ImageIk ken een winkelcentrum dat heet Shoppyland. Het embleem: een vrolijke kangoeroe met volle buidel. Aan dat winkelcentrum moest ik denken bij het schrijven van dit artikel. Een shoppende en hoppende kangoeroe.

Zo zijn steeds meer kerkleden, jongeren en ouderen. Regelmatig pakken ze een ?dienstje? mee elders. Daar waar een flitsende predikant spreekt of een zang- en muziekteam professioneel de samenzang diepgang geeft of gemeenteleden prachtig in een mimespel de boodschap uitbeelden. Uiteraard zit er ook iets meeslepends in het meestal massale. Er valt veel te zien, te horen, te beleven. En voor elke leeftijdscategorie is er in en rondom de dienst heel wat te doen. Dat trekt. Regelmatig blijft het dan niet bij shoppen - een enkele keer een dienst bijwonen -, maar eindigt het in hoppen: eigen gemeente loslaten en overgaan naar die andere gemeente. Ziedaar de kangoeroe-christen.

Proces
Allereerst moet gezegd worden, dat elders kerken en zich bij een andere gemeente aansluiten ook vroeger voorkwam. Feitelijk zijn onze kerken voor een deel ontstaan door shoppende en uiteindelijk hoppende (over)grootouders. Ds. Hendrik de Cock trok van heinde en verre hoorders uit andere gemeenten. Dat liep verder door in verzoeken om hun kinderen te dopen en leidde tenslotte tot afscheiding en het stichten van nieuwe gemeenten. Deze oude historie illustreert dat shoppen en hoppen meer gevolgen heeft, dan je mogelijk in eerste instantie bedoelt en denkt. Wie meent dat je met een bepaalde regelmaat eigen diensten kunt verzuimen om elders opgeladen of geestelijk gevoed te worden, moet zich realiseren dat de consequenties groter zijn dan je denkt. Je bent afwezig in eigen samenkomst. Daar is concreet op dat moment een lege plaats. Dat voel jij (nog) niet, maar zij die in die samenkomst zijn wel. Het roept vragen op: is er wat aan de hand? Of een reactie: ik heb je gemist! Je gaat minder weten van wat er in de gemeente speelt, waardoor meeleven en voorbede gaat tanen. Je bent minder beschikbaar voor taken, want ja, je bent er niet altijd. Met de gereserveerde houding naar eigen gemeente, ben je ook minder geneigd om je actief in te zetten. Je kijkt de kat wat uit de boom. Ondertussen zul je mogelijk links en rechts je commentaar geven op wat er, naar jouw idee, allemaal mis is met je gemeente, kerkenraad, predikant en wat niet al. Mogelijk draag je wel aan hoe het wel moet en weet je dat zelfs te illustreren met hoe ze het in die andere gemeente (beter) doen. Hoe dan ook werkt het shoppen vervreemdend naar beide kanten. Je plaatst je op die manier buiten die gemeenschap. De vervreemding neemt over en weer toe. Ten lange leste is er altijd wel een reden om dan nog meer in eigen gemeente teleurgesteld te zijn en te vertrekken. Een shopper wordt bijna vanzelf een hopper en dan is er weer een kangoeroe-christen bij gekomen.

Redenen
Onze voorvaderen trokken niet zo maar naar elders. Met name de prediking van ( vrijzinnige) leringen dreef hen weg; soms ook verkeerd optreden van predikant en kerkenraad. Diezelfde redenen treffen we ook vandaag aan. 1. Er zijn er die het niet langer kunnen verdragen dat on-Bijbelse dingen worden geleerd en voorgestaan. Heel wat verontrusten hebben zich de afgelopen decennia afgekeerd van hun kerk en zich aangesloten o.a. bij cg kerken. Zorgvuldig of minder zorgvuldig, we hebben ook zelf shoppende en hoppende kerkleden aanvaard en begroet als broeders en zusters in de Here. We meenden daarmee een goed werk te doen en het heil van deze mensen en hun kinderen op het oog te hebben. En terecht. Wanneer de reden is om valsheid in leer en leven te weerstaan en te ontvluchten, dan kan dat een wettige reden zijn. Daarin zit iets van wat wij in Art. 28 van de Ned. Geloofsbelijdenis uitspreken: ?Om dit alles des te beter na te komen behoren alle gelovigen overeenkomstig Gods Woord zich af te scheiden van hen die niet tot de Kerk behoren.? Tegelijk zeg ik erbij: dit artikel moet met voorzichtigheid en bescheidenheid gehanteerd worden. Zo gauw spreek je te grote woorden over jezelf en te minne woorden over de ander. 2. Vandaag voegt zich bij die min of meer wettige reden, de verandering van inzicht bij kerkleden. Regelmatig komt het voor dat leden van een gemeente op basis van Bijbelstudie, door gesprekken met andere christenen en door ervaringen in andere kringen, tot een ander inzicht komen met betrekking tot de doop, of de inrichting van de samenkomst of de deelname van mannen en vrouwen. Concreet: het inzicht breekt door dat de kinderdoop niet Bijbels zou zijn, maar de volwassendoop wel. Een volgende stap is dan dat men zich laat overdopen. Bijna vanzelf ligt daar een breuk in met de eigen gemeente. Hoe verdrietig men daarover wederzijds ook is. Die breuk is er dan welhaast sowieso, omdat meestal de volwassendoop alleen maar bediend wordt, wanneer men ook lid wordt van die gemeente. 3. Er zijn er ook die juist vanwege de sfeer gaan shoppen en vervolgens gaan hoppen. De sfeer in eigen gemeente vinden ze dor en doods. De diensten zijn saai en voorspelbaar, de preken niet inspirerend en kinderen en jongeren maken het niet mee. Elders is de sfeer in elk opzicht, naar hun mening, veel beter. Er wordt vol overgave gezongen, gebeden, gepreekt, meegeleefd, georganiseerd en getuigd naar binnen en naar buiten. En de kinderen vinden het ook geweldig! Daar voelen we ons thuis! En na een tijd wordt de overstap gemaakt. 4. Shoppen en hoppen nemen ook toe omdat het zgn. kerkelijke besef bijna helemaal verdwenen is. Ouderen wisten en weten precies waarom ze (christelijk)gereformeerd waren en zijn. Dat leerden ze en dat werd hen nog eens op het hart gebonden door boeken van predikanten. Bij ons zijn er de befaamde boekjes van wijlen ds. J.H. Velema: Wat is christelijk gereformeerd? en Tussen Klem en Knoop. De jongere generatie heeft geen daar geen idee van. Daar komt bij dat vroeger de verschillen tussen kerken werden uitgediept. Vandaag worden juist de overeenkomsten onderstreept en beleefd. Naar welke kerk of gemeente je gaat, doet er niet zoveel toe, wanneer je maar een echte en levende christen bent. Met anderen heb je de ?oecumene van het hart?. 5. Om niet meer te noemen, denk ik, dat de toename van shoppen en hoppen te maken heeft met de moderne levensinstelling: in alles ben je mondig, zelf verantwoordelijk, moet je kiezen en kun je kiezen. Waarom mag ik dat wel wanneer het om mijn lichamelijke voeding en welzijn gaat en waarom zou ik dat niet mogen wanneer het om mijn geestelijke voeding en welzijn gaat? De gevolgen van dit gedrag en van deze keuzes zijn groot. Groter dan je denkt.

Assen                              
Stoffer Otten