Zo, die ‘rare’ maanden december en januari zijn tenminste weer voorbij. Januari met zijn piek aan aanmeldingen voor psychologische hulp. Hoezo ‘gelukkig nieuwjaar’? December met zijn mengeling aan verwachtingen, teleurstellingen en oude gevoelens die opgerakeld worden. Waarom anders hebben nogal wat mensen zo’n grondige hekel aan kerst? Welke diepe, duistere zaken staan daar zo in schril contrast met de beoogde gezelligheid en met het feest van Licht?

Bergziekte

Of neem een andere categorie. Zij die als een berg opzien tegen het nieuwe jaar, omdat ‘alles weer begint’. Waaronder ondergetekende. Een paar dagen, maar toch. Deze ‘bergziekte’ zoals ik haar nu maar even noem, is niet in een handboek voor psychische aandoeningen beschreven. Ze zal wel niet al te ernstig zijn en indien wel, dan zal deze bergziekte vallen onder een aandoening van depressieve of paniekerige aard. De bergziekte is, tenminste in beginsel, te bestrijden, daarover straks meer. Maar toch, de bergziekte bestaat. Als een jaarberg, of als een dagberg, wanneer je elke dag tegen de dag opziet. Dan liever de jaarberg, één keer per 365 dagen. Even heftig, maar wel zo weer voorbij…

Als de goden op hun berg

De remedie. Jezus wist alles van bergen. Hij had het over geloof dat bergen verzet. Jezus ging ook regelmatig op een berg zitten om te onderwijzen. Zou daar iets bij zitten wat over mijn eigen ‘berg’ gaat? Hij sprak op de berg de zaligsprekingen uit, ‘gelukkig verklaringen’. Geloof het of niet, maar het gebruikte Griekse woord voor geluk, ‘makarios’, schijnt voorbehouden te zijn aan de Olympische goden, die vrij en gelukkig op … hun berg leven. Oké, dat lijkt me wel wat. Eens even kijken wat daarvoor nodig is. Ik had bijna gezegd: wat moet ik daarvoor ‘doen’? Die vraag stelde een rijke jonge man eens aan Jezus: wat moet ik doen om het eeuwige leven te beërven? Dat is natuurlijk vragen om een nieuwe berg! Niet iets waar de vermoeide mens van toen en vandaag op zit te wachten! Dus, wat is voor dat gelukkig zijn nodig? Wie heb ik dan te zijn? Gelukkig zijn zij die nederig van hart zijn, zei Jezus. Wat brengt dat nou in deze maatschappij van ellebogen en andere problemen? Hmmm…

Leeg

Nederig zijn heeft, zo las ik ergens, te maken met loskomen van (en dus niet langer vertrouwen op) bezit, kennis, prestatie, controle en macht. Niet hoeven klagen als iets ontbreekt. Kunnen delen. Er is openheid om te ontvangen wat God en mensen jou willen geven; je geeft je over aan het geheim van Gods genade; je erkent dat niets jou toebehoort, noch bezit, noch mens, noch je lichaam. Lege handen. Als ik dit op me laat inwerken, dan begrijp ik een beetje dat nederigheid de weg naar geluk is. Presteren, alles weten, geld, macht, geliefden en andere ogenschijnlijke gelukbepalers, ze kunnen in de weg staan. Sterker nog, juist in en via verlieservaringen kunnen we echte nederigheid ontdekken. Voor nederige mensen is het koninkrijk van de hemel, voegt Jezus eraan toe. Dat wil zeggen, op die lege plek in onszelf kan God wonen en onze geest aanraken, ontmoeten en leiden. Oké, minder gemakkelijk dan een pilletje. Dat zeker. Wel de moeite waard. En wat we nastreven, nederigheid, dat zal God ons geven. Klopt, en u zal worden opengedaan. Gelukkig maar. Hoef ik niet in mijn eentje die berg van geluk op!

Hoogeveen
Nynke Sikkema-Holwerda