U bent voor groei. Althans dat neem ik aan. Het omgekeerde vinden we immers wel abnormaal. U ziet uw (klein)kind graag groter worden. Bewonderend roep je: “En wat ben je al groot!’ En dat niet alleen in lengte, ook in kennen en kunnen. Wanneer een kind op het consultatiebureau onder de gemiddelde lijn valt, wordt er aan de bel getrokken. Groei zit in onze genen, als het goed is. En dan bedoel ik niet alleen qua lichaam, maar feitelijk in elk opzicht. We zijn geboren om te exploreren. Het moet en mag groter. Dat is nodig in de natuur; dat is nodig in de economie.

Nodig

Omdat er schaduwkanten zitten aan economische groei, inclusief meer consumeren, is er de tendens om veel (weer) kleinschaliger te doen of natuurlijker (biologisch-dynamisch) te produceren. Omwille van de leefbaarheid, omwille van het dierenwelzijn moet het anders: minder! Sympathiek dat mensen bewogen zijn om natuur en milieu; maar in hun enthousiasme vergeten ze dat groei nodig is. Ik ontwaar regelmatig een romantisch verlangen naar vroeger voor de stad en het platteland. Daarom moet het Dwingelderveld met miljoenen subsidie en kapitaal ‘teruggegeven worden aan de natuur’ en spitten we een groot stuk van het Fochteloërveen om richting oude staat vanwege - naar gehoopt wordt - de permanente terugkeer van de kraanvogels. Daarom moet de boer weer ouderwets akkeren op zijn land en moeten de koeien in de wei en de varkens in de modder. Romantisch maar niet realistisch. Mijn voornaamste reden: het is onverantwoord ten opzichte van de voedselvoorziening aan de wereldbevolking! Mensen in arme landen betalen het gelag; als ze het al betalen kunnen. Kleinschaligheid veroorzaakt schaarste en daarmee duurte, zelfs afgezien van graanspeculaties. Er komt voedseltekort voor de groeiende wereldbevolking. Daarom is efficiënte en grootschalige voedselproductie nodig. Het is een zaak van recht en solidariteit. Roeping zo u wilt.

Schadelijk

Is grootschaligheid altijd schadelijk? Men wil het ons doen geloven. Het protest tegen megastallen wordt daardoor ingegeven. Men roept: “Slecht voor de omgeving en voor het dierenwelzijn!” Beiden zijn niet waar! Kleinschalige boerderijen en stallen met uitloop inclusief modderpoel, veroorzaken bodemverontreiniging en zijn een bron van ziekten (vogelgriep). En dan heb ik het nog niet over de stank! Rij eens rond op de Veluwe. Overal ruik je mest en al die stalletjes, dat is soms een rommeltje om te zien. Natuurlijk is het even wennen wanneer je vandaag in de rondte rijdt door de provincie en je ziet weer grote stallen verrijzen voor koeien, varkens en kippen. Maar dat vonden we ook van de eerdere stallen, die in verhouding tot de oude boerderijen ’supergroot’ waren. Dat blijkt uiteindelijk wel mee te vallen. Grote stallen - voor mijn part megastallen - zijn prima, mits uiteraard aan alle eisen wordt voldaan. Het gekke is, grote stallen kunnen makkelijker aan alle eisen voldoen, omdat de meest inventieve technieken gebruikt worden voor licht en lucht en mest (ammoniak)verwerking. Het dierenwelzijn qua ruimte en tegen ziekten is beter gegarandeerd.

Normaal

Groei is normaal. Wie het anders wil, moet zich realiseren dat stagnatie en zelfs krimp rampzalige gevolgen heeft. We maken het nu al in zijn algemeenheid mee door de crises. Het kost banen en inkomen in ons land. Er is minder geld voor algemene middelen om bijvoorbeeld zorg en onderwijs te bekostigen. En in het arme deel van de wereld ontstaat nog meer schaarste en wordt het voedsel nog duurder. Een arme in Afrika geeft nu soms al 80% uit aan zijn eten. Dat is onhoudbaar. Daarom is groei in productie noodzaak. Een zaak van barmhartigheid en solidariteit.

 

Assen
Stoffer Otten