Gebrek aan vertrouwen. Dat is er mis in ons land. Het heeft grote gevolgen en kost handen vol geld. De laatste weken horen we dagelijks over de paardenvleesaffaire. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit eist dat vijftigmiljoen kilo – dat is 50.000 ton – rundvlees wordt teruggehaald, want ze kan de veiligheid van dat vlees niet meer garanderen. Ook al werden maar bij twee partijen een te hoge dosering medicijnen aangetroffen, toch moet alles worden teruggehaald door producenten en leveranciers. Zo niet een onmogelijke, dan toch een heel kostbare operatie. Al die duizenden tonnen moeten vernietigd worden. Daar komt bij dat verscherpte controle vlees voor de consument duurder maakt. En waarom? Het vertrouwen is weg. Het spreekwoord zegt: Vertrouwen gaat te paard en komt te voet.

De oorzaak van de aanhoudende financiële en economische crisis is gebrek aan vertrouwen. Barometers die het consumentenvertrouwen meten, wijzen diep op zwaar weer. Daar zijn redenen voor. Bij de oplopende werkloosheid is het voor velen de vraag hoelang zij nog een baan hebben. Een flexcontract maakt het je haast onmogelijk een dag vooruit te kijken. Zo je dat al wel zou willen, dan herinnert de bank je er fijntjes aan dat er voor jou niets zeker is en dat je dus die hypotheek wel kunt vergeten. De steeds wisselende regels voor huren en hypotheken maken kopers kopschuw om een stap te maken. Iedereen wacht op iedereen. Voeg daarbij de oplopende vaste lasten en de depressie in vertrouwen is daar.

Wat te doen? Niet overdrijven. Het valt mij op dat we elkaar meeslepen in dat gebrek aan vertrouwen. Met chocoladeletters wordt het bericht over het paardenvlees aangekondigd als was ons een nationale ramp overkomen. Kamerleden betrekken onmiddellijk geschokt hun stellingen en spreken op hoge toon van schande. De regering belooft terstond harde maatregelen en hoge straffen. Zeker, het is fraude en ernstig, maar geen nationale ramp. Zo is bijvoorbeeld heel nuchter te constateren dat weliswaar de veiligheid van het paardenvlees niet door de NVWA is te garanderen, maar dat er nog niemand ziek is geworden van het eten van paardenvlees in rundvlees vermengd. Men vermoedt namelijk dat van die vijftigmiljoen kilo al heel veel is geconsumeerd. Dat heeft niet geleid tot problemen in de volksgezondheid, zoals overigens de NVWA ook stelt. Vlees is namelijk niet pas goed als er een stickertje op zit van de autoriteit, het vlees is vanzelf al goed. Zo niet, dan had de dokter u al uit de droom kunnen helpen. Zo simpel ligt het.

Waarom dan toch al die stampij? Omdat wij als moderne samenleving alles en altijd gegarandeerd willen hebben. Het moet kloppen, het moet perfect zijn. Omgekeerd gezegd: we accepteren geen onvolkomenheid en onvolmaaktheid. Bijbelse nuchterheid weet van gebrokenheid en onvolmaaktheid in de wereld, in dier en mens. Dat moeten we belijden en accepteren. Zo niet dan offeren we aan onze hang naar volmaaktheid en veiligheid paarden en mensen op en uw eigen lieve geld. Ja, ja… afgoderij is duur. Volmaaktheid is iets van God. Laten wij maar de menselijke maat in het oog houden. Zo niet dan slachten we elkaar af. Vertrouwen gaat te paard en komt te voet. Het kabinet en de sociale partners zetten in op het herstel van vertrouwen middels het gesloten Mondriaan-akkoord. Het vertrouwen tussen producent en consument kunnen we alleen maar herstellen wanneer we ons over en weer inzetten voor elkaars veiligheid en welzijn. Respectvol en integer. Dat voelt goed en proeft beter.

Assen
Stoffer Otten