In veel gevallen is het geven van applaus voor iemand of een groep personen die een bijzondere prestatie heeft geleverd een normale zaak. Het wordt zelfs bijna van je verwacht. Denk bijvoorbeeld aan een diploma uitreiking. Je zoon of dochter krijgt een paar welgemeende woorden van de schooldirecteur en als de handtekening is gezet en het diploma is overhandigd volgt er een applaus van alle aanwezigen als blijk van waardering voor het behaalde resultaat. Je kunt ook denken aan de uitvoering van een operette, waar na afloop van het optreden door het publiek met de handen wordt geklapt voor de spelers als dankbetoon voor datgene wat geboden is.

Hetzelfde ritueel heb je bij een prijsuitreiking op sportief of cultureel gebied. Voor velen werkt het applaus als een stimulans. Ik kan mij dan ook altijd zeer goed voorstellen, dat na een bepaald soort kunstgenot het publiek behoefte voelt zich te uiten en wel door handgeklap. Zelf heb ik dat meerdere malen als positief ervaren.

Er kunnen momenten zijn, dat applaus na afloop van iets volledig misplaatst is. Stel je bent naar een uitvoering van de Mattheuspassion geweest. Het slotlied heeft geklonken en het publiek gaat massaal staan en applaudisseert minuten lang. Zouden ze dan iets begrepen hebben van dat ontroerende slot, waarin berusting doorklinkt na de heftige smart van dat lijden en sterven? Dan ga je toch veel eerder rustig en stil de (kerk)zaal verlaten om dat indrukwekkend mooie moment zo lang mogelijk vast te houden?

Enige tijd terug maakte ik op een zondagmiddag weer een Alpha-dienst mee die gehouden werd ter afsluiting van de Alpha-cursus. Voor wie niet weet wat zo’n dienst inhoudt kan ik het volgende vertellen. Diverse onderdelen van de eredienst worden dan verzorgd door de deelnemers aan de Alpha-cursus: het welkom, de gebeden, het lezen van de geloofsbelijdenis en de Schriftlezingen (uiteraard zijn de onderdelen votum en groet, de Woordverkondiging en de zegen aan de predikant voorbehouden). In veel gevallen verleent ook een koor medewerking. Eén van de meest in het oog springende zaken tijdens zo’n dienst is wel dat een aantal deelnemers een getuigenis aflegt. Enkele deelnemers vertellen dan waarom men de cursus is gaan volgen en wat deze met hen heeft gedaan. Wat ze geleerd hebben en hoe de Heilige Geest bij hen aan het werk is geweest. Dit zijn vaak heel bijzondere en tere momenten. Als de persoon is uitgesproken hoor je applaus. Het eerste wat ik mij dan afvraag is voor wie er nu eigenlijk geklapt is. Voor het werk van de Heilige Geest of toch voor de persoon die het toch maar heeft aangedurfd in een volle kerk een getuigenis af te leggen. Ik heb daar altijd grote moeite mee. Wanneer jongeren en ouderen belijdenis van hun geloof afleggen wordt er toch ook niet in de handen geklapt. We zijn eerder stil verwonderd over wat de Here doet in een mensenleven en kunnen dat mijns inziens beter onderstrepen door vol overgave een psalm of een lied te zingen om zo onze gevoelens onder woorden te brengen dan door te applaudisseren.

Maar zal iemand zeggen, je mag toch wel als een koor gezongen of een muziekgroep gespeeld heeft  in je handen klappen om je waardering te uiten voor de medewerking die verleend is in de eredienst en omdat je het mooi vond? Ik heb daar niets op tegen, maar doe het dan aan het slot als er samen met het bedanken van de andere medewerkers gelegenheid voor wordt gegeven. Of moet er in de liturgie worden vermeld het applaus achterwege te laten omdat we de talenten van God hebben gekregen?

Dokkum
Pieter Sijtsma