Het leven moet leuk zijn. Het geloof moet fijn zijn. De samenkomst vrolijk. Letterlijk krijg je het verzoek: ‘Dominee, wilt u niet te veel over zonde preken, maar vooral over de liefde en genade van God. Daarom hebben we dit tekstgedeelte gekozen en deze liederen.’ En dan volgen een tekst en liederen die lichtvoetig de liefde Gods en Zijn genade uitjubelen. Versta me goed, ik wil niet anders dan vanuit zo’n tekst en lied de liefde en genade Gods uitjubelen en u en jou er zo mee overstromen, dat het mijzelf welhaast een wonder is dat u en jij na zo’n preek van mij niet ontroerd op de knieën gaat en zich bekeert.

Maar laten we nu eens heel eerlijk wezen. Het leven ligt ingewikkelder dan alleen maar ‘leukigheid’ en ‘prettig’. En hetzelfde is te zeggen van wie de Here God is. De catechismus heeft dat ook in de gaten, wanneer in vraag 11 gesteld wordt: ‘Is God dan ook niet barmhartig? Jawel, God is wel barmhartig, maar Hij is ook rechtvaardig. Zijn gerechtigheid eist, dat de zonde die tegen de allerhoogste majesteit Gods begaan is, ook met de hoogste, dat is de eeuwige straf aan lichaam en ziel gestraft wordt. ‘

Ik weet wel, daar is wel eens te zwaar en te zwartgallig over gepreekt, maar de boel omkeren en alleen ‘the sunny side’ van God en geloof naar voren brengen, is net zo goed selectief winkelen. Nu zullen velen van ons dat niet willen. Kuitert, bijvoorbeeld, heeft dat bewust en opzettelijk wel gedaan. Hij stelde God zich ongeveer zo voor als ‘en Sinterklaas op zolder voor wie je, net als een kind, bang moet zijn.’ Zijn conclusie: weg met dat Godsgeloof! Of een Maarten ’t Hart, die het doet voorkomen dat God een God is die zijn kinderen zo haat dat Hij ’mijn mijn moeder keelkanker geeft.’ In zo’n God kan ’t Hart niet geloven. In zo’n God hoeven we niet te geloven, want het is een karikatuur. Nee, we snijden de zogenaamde donkere zijden van God en het geloof niet vrijzinnig weg. Dat is te schokkend. Wij doen het gaandeweg, van lieverlee. Van lieverlee willen we alleen maar een God, een lieve Heer. De bekende Buskes - van wie ik de titel heb gestolen - zegt daarbij: ‘God die altijd voor ons klaar staat om ons op onze wenken te bedienen, heel veel door de vingers ziet en zoveel goed doet.’

Wat is daar mis mee? Dit: we raken God kwijt! Wanneer we meer en meer in preek, lied en samenkomst een Onze Lieve Heer-geloof ontwikkelen en het leven alleen maar als leuk willen, en God het nog leuker moet maken; dan zullen we op het moment dat ons het kwade treft God accuut kwijt zijn. Want dan spoort het niet met onze verwachtingen. Dan past het niet in het patroon. Een ‘Onze Lieve Heer-geloof’ wordt het grootste pastorale probleem de komende jaren. We moeten nuchter worden over het leven. Zoals een Pieter Both in zijn boek ‘Dag zeggen’. Op de dag van de geboorte van zijn jongste kind stierf zijn vrouw. Hij zegt: ‘Het leven is niet leuk...en God heeft ook nooit gezegd dat het dat zou zijn.’ Dolend door de rouw probeert hij de God van de Bijbel te zoeken en te kennen. Vroeg of laat, u, jij en ik ook. Lees maar de berichten in dit nummer van het Kerkblad. Het leven kent al gedurig rouwranden. We zullen vanuit het besef van Gods heerlijkheid en majesteit, (opnieuw) moeten gaan ontdekken: God is anders!

Assen
Stoffer Otten