er juist van onder de indruk zijn gekomen dat God nog altijd wonderen doet. Zij vinden dat we in de kerk vaak niet vurig genoeg bidden voor de zieken. Gestimuleerd door getuigenissen over gebedsgenezing, zijn hun verwachtingen bij het gebed om genezing hooggespannen. Sommigen opperen, dat we van de Here God misschien wel minder ontvangen dan Hij wil geven, door een te bescheiden of zelfs berustende houding.
Tussen deze twee uitersten in zoeken anderen de nuance. Zo wordt wel onderscheiden tussen 'genezing' en 'heling' en wordt benadrukt dat God ook kan 'helen' wanneer Hij niet geneest. Of men sluit zich aan bij het oude gezegde: 'De arts verbindt; God geneest.' Dan is het gebed om genezing vooral een gebed om zegen over de behandeling en over de medicijnen. Maar hoe men het gebed voor zieken ook benadert: het gaat zelden of nooit om een theoretische bespiegeling. Ziekte en gezondheid raken een mens immers diep. We hebben ook allemaal ervaringen met het gebed, positieve en negatieve. Daarbij komen de ervaringen van andere christenen. Berichten over wonderbare genezingen in charismatische kringen zetten aan het denken, of roepen vragen op, of onrust, of scepsis. En steeds weer kom je uit bij de vraag: 'Hoe bid ik z?lf, als ik geconfronteerd word met ziekte bij mijzelf of bij anderen? Wat mag ik van God verwachten, en wat niet?' Het is geen gemakkelijke vraag om te beantwoorden. Ik weet er alles van, als mens, als pastor, en als voorganger in de gemeentelijke voorbede.
Daarom ben ik blij met de verklaring over 'Gebed en Genezing' die anderhalf jaar geleden is uitgegaan van twee organisaties uit de kringen van 'charismatische vernieuwing', de Nederlandse Lucas Orde, en de Charismatische Werkgemeenschap Nederland. Hier wordt, om zo te zeggen, in een onoverzichtelijke delta een veilige vaargeul gewezen. Ik laat hieronder de Verklaring volgen, en geef er vervolgens toelichting en commentaar op.
Gebed en genezing
Gezamenlijke verklaring van de Charismatische Werkgemeenschap Nederland en de Nederlandse Lucasorde
1.    Het heil waar de bijbel het over heeft, omvat alle facetten van het menselijk leven. God redt ons hele bestaan. Hij wil door zijn Geest mens en wereld vernieuwen. Dit besef is de eeuwen door levend gebleven. In onze tijd heeft dit geloof nieuwe vorm gevonden in de charismatische en pentecostale vernieuwing, die zich wereldwijd voltrekt. De ontdekkingen daar gedaan, sluiten aan bij het optreden van Jezus en het leven van de jonge kerk. Het nieuwe leven breekt bij Jezus baan in tekens van herstel en vergeving. De Geest van Christus zet dit werk voort in het schenken van geloof, vruchten en gaven. Wij beschouwen de herontdekking van het werk en de gaven van de Geest als een gave aan de kerken in Nederland.
2.    Het behoort tot de opdracht van de christelijke gemeente om voor en met mensen te bidden. Mensen hebben immers te maken met nood en dreiging van allerlei aard. Tot die nood en dreiging behoren ook situaties van ziekte waarin mensen psychisch of lichamelijk bedreigd worden. In het gebed worden mensen in hun nood onder de levengevende macht van God gesteld. Aansluitend bij internationaal woordgebruik noemen we dit de dienst der genezing. Deze dienst gaat in de praktijk dikwijls gepaard met handoplegging en/of zalving. Hij staat naast andere bedieningen, zoals de dienst der barmhartigheid. De dienst der genezing kan gezien worden als een pastorale bediening. Hij is onderdeel van de overkoepelende bediening van Woord en Sacrament. Wij bevelen daarom de dienst der genezing aan als een wezenlijk bestanddeel van het leven van de kerk.
3.    De dienst der genezing concurreert niet met de moderne geneeskunde; beide zijn veeleer als partners te beschouwen op zoek naar een menselijk bestaan. Door medische wetenschap en geneeskunde ontvangen mensen verlichting en genezing. In de dienst der genezing wordt de hele mens die heil en genezing zoekt voor God gesteld. Vanuit die omgang met God wordt dankbaar in ontvangst genomen wat God wil geven. Wij beschouwen de moderne geneeskunde als een gave van God. Wij keren ons met kracht tegen vormen van pastoraat waarin het medisch handelen als inferieur wordt beschouwd aan de dienst der genezing of andere spirituele geneeswijzen.
4.    Het gebed met en voor de zieke in de dienst der genezing vindt plaats met verwachting en volharding. Dat is iets anders dan zekerheid, dat precies dat ontvangen wordt waarvoor gebeden wordt. Mensen vertrouwen zich in het gebed en bij de handoplegging toe aan de beschermende en levengevende macht van God. God zelf in zijn ontferming is uitgangspunt en richtpunt. De wijze waarop het gebed verhoord wordt is een zaak van God, die in al zijn werk vrijmachtig is, genadig en trouw. Dit schenkt ons enerzijds vrijmoedigheid tot volhardend gebed. Anderzijds is er een grens aan de verwachting dat de volkomenheid reeds nu in alle opzichten openbaar wordt. De opstanding van Christus betekent niet een onmiddellijk herstel van mens en wereld. De voleinding komt nog. De Geest van God zucht met ons in de tijd. De Geest brengt ons in aanraking met het heil van Christus op een manier, die de realiteit van het kruis en lijden niet opheft. Gods Koninkrijk breekt zich baan, maar is nog niet voltooid.
5.    God is met ons onderweg. Hij keert zich helend naar ons toe in vergeving en genezing. Onze naam staat in zijn handpalm geschreven. Daarom geloven wij dat God een actieve en intense betrokkenheid heeft bij ons bestaan en keren wij ons tegen de suggestie dat God een iets is of een universele energie.
6.    De dienst der genezing onderscheidt zich van vormen van gebedsgenezing waar met beroep op de opstanding van Christus geleerd wordt dat elke zieke op het gelovige gebed zal genezen. Christus leerde zijn leerlingen om te bidden, en dat is iets anders dan claimen. Het gebed om de komst van zijn rijk en om de manifestatie van dat rijk is de opdracht die de gemeente niet mag verwaarlozen. Zo is de dienst der genezing een vorm van oefening in gehoorzaamheid jegens God, en een belijdenis dat Christus ook vandaag de Heer is die ons van dag tot dag tegemoet komt.
De charismatische vernieuwing biedt de christelijke gemeenten een mogelijkheid tot een gelovige holistische omgang met het menselijk bestaan. Terwijl de moderne samenleving het bestaan dreigt op te delen in talloze van elkaar onderscheiden of zelfs gescheiden segmenten, behoort het tot het eigene van het christelijk geloof deze veelheid bijeen te houden in het besef dat de mens in zijn totaliteit voor God staat (coram Deo). De dienst der genezing biedt een mogelijkheid tot omgang met ziekte en nood, waarin de gehele mens die dit betreft wordt aangesproken. Het is de sacramentele en rituele verkondiging, dat de liefde van God aan aangevochten en zieke mensen levenskracht schenkt. Dat is steeds weer een bron van verwondering, die leidt tot de verheerlijking van zijn Naam.

Eindhoven                                 
Ad van der Dussen

Ad van der Dussen is kerndocent bij de Ned. Ger. Predikantenopleiding en predikant van de NGK van Eindhoven.
Deze artikelen zijn met toestemming overgenomen uit ?Opbouw?