Image?Ze lezen nieuws als journalisten. Ze kijken films als regisseurs. Ze kijken naar reclame als reclamemakers. Deze eerste positieve, slimme generatie vergt een geheel nieuwe benadering. Want als je je communicatie verkeerd inricht, dan raak je ze kwijt. Voorgoed. Dan blijven ze onverschillig of keren zich zelf van je af.? En met name het zinnetje ?? als je je communicatie verkeerd inricht, dan raak je ze kwijt. Voorgoed ...? deed de redactie van het Kerkblad vragen: Wat moeten wij daar als kerk mee? Wij communiceren nog steeds zoals we dat al eeuwen deden. Raken wij de jongeren niet kwijt omdat we het evangelie niet op een voor hen vatbare en hanteerbare manier communiceren? Want voor de generatie Einstein (geboren na 1990) geldt: ?De Kerk is haar macht over het geestelijk welbevinden ontnomen, eenieder kan nu zelf beschikken over het lijf in pijn, leven en dood. We zijn individuen geworden met een eigen wil, niet gedicteerd door geloof of andere ideologie?n?.

En daar ga je dan als kerk. De zin van jarenlange en zorgvuldig opgebouwde tradities lijkt binnen ??n generatie te verdwijnen. Hiermee bedoel ik niet de leegloop van de traditionele kerk geheel op het conto van de Einsteiners te willen schrijven. Zij zijn een stap in de ontwikkeling van generaties. De kerk had al een groot deel van haar zeggingskracht verloren voordat de Einsteiners het levenslicht zagen. Door allerhande culturele, maatschappelijke en economische ontwikkeling tussen het begin van de 19e eeuw en nu zijn mensen steeds verder vervreemd van de kerk, die vasthield aan haar gewoontes. De kerk, als ik even zo generaliserend mag spreken, bleef Bijbellezen, preken en mensen oproepen tot het eeuwige leven. Ontworstelde vroeger een enkele vrijdenker zich aan het regime van de kerk, door de jaren heen lijkt de kerkloosheid de hoofdstroom geworden en de kerkgang de uitzondering. De Einsteiner is de mens geworden, die de kerk genadeloos op een paar van haar tekorten heeft gewezen en de kerk heeft daar, traditioneel als zij is, (nog) geen antwoord op gevonden. Het is niet slechts een kwestie van zich niet meer door de kerk en haar boodschap aangesproken voelen. Voor de Einsteiner is met name de echtheid van wat wordt gezegd of gedaan doorslaggevend. De dingen worden niet meer overgenomen alleen omdat het traditie is. Echtheid is de golf geworden, waarop de sympathie van de Einsteiner surft. Daarover schrijf ik een volgende keer. Maar de kerk, de leer, de liturgie en echtheid liggen niet zomaar in elkaars verlengde. Heel veel dingen worden in en door de kerk in stand gehouden, omdat men ze gewend is, omdat het traditie is, omdat men het vroeger zo meent geleerd te hebben. Is dat erg? Nee, er zullen onder veel gewoontes en gebruiken goed doordachte Bijbelse en theologische redenen liggen. Het is echter de vraag of de kerkmens die redenen zelf nog echt kent en gelooft. Als dat niet zo is weet de Einsteiner het al voordat je het gezegd hebt. En dan ben je hem al kwijt. Waar ligt nu het antwoord op de vraag hoe de Einsteiner met de HERE, de God van het leven in aanraking komt?

Flexibiliteit
Dat antwoord moet er zijn als het waar is, wat in de kerk altijd wordt gezegd, namelijk dat de HERE God trouw is door de geslachten heen. Er zijn nu natuurlijk mensen, die zeggen: Dan moeten we het maar aan de HERE overlaten en gewoon doorgaan met wat we deden. Dat klinkt vroom, maar het lijkt mij een loze kreet. De kerk heeft dat nog nooit gedaan, dus waarom zouden we het nu wel doen? De kerk heeft altijd verantwoordelijkheid genomen om haar eigen tradities te vormen en bij te schaven, dus waarom nu niet? Het is de kerk niet eigen om zich snel aan te passen, dus of die verandering nog wat gaat worden waag ik te betwijfelen. Maar dat is geen reden om het geloofsprincipe, dat de HERE een weg zoekt naar het hart van elke generatie, aan de kant te zetten. We staan voor een grote uitdaging, dat is zeker waar. Maar als we echt geloven, wat we steeds zeggen, namelijk dat de HERE God in Christus Jezus naar ieder mens toekomt, dan zal dat ook moeten blijken in onze flexibiliteit naar de Einsteiners toe. Wat te doen? Moeten we de erediensten vullen met van beeld naar beeld flitsende vidiwalls? Als je iedereen boven de 16 jaar wilt kwijt raken moet je dat doen. Dan is de kerk alleen geen kerk meer, maar een belangengroep, die religieuze snacks serveert. Maar datzelfde geldt als we dus maar gewoon doorgaan, zoals we gaan en bij orgelklanken de berijming van 1773 blijven zingen. Het is een andere snack voor een andere leeftijd, maar het is hetzelfde principe. Het orgel met 1773 lijkt, omdat het oudere papieren heeft dan een gitaar met Opwekking, meer waar(d) te zijn, maar dat is slechts schijn. Het is en blijft een vorm, die aansluit bij de religieuze beleving van een bepaalde groep mensen. Het orgel was ook eens mode van een generatie en is door de tijd heen (welhaast goddelijk) gesanctioneerd. Een Einsteiner zal niemand zijn orgel ontzeggen. Als je het orgel fijn vindt, moet je er vooral van blijven genieten. Het orgel in een ruimte, die op preken is ingesteld, heeft voor de Einsteiner alleen even veel recht van bestaan als een vidiwall in een ruimte, die op dansen is ingesteld. En de Einsteiner accepteert niet, dat iemand nu zou gaan proberen om met welke autoriteit dan ook het ??n boven het ander te verdedigen.

Waarheid
Als u kritisch leest merkt u, dat ik hierboven eigenlijk alleen over de buitenkant en de vorm schrijf. Gaat het daar in de kerk om? Ja en nee. Nee, natuurlijk niet, het gaat om het geloof in de HERE, God van hemel en aarde. Kijk de wereld rond en je weet dat dat geloof onnoemelijk veel vormen aan heeft genomen en steeds weer aanneemt. Het gaat om de inhoud! En toch ? Ja, het gaat om de vorm. Waarom anders kunnen we ons synodes lang druk maken over het lied, de berijming, de vertaling? Waarom zijn er kerken gescheurd om vormkwesties? Vormen zijn belangrijk voor de kerkmens. Maar de Einsteiner kent aan zo'n beetje elke vorm recht van bestaan toe en zal in zijn identiteitsopbouw elke vorm ook beproeven. Nu klinkt het alsof de mens bepaalt wat de kerk is. Maar men zegt, dat het in de kerk gaat om de gehoorzaamheid aan de Waarheid. Dat klinkt echter massiever dan het werkelijk is. Die waarheid kan namelijk ook een lege huls worden of geworden zijn, een vorm, die men handhaaft, een dogma, dat tot in de puntjes wordt gedefinieerd, maar daardoor niet meer is dan de vrucht van ons brein. Het gaat namelijk ook om de houding van de mens ten opzichte van de Waarheid. En op dat punt leert de Einsteiner ons om alleen echtheid te accepteren. Want hoe je het ook wendt of keert, de Einsteiner is door zijn intu?tieve en razendsnelle identiteitsopbouw in ieder geval ??n ding: Zichzelf. De Einsteiner heeft dan ook een scherp oog voor echtheid al zullen velen dat niet zo onder woorden kunnen brengen. Een dominee wordt ook geloofd, omdat hij echt is en niet omdat hij dogmatisch juist, kerkordelijk correct of bijbels waar voorgaat. Dat is aan de ene kant het gevaar van de Einsteiner. Hij maakt zijn eigen religie. Maar daarin verschilt hij niet van alle andere mensen. Hij verschilt alleen in snelheid van verandering. Aan de andere kant is dat de winst van de Einsteiner. Echtheid is veel leefbaarder dan juistheid. En laten we eerlijk zijn: Doet de Bijbel niet regelmatig een beroep op de echtheid van ons hart? We hebben alleen de neiging om echtheid te gaan normeren. En zo doende wordt er weer een norm geboren, die in de plaats van de echtheid dreigt te gaan staan.

Is de Einsteiner daarin een ander mens dan alle andere generaties? Nee, op dat punt niet, maar wel op het uiten van zijn eigen smaak en mening op dat punt. Er wordt geen gezag meer toegekend. Een volgende keer kijken we naar wat ?echtheid? zou kunnen zijn.

Noordscheschut                               
P. van Dolderen