Ik geloof het eeuwige leven
Tegen alle verdriet, vergankelijkheid en verschrikkingen in belijdt de kerk een werkelijkheid waarop niets valt aan te merken. Deze werkelijkheid is zoals de Schepper haar in het begin bedoelde en waarin zijn grootheid in volle glorie en schitterende luister tot uitdrukking komt: wat niemand ooit heeft gezien, waarvan niemand ooit heeft gehoord, en waarvan niemand zich ooit een voorstelling heeft kunnen maken.
God belooft dit leven aan degenen die bij Hem horen. Jezus vertelde zijn discipelen daarover: eeuwig leven bestaat in het kennen van de enige waarachtige God. Wie de Almachtige kent zoals Hij gekend wil zijn, deelt in het eeuwige leven.
Dit kennen is een kennen van het hart. Wie God zo kent, kan noch wil zonder Hem leven. Hij verlangt naar Hem, zoals een hert dorst naar water. Hij voelt zich veilig bij Hem, gaat steeds weer naar Hem toe, zowel in vreugdevolle momenten als in situaties van verdriet. Deze levenskennis die bewerkt en versterkt wordt door de Geest, is eeuwig leven.