Vijf jaar geleden ben ik gevraagd voor de redactie van het Kerkblad voor het Noorden (KvhN). Na enige bedenktijd heb ik ja gezegd en ben toen door de classis Leeuwarden benoemd. Vooraf had men mij verteld wat het redactiewerk inhield: de vergaderingen bijwonen en meedenken over de inhoud. En wilde je nog een keer wat schrijven, dan kon dat. Maar dat was niet verplicht. Echter, op de tweede vergadering werd mij al gevraagd of ik de taak van meditatievoorziener op mij wilde nemen. Dat hield in dat ik er voor moest zorgen, dat er iedere week een meditatie kwam in het KvhN, geschreven door een van onze predikanten uit het noorden. En zo gebeurt het, dat alle predikanten uit het noorden door mij worden benaderd om eens in de twee jaar een tweetal meditaties te schrijven. Gelukkig werken ze bijna allemaal spontaan mee. Daar ben ik blij om. Want wat is er nu mooier dan de lezers iets te vertellen over de schatten van het Evangelie. Je kunt wel zeggen, dat je daar nooit over uit geschreven raakt.
Maar nu doet zich het merkwaardige geval voor, dat een aantal predikanten de boot afhoudt. O ja, zeker, er zijn altijd situaties denkbaar dat het even niet past, bv ziekte of drukke werkzaamheden in eigen gemeente of daar buiten. Daar moet je alle begrip voor opbrengen. Nee, het gaat mij om hen, die het pertinent niet willen. Daar schrik je dan wel even van als je dat zo hoort. De antwoorden die je dan krijgt zijn heel divers:
-    ik ben het niet eens met de inhoud van het blad
-    ik heb niks met sommige artikelen in het KvhN
-    meditaties worden toch niet gelezen en daarom doe ik het niet
-    enz.
Zulke reacties zetten je wel aan het denken. Ja, erger nog, het doet mij verdriet.
Hoezo niet gelezen? Akkoord, er is altijd een categorie mensen die meditaties overslaat. Maar velen lezen het en worden er door gevoed. Hoezo niet eens met de inhoud van sommige artikelen en daarom doe ik het niet? Stel je voor dat je op de kansel staat te preken en je ziet mensen voor je met wiens levenswijze je het niet eens bent, dan stop je toch ook niet met preken? Dan word je juist nog meer bewogen om het evangelie uit te dragen. Hoezo ik heb niks met het KvhN? Denk er dan eens over na, dat de lezers van het KvhN wel iets met u hebben. In alle gevallen gaat het niet om de vraag wat heb ik aan die ander, maar wat heeft de ander aan mij.

In de zomermaanden wordt er op de camping te Lauwersoog kerkelijk recreatiewerk verricht, waaronder het organiseren van kerkdiensten. In deze club participeren ook twee CGK kerken, namelijk die van Dokkum en Ulrum. Aan wijlen ds. Sterk, toen nog christelijk gereformeerd predikant te Ulrum, werd ruim 20 jaar geleden de vraag gesteld: “Hoe kunt u op zondagmorgen op de camping het woord van God brengen? Er vinden daar toch zoveel wereldse activiteiten plaats?” Waarop ds. Sterk antwoordde: “Zolang ik het evangelie van vrije genade ook daar mag uitdragen zal ik mijn medewerking daar aan geven. Als dat mij onmogelijk wordt gemaakt, trekken we ons als CGK Ulrum terug.” Dat antwoord is mij altijd bijgebleven.

Op de jeugdvereniging had ik vroeger een leider die, als hij met ons bad, iedere keer niet alleen vroeg om vergeving van zonden in gedachten, woorden en werken, maar vooral om vergeving van nalatigheden.
Ik zal alle predikanten blijven aanschrijven.

Dokkum                   
Pieter Sijtsma