Er blijft Japan niet veel bespaard: een aardbeving, een tsunami, tekorten aan stroom en drinkwater, lage temperaturen en een drietal beschadigde kerncentrales die mogelijk tot een nucleaire crisis kunnen leiden. Mogelijk tienduizenden doden zijn te betreuren en honderdduizenden zijn uit voorzorg geëvacueerd. De premier Nato Kan sprak over de ergste crisis in het land sinds de Tweede Wereldoorlog.

Twee kerncentrales worden bij gebrek aan voldoende elektriciteit met zeewater gekoeld om oververhitting tegen te gaan. Er heeft zich al één explosie voor gedaan en nieuwe explosies zijn niet uit te sluiten. Inmiddels zijn 28 mensen besmet met radioactieve straling.

De inzet van het leger is verdubbeld tot 100.000 manschappen die doen wat ze kunnen om de gewonden te helpen en de evacuatie in goede banen te leiden. Honderdduizenden overlevenden melden zich hongerig en dorstig bij de opvangkampen, terwijl 1,4 miljoen huishoudens geen toegang hebben tot schoon drinkwater en ruim 1,9 miljoen huishoudens verstoken zijn elektriciteit. Tot overmaat van ramp is in het zuidwesten van Japan een vulkaan actief geworden die as en stenen meer dan vier kilometer de hoogte in spuwt. De vulkaan heeft zich redelijk rustig gehouden, maar begint zich nu ook weer te roeren.

Uitgestrekte delen van het platteland zijn nog altijd omsingeld door het water en daardoor niet bereikbaar. Het verlenen van hulp verloopt daar dan ook zeer moeizaam. Door de tsunami is een havenstadje met 20.000 inwoners vrijwel volledig weggevaagd. Van een ander stadje is van 10.000 inwoners helemaal niets meer vernomen.

Het rijke Japan beschikt over een goed uitgerust leger en voldoende middelen om snel haar bevolking te kunnen helpen in deze vreselijke tijden. Toch zijn er tientallen landen geweest die hulp hebben geboden. Amerika stuurt vanaf twee vliegdekschepen helikopters met voedsel en water naar de kust. Een Nederlandse stichting van speurhonden zijn met vier vrijwilligers en vier honden op eigen initiatief naar Japan vertrokken om te helpen zoeken naar overlevenden. Diaconaat op hele grote schaal, zullen we maar zeggen.

De kracht van de natuur is niet te onderschatten. We kunnen van alles doen om gebouwen en kerncentrales bestand te maken tegen aardbevingen, stormen, terroristische aanslagen en dergelijke, maar als het er op aan komt, hebben we niet heel veel te vertellen.

Hopelijk komt het niet tot een nucleaire ramp, want dan zal de ellende niet te overzien zijn. De beelden van de nucleaire bombardementen op Hiroshima en Nagasaki staan me op het netvlies gebrand (ondanks dat ik van een latere generatie ben) evenals de vreselijke gevolgen van de straling.

Het zal ook in Japan jaren duren voordat alle sporen van deze ramp uitgewist zullen zijn. Gebouwen kunnen herbouwd worden, wegen opnieuw aangelegd worden en landbouwgronden opnieuw ingezaaid worden, maar de sporen in de zielen van de nabestaanden zijn niet zo eenvoudig uit te wissen.

Laten we de nabestaanden van deze vreselijke ramp in onze gebeden gedenken.


Bedum                        
René Nicolai