ImageIn het Nieuwe Testament is te lezen hoe de boodschap van Jezus Christus de wijde wereld in gaat. Niet alleen het volk van Isra?l, maar de hele wereld mag horen dat er redding is bij de God van Isra?l. Dat is anders dan in het Oude Testament, daar lijkt het heil alleen voor het volk van Isra?l te zijn. Wat is er nu precies veranderd? In dit artikel wil ik dit onderwerp kort belichten.

Tijdens een vergadering in Jeruzalem, het zogenaamde apostelconvent, wordt er stevig gediscussieerd over de noodzaak van de besnijdenis. Na de opstanding en hemelvaart van Christus en de opdracht om ?alle volken tot discipelen te maken? zijn de apostelen ook daadwerkelijk op pad gegaan. Met als gevolg dat er naast Joden ook heidenen zich bekeren tot de God van Isra?l. Moeten deze heidenen zich nu ook laten besnijden? Twee groepen staan tegenover elkaar. De ene groep pleit voor de besnijdenis voor iedereen, terwijl Petrus, Paulus en Barnabas zich hard maken voor een evangelie zonder besnijdenis voor de heidenen. Nadat Paulus gesproken heeft, spreekt Jacobus de vergadering toe. Hij doet dit met woorden die ontleend zijn aan de profetie van Amos. Hij ?citeert? Amos 9:11 en 12. ?Daarna zal Ik weerkeren en de vervallen hut van David weer oprichten en wat daarvan is ingestort, zal Ik weer opbouwen opdat het overige deel der mensen de Here zoeke en alle heidenen over welke mijn naam is uitgeroepen, spreekt de Here, die deze dingen doet?.

Citaat?
Er vallen een paar dingen op wanneer we de woorden van Handelingen 15:16-17 vergelijken met Amos 9:11-12. Allereerst dat het niet een citaat is zoals wij een citaat opvatten, een letterlijke aanhaling. Jacobus brengt in het citaat uit Amos een tweetal in het oog springende veranderingen aan. In de tabel hieronder zijn deze verschillen kort weergegeven.De grote vraag is: hoe komen we aan twee verschillende teksten? Voordat we die vraag beantwoorden, gaan we eerst naar de betekenis van beide teksten in hun context kijken.

Handelingen 15
Wat bedoelt Jacobus als hij het heeft over de opbouw van de vervallen hut van David? Het hele hoofdstuk Handelingen 15 legt de nadruk op de Here, Die initiatief neemt. Gods genade (Hand 15:12) staat centraal. Het gaat niet om rituele reinheid (besnijdenis), maar om Jezus Christus. Hij heeft de muur die scheiding maakt tussen Joden en heidenen afgebroken.
Met het herstel van de vervallen hut van David wordt dan ook de opstanding van Christus bedoeld. De woorden die gebruikt worden herinneren aan de opbouw van de tempel. Omdat Hij is opgestaan is er ruimte voor Joden en voor heidenen (het overige deel van de mensen) om tot de God van Isra?l te komen (de Here te zoeken). Dit is iets nieuws, maar dat al in het Oude Testament beloofd was.

Amos 9
In Amos 9:11-12, gelezen in de context van het boek Amos, is de opbouw van de vervallen hut van David iets anders dan in Handelingen. Hier gaat het om de opbouw van het rijk zoals het in de tijd van David was, de gouden eeuw van Isra?ls historie. In de dagen van Amos is er weinig meer over van de pracht van Davids huis, maar in de toekomst, als de Here Zich zal omkeren, dan zal de glorietijd aanbreken.
Dan zal ook de rest van Edom en van al de volken over wie de naam van de Here is uitgeroepen be?rfd worden. Isra?ls aartsrivaal, Edom, zal onder de heerschappij van Isra?l komen net zoals alle andere volken waar de Here recht op heeft (zijn naam over uitgeroepen heeft). Dit land zal voor altijd in bezit zijn van het volk Isra?l.

Vergelijking
Hoe komt het nu dat de tekst van Handelingen 15 zo afwijkt van Amos 9? De meest logische verklaring is dat Jakobus gebruik maakt van een veel gebruikte Joodse manier van citeren, impliciete midrash genoemd. In deze manier van citeren wordt een tekst veranderd en ?to the point? gemaakt door verandering van de context. De context in Amos 9 is: het heil is alleen voor Isra?l, terwijl Gods gericht voor de volken geldt. Handelingen 15 gaat over de grote verandering die er is gekomen door het lijden en sterven van Christus.

De volken in het Oude Testament
In het Oude Testament komen we de verwachting tegen dat de volken naar de heilige berg van de Here zullen komen om Hem daar te aanbidden. De volken worden in het Oude Testament meestaI gezien als vijanden. De Here is Koning over alle volken. Tegelijk is er ook sprake van een verwachting dat de volken naar de heilige berg zullen komen om deze te belegeren.
In Amos 9 komen de volken wel in het blikveld, zonder dat er direct sprake is van heil voor deze volken. Toch zijn er ook teksten te vinden die spreken over hoop voor de volken. Het Oude Testament spreekt daar echter maar mondjesmaat over. Voor de volken is er toekomst, maar niet op dezelfde manier als voor Isra?l. Het Oude Testament heeft wat dat betreft een open einde en wacht op de vervulling in het Nieuwe Testament.

De volken in het Nieuw Testament
Het Nieuwe Testament spreekt veel minder over de volken als bedreiging voor Isra?l. Isra?l wordt dan ook veel minder als nationale eenheid gezien dan in het Oude Testament. Jeruzalem is hier het centrum en de plaats van de uitzending van de apostelen.
Ook voor de volken is Christus naar de aarde gekomen. Het aanbidden van Christus door de volken neemt in het Nieuwe Testament een hoge vlucht. Dat begint al met de wijzen uit het Oosten en wordt helemaal duidelijk in Handelingen 15.

Conclusie
In de vervallen hut van David, die weer opgericht zal worden, zijn vele woningen. Voor Jood en voor heiden is er plaats bij de God van Isra?l, omdat Hij genadig naar allen heeft omgezien in Zijn Zoon, Jezus Christus.

Meppel                                  
J. Oosterbroek