Onlangs ontving ik een e-mail van een bezinningskring met een uitnodiging voor een bijeenkomst. Daarin stond dat onze kerken zich in een crisis bevinden. De kring vreest afkalving en een mogelijke opdeling van onze kerken.

Ze belegt op verzoek van ds. J. Brons een 'openbare bijeenkomst' waarbij alle kerkenraden, predikanten en emeritipredikanten uit het Noorden zijn uitgenodigd. De emerituspredikant van Urk-Maranatha heeft namelijk een conceptbrochure geschreven. Dit concept zal hij tijdens de bijeenkomst, die eind mei in Damwâld wordt gehouden, toelichten. Zo wil hij daaraan bredere bekendheid geven. Hij hoopt dat velen ermee zullen instemmen.

De predikant laat vanuit zijn verontrusting over de situatie in onze kerken een noodkreet horen. Liefde voor het kerkverband dringt hem daartoe. Hij ziet het als zijn roeping. Volgens hem dreigen onze kerken uiteen te vallen. Ook gaat het eigene van onze kerken verloren. In deze situatie wil hij een 'profetisch getuigenis' laten horen. De noodzaak daartoe voelt hij in het bijzonder vanwege de aanstaande generale synode.

Ds. Brons wil 'de kerken doen verstaan' wat naar zijn overtuiging God 'nu van ons vraagt'. De bedoeling is dat zich ook anderen achter dit getuigenis zullen scharen. In de vooraankondiging wordt gesproken over een meervoud: 'ondergetekenden'.

In een plaatselijke gemeente is een kerkenraad doorgaans niet blij met een brief die door een groep gemeenteleden is ondertekend. Groepsvorming, zo zeggen we. En willen de 'ondergetekenden' de kerken 'doen verstaan' wat God 'nu van ons vraagt'?  Zou een dergelijke inzet bevorderlijk zijn voor een gesprek?

Zeker zijn er zorgen over ons kerkelijk leven. Bij een aantal punten die ds. Brons in zijn vooraankondiging noemt, kan ik mij een voorstelling maken. Daarin deel ik zijn zorgen. Ook zijn zorg over 'een gevaarlijk niet-schriftuurlijk polarisatiemodel'. Tussen haakjes: Als in Damwâld over dit model wordt gesproken, zou misschien ook meteen het gegeven kunnen worden meegenomen dat sommige kansels systematisch voor een groot aantal predikanten van onze kerken gesloten blijven. Wat zou dat een mooi getuigenis zijn wanneer kansels werden ontsloten!

Er zijn zorgen. Zeker. De vraag is hoe deze zorgen naar voren moeten worden gebracht. Daarbij wijs ik vooral op de kritiek van de emerituspredikant op besluiten van de generale synode. Hij vindt dat de synode een grotere waarde toekent aan wat de Bijbel toelaat en niet verbiedt dan aan wat de Bijbel de kerken voorhoudt en aanwijst. Dat is nogal wat. Is de regel niet dat we voor vast en bondig houden wat in een kerkelijke vergadering bij meerderheid van stemmen is uitgesproken tenzij bewezen wordt dat dit in strijd is met het Woord van God, de belijdenis of de kerkorde?

Het is mogelijk dat iemand moeite heeft met besluiten van de synode. We denken niet allen gelijk. Maar een bijeenkomst organiseren die gezamenlijk een moeite formuleert? Moeiten met besluiten zullen langs de kerkelijke weg moeten worden besproken.

In 1985 heeft wijlen ds. J. H. Velema een brochure het licht doen zien onder de titel 'Verrechtsing?'. In die brochure schreef hij onder meer dat onze kerken in een crisis terecht zijn gekomen die haar leden met zorg vervult en de buitenstaander doet vragen: 'Waar loopt deze storm op uit?' Dat was bijna dertig jaar geleden. Als ds. Brons zou volstaan met een brochure had hij – afgezien van de inhoud van de brochure – een betere 'ingang' gevonden dan via het organiseren van een bijeenkomst waarvoor nota bene ook kerkenraden zijn uitgenodigd, en waar een conceptbrochure wordt besproken en, als ik het meervoud goed heb begrepen, vastgesteld en ondertekend.

 

Feanwâlden
D. J. Steensma